Wat is het?
Cardiomyopathie is een aandoening van de hartspier. Het hart kan minder goed samentrekken of ontspannen. Dan pompt het bloed minder goed rond. Daardoor vermindert de pompfunctie van het hart en wordt het bloed minder goed rondgestuurd in het lichaam.
Wanneer het hart hierdoor uitzet (dilateert), spreekt men van gedilateerde cardiomyopathie.
Cardiomyopathie is de verzamelnaam voor alle hartziekten waarbij de hartspier en dus de hartkamers verwijd of gedilateerd zijn.
Het kan verschillende oorzaken hebben:
- erfelijke ziekten (30% van de gevallen);
- een virale ontsteking van de hartspier (myocarditis);
- systeemziekten zoals lupus, reumatische aandoeningen, …;
- toxische stoffen zoals sommige geneesmiddelen (bijv. chemotherapie bij kanker), overmatig en langdurig alcoholgebruik;
- stofwisselingsziekten zoals een te traag of te snel werkende schildklier, diabetes, obesitas, …;
- cardiomyopathie die ontstaat in de late zwangerschap of de kraambedperiode.
Als er geen oorzaak gevonden wordt, spreekt men van idiopathische cardiomyopathie.
Hoe vaak komt het voor?
De aandoening komt voor bij 42 op 100.000 volwassenen.
Bij kinderen is het zeer zeldzaam.
Cardiomyopathie komt in sommige families meer voor, omdat een erfelijke aanleg een rol kan spelen.
Bepaalde voedingsgewoonten kunnen het risico op cardiomyopathie verhogen, zoals het overmatig en langdurig drinken van alcohol.
Hoe kun je het herkennen?
De ziekte verloopt lange tijd zonder klachten en is vaak een toevallige vondst. Op een longfoto wordt dan bijv. een vergroot hart gezien.
Op langere termijn ontstaat hartfalen. Vaak voorkomende symptomen zijn dan kortademigheid bij inspanning en hartritmestoornissen. In meer gevorderde stadia zal hartfalen leiden tot vochtophoping (oedeem). Als dat in de longen gebeurt, zal de kortademigheid plots toenemen. Vochtophoping in de weefsels begint meestal met gezwollen benen en gewichtstoename.
Soms is het eerste verschijnsel een beroerte of een versnelde hartslag uit de kamers van het hart.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De arts zal cardiomyopathie vermoeden bij een combinatie van hartfalen en hartritmestoornissen. Er zijn echter een vrij groot aantal andere hartaandoeningen die met dezelfde bevindingen kunnen gepaard gaan.
Daarom is de diagnose cardiomyopathie een zogenaamde uitsluitingsdiagnose. Dit betekent dat de arts eerst alle andere oorzaken van hartfalen en ritmestoornissen zal uitsluiten, zoals een hartinfarct, letsels van de hartkleppen, hoge bloeddruk… Daarom zullen steeds een aantal bijkomende onderzoeken gebeuren.
De eerste technische onderzoeken zijn een bloedonderzoek, een röntgenfoto (Rx) en een echografie van het hart (echocardiografie).
Op een Rx wordt meestal een vergrote hartschaduw gezien.
Met een echocardiografie is het mogelijk om de grootte van de hartkamers, de dikte van de hartspier en de hartkleppen te bekijken. Ook de hartfunctie kan berekend worden met een echocardiografie.
Op een ECG (hartfilmpje) kan de arts een vergroting, een hartinfarct en ritmestoornissen zien.
Er wordt dikwijls ook een coronarografie of coronaire angiografie uitgevoerd, waarbij er via een bloedvat in de lies een katheter wordt opgeschoven tot in het hart om eventuele vernauwingen van de kransslagaders van het hart te zien.
Zo nodig kan de arts een klein stukje hartspier wegnemen voor microscopisch onderzoek (biopsie).
Wat kun je zelf doen?
Bij kortademigheid, pijn op de borst, vochtophoping in de benen of hartkloppingen laat je je best onderzoeken door een arts.
Probeer een gezonde levensstijl aan te nemen: beweeg voldoende (zonder zware inspanningen), beperk alcohol, stop met roken en probeer te vermageren als je overgewicht hebt.
Je gewicht meermaals in de week bijhouden in een dagboek kan zinvol zijn om vochtophoping sneller op te merken.
Het is zeer belangrijk om je medicatie trouw in te nemen en bij vragen je arts te contacteren.
Wat kan je arts doen?
De behandeling moet, indien mogelijk, gericht zijn op de onderliggende oorzaak.
Bij tekenen van hartfalen zal je arts specifieke medicatie voorschrijven die de pompfunctie van het hart ondersteunt.
Vaak worden er ook plaspillen voorgeschreven, zodat je het overtollige vocht in je lichaam kan uitplassen.
Bij een verhoogd risico op bloedklonters, zoals bij hartritmestoornissen, worden er bloedverdunners voorgeschreven.
Bij ernstige hartritmestoornissen wordt soms een pacemaker of defibrillator ingeplant in het hart. Om plotse hartdood ten gevolge van hartritmestoornissen te vermijden, kan een ICD (implanteerbare cardioverter defibrillator) gebruikt worden. Met een automatische elektrische shock herstelt deze het hartritme.
Een harttransplantatie wordt meestal alleen overwogen als hartfalen ernstige symptomen veroorzaakt, gestaag erger wordt ondanks de behandeling, en de persoon jonger dan 60 jaar en verder gezond is.
Meer weten?
- https://www.thuisarts.nl/cardiomyopathie
- https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/cardiomyopathie-(hartspierziekte)