Wat is het?
Burn-out kenmerkt zich door zowel lichamelijke, psychische als sociale klachten die gepaard gaan met een verminderd gevoel van eigenwaarde op het werk.
Het is geen ziekte, maar een syndroom. Dat wil zeggen dat burn-out zich uit door klachten op verschillende vlakken. Het is een langzaam en sluipend proces.
Burn-out is een belangrijk maatschappelijk probleem. Voor een deel wordt het veroorzaakt door persoonlijke factoren, aanleg en psychologische kenmerken.
Burn-out is tevens een sociaal probleem, als gevolg van een hoge werkdruk, de organisatie van het werk en hiërarchische structuren.
Burn-out is niet hetzelfde als stress op het werk. Stress ontstaat wanneer een persoon zich probeert aan te passen aan zijn werkbelasting. Dit hoeft niet per se negatief te zijn. Burn-out daarentegen ontstaat wanneer aanpassing alleen niet volstaat, en de stresstoestand lange tijd aanhoudt.
Depressie en burn-out overlappen elkaar gedeeltelijk, en burn-out kan een uitlokkende factor zijn in de ontwikkeling van depressie.
Hoe vaak komt het voor?
In 2017 kampen naar schatting 28.000 Belgen met dit syndroom. Dit is wellicht nog maar het topje van de ijsberg. Een deel van de werknemers vertoont vroege tekenen van burn-out zonder een gezondheidswerker te raadplegen. Ze proberen desondanks actief te blijven op de arbeidsmarkt.
Hoe kun je het herkennen?
Burn-out gaat gepaard met intense, overweldigende vermoeidheid, een cynische houding ten opzichte van het werk en een verminderd gevoel van eigenwaarde op het werk.
Naast psychische klachten zoals concentratie- en geheugenproblemen, heeft de persoon met burn-out lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, rugpijn, spierpijn en slaapstoornissen.
Er kunnen ook problemen optreden op sociaal en relationeel gebied, zoals verhoogde prikkelbaarheid, neiging om drukte te ontvluchten en het gevoel minder goed te recupereren.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De arts zal naar je verhaal luisteren en je bijkomende vragen stellen over je werk, relaties, gemoed, emoties en lichamelijk klachten. Op basis daarvan zal hij trachten in te schatten of er sprake is van burn-out.
Bij twijfel kan hij je doorverwijzen naar een psychiater. Het onderscheid met een depressie is niet altijd eenvoudig te maken.
Wat kan je arts doen?
De behandeling wordt individueel bepaald. Die kan stressmanagement, medicatie of psychotherapie omvatten.
Goed slapen is essentieel.
Interventies op de werkplek kunnen helpen om de hoeveelheid en belasting van de werktaken bij te sturen. Dit is van cruciaal belang bij burn-out. Je arts zal samen met jou zoeken naar mogelijke oplossingen binnen het kader van de sociale zekerheid en binnen de context van de werkgever.
Ook met de arbeidsgeneesheer kun je bespreken wat de mogelijkheden zijn. Een tijdelijke arbeidsongeschiktheid kan nodig zijn om tot rust te komen. Er worden regelmatige afspraken gepland voor opvolging.
Psychische problemen, zoals depressie, worden actief behandeld. Als er binnen 1 à 2 maanden geen verbetering is of als de diagnose onzeker blijft, zal je arts je doorsturen voor een psychiatrische evaluatie.
Zijn de arbeidsgeneeskundige diensten overtuigd dat burn-out een veelvoorkomend probleem is op de betrokken arbeidsplaats, dan kunnen groepsinterventies worden georganiseerd.
Wat kun je zelf doen?
Je vermindert de kans op een burn-out:
- door het verschil tussen werk en vrije tijd duidelijk te maken;
- door 'nee' te leren zeggen;
- door je werk vooraf te plannen;
- door je fysieke conditie te verzorgen;
- door je eigen grenzen te kennen;
- als je thuis een goede relatie hebt;
- door goede werkrelaties te onderhouden;
- door in een open werksfeer te werken aan je carrière, zodanig dat het werk voor jou zinvol blijft/wordt;
- als je een ondersteunende werkgever hebt;
- door duidelijk te weten wat je takenpakket is;
- door je eigen expertise te onderhouden.
Meer weten?
https://www.geestelijkgezondvlaanderen.be/stress-overspannenheid-en-burn-out