Wat is het?
Een hersenletsel of een verminderd functioneren van bepaalde hersenactiviteiten leidt tot zogenaamde neuropsychologische stoornissen.
Niet alleen bij de praktische uitvoering van taken worden moeilijkheden ondervonden, maar ook op emotioneel en psychologisch gebied.
De meest voorkomende oorzaken van neuropsychologische stoornissen zijn:
- een hersenbloeding of -infarct (beroerte);
- een hersentrauma, bijv. na een verkeersongeval;
- degeneratieve hersenaandoeningen, zoals de ziekte van Alzheimer of Parkinson;
- hersentumoren;
- alcoholgerelateerde aandoeningen;
- psychiatrische aandoeningen.
Hoe kun je het herkennen?
We onderscheiden algemene en specifieke symptomen.
Algemene symptomen zijn bijv. vermoeidheid, verminderde aandacht en concentratie, en trager functioneren. Ze kunnen optreden ongeacht de onderliggende oorzaak.
Specifieke symptomen zijn afhankelijk van het aangetaste hersengebied en van de onderliggende aandoening.
- Spreekstoornissen of afasie: het verwerken, formuleren en begrijpen van gesproken en geschreven taal gaat moeizaam.
- Lees, reken- en schrijfstoornissen: deze zijn dikwijls moeilijk te beoordelen, omdat ook veranderingen van het zicht, de motorische vaardigheden en het opleidingsniveau een rol kunnen spelen.
- Agnosie of moeilijkheden bij het herkennen en interpreteren van zintuiglijke waarnemingen, ook al werken deze organen normaal. Het herkennen van beelden en geluiden en de gevoelsgewaarwording zijn bemoeilijkt.
- Moeilijkheden met ruimtelijke waarneming, zoals het inschatten van de richting en de afstand.
- Moeilijkheden met het uitvoeren van bewuste, willekeurige bewegingen. Zo kan het gebruik van voorwerpen moeizaam verlopen, bijv. eten met mes en vork. Ook het uitvoeren van sommige bewegingen kan verstoord zijn, zoals het openen van een deur of het vastpakken van een voorwerp.
- Geheugenstoornissen: deze kunnen variëren van gedeeltelijk tot volledig geheugenverlies. Het kan plots optreden of geleidelijk verergeren.
- Aandachtsstoornissen: vooral de aandacht vasthouden en het verdelen van de aandacht over verschillende zaken kan moeilijk zijn.
- Moeilijkheden bij het opmerken van een bepaalde stimulus: het zicht, het gehoor of de gevoelsgewaarwording zijn verstoord in een welbepaald deel van het waarnemingsveld. Zo kan het zijn dat een persoon in een bepaald deel van het gezichtsveld een voorwerp niet ziet, sommige klanken langs één zijde niet hoort, of sommige gewaarwordingen niet meer voelt, zoals warmte of koude op een bepaald gebied van de huid.
- Aandoeningen van uitvoerende functies: hierbij gaat het om stoornissen van de omzetting van zintuiglijke waarnemingen (zicht, gehoor, gevoel, reuk, evenwicht) in activiteiten. Voorbeelden zijn moeite met lezen, schrijven, spreken, herkennen van voorwerpen, de aandacht bij iets houden, uitvoeren van bewegingen (vooral met de handen ... Welke problemen men precies ondervindt, hangt af van de lokalisatie van het defect in de hersenen. Zo treden verlies van gedragscontrole en veranderingen in emoties/persoonlijkheid vooral op bij aandoeningen in het voorste hersendeel. Moeilijkheden met spreken of begrijpen van taal komen voornamelijk voor bij schade aan de rechterhersenhelft.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Een neuropsychologisch onderzoek wordt verricht, waarbij de persoon een aantal testen of opdrachten moet uitvoeren.
Eventueel worden verdere technische onderzoeken gepland, zoals een hersenscan.
Het doel van het onderzoek is om tot een juiste diagnose te komen en een planning op te maken voor revalidatie.
Anderzijds dient het ook vaak om de mogelijkheden te evalueren: kan de persoon een job uitvoeren, studeren, autorijden, is hij juridisch in staat om geld en/of eigendommen te beheren, kan hij zelfstandig wonen, kan hij verantwoordelijkheid nemen voor de opvoeding van kinderen…?
Bronnen