Wat is het?
Verslaving is niet hetzelfde als afhankelijkheid. Bij afhankelijkheid treden er ontwenningsverschijnselen op na stopzetting van medicatie die niet langer nodig is. Verslaving leidt meestal tot schadelijk gedrag, zoals het proberen te verkrijgen van voorschriften zonder rekening te houden met de gevolgen. Verslavende middelen bootsen de werking van bepaalde stoffen in onze hersenen na, maar dan in veel sterkere vorm. Ze zorgen ervoor dat we ons lekker voelen, ontspannen zijn, genot ervaren, ... Je kunt aan verschillende medicijnen verslaafd raken, vooral aan:
- pijnstillers zoals morfine, oxycodon, codeïne, tramadol;
- stimuleermiddelen die de aandacht verbeteren: centraal werkende eetlustremmers, ADHD-medicatie (methylfenidaat, dexamfetamine);
- kalmeermiddelen: hoestpreparaten die opioïden bevatten, slaapmiddelen (benzodiazepines) zoals alprazolam, lorazepam (merknaam Temesta);
- geneesmiddelen die een bedwelmend effect hebben in combinatie met alcohol.
De eerste lijn of eerstelijnsgezondheidszorg omvat alle rechtstreeks toegankelijke hulp en zorg waar je zonder verwijzing terecht kunt, zoals thuiszorg, huisarts of tandarts.
Hoe kan je het herkennen?
Een persoon die verslaafd is aan geneesmiddelen weet goed voor welke klachten de nodige medicijnen voorgeschreven worden en kan de klachten beschrijven zoals ze in medische boeken staan. Hij kan aangeven dat hij geneesmiddelen misbruikt en het gebruik wil stoppen, maar dat hij de geneesmiddelen tijdelijk nodig heeft om deze ergste periode door te komen. De verslaafde persoon zal proberen om sympathie te wekken met emotionele verhalen, geveinsde lichamelijke problemen zoals nekpijn, migraine of nierstenen, en bewijsstukken met betrekking tot zijn ziekte zoals medische rapporten. Een aantal personen hebben daadwerkelijk de ziekte die ze beweren te hebben.
Typische symptomen die optreden bij geneesmiddelenverslaafden zijn geheugenverlies bij gebruik van hoge dosissen en een zelfdestructief, eisend en dreigend gedrag.
Een persoon verslaafd aan geneesmiddelen raadpleegt zijn arts slechts zelden maar regelmatig, en kan bij verschillende artsen op consultatie gaan (‘dokter-shopping’). Hij kan de arts direct bedreigen met geweld of chanteren. Een verslaafde persoon kiest vaak jonge artsen uit; of artsen die bereid zijn om voorschriften te schrijven in ruil voor financieel gewin.
Wat kan de arts doen?
Als de arts een geneesmiddelenverslaving vermoedt, zal dit met de persoon in kwestie bespreken. Hij zal proberen de situatie te begrijpen en hulp aanbieden. De arts zal uitleggen dat hoewel ontwenningsverschijnselen lastig kunnen zijn, ze zelden levensbedreigend zijn. Bij hoge dosissen van slaapmiddelen (benzodiazepines) bestaat er wel een risico op een epileptische aanval. Bij oncontroleerbaar misbruik is er een hoog risico om te overlijden aan een overdosis.
Wanneer de persoon onder dreiging een voorschrift eist, zal de arts daar niet op ingaan. Hij kan onmiddellijk de politie oproepen en de chantage rapporteren aan de autoriteiten.
De arts zal de persoon zorgvuldig onderzoeken, eventueel een afspraak bij een ontwenningscentrum voorstellen en hem helpen tijdens zijn revalidatie. Hij kan eerstehulpmiddelen voorschrijven tegen de pijn of alternatieven bij slaapstoornissen.
Sommige personen die slaapmiddelen (benzodiazepines) gebruiken, hebben daadwerkelijk regelmatig het geneesmiddel nodig om chronische en ernstige angst te onderdrukken. De arts zal daarom regelmatig controleren of er potentiële tekenen van misbruik zijn en indien nodig onmiddellijk ingrijpen, terwijl hij de verslaafde ondersteuning biedt.
Bij een geneesmiddelenverslaafde die in een chaotische geestestoestand verkeert, kan behandeling in een ziekenhuis nodig zijn. In een ziekenhuis kan het onderzoek worden uitgevoerd met de toestemming van de persoon, ofwel kan hij gedwongen worden volgens de passende wetgeving, afhankelijk van zijn toestand.
De beoordeling van de behandeling gebeurt door de huisarts als de verslaafde persoon in staat en bereid is om volgende relevante vragen over zijn geneesmiddelenmisbruik te beantwoorden:
- Wanneer werden de geneesmiddelen voor het eerst voorgeschreven en waarvoor?
- Wanneer begon het uit de hand te lopen?
- Wanneer is het misbruik ontstaan?
- Welk deel van een dagelijkse dosis geneesmiddelen werd voorgeschreven door een arts?
- Welk deel werd illegaal gekocht?
Medicatie om ontwenning en de bijbehorende symptomen onder controle te houden, wordt ofwel onder toezicht afgeleverd in een ontwenningsinstelling, ofwel afgeleverd door apotheekmedewerkers in overleg met de arts. De arts zal de vorderingen van de verslaafde persoon voldoende controleren. Als de medicatie in een instelling wordt gegeven, moet de verslaafde persoon dagelijks overleggen met zijn toegewezen verpleegkundige. De behandelende arts zal 2 tot 3 keer per week toelichting geven over de vorderingen, op basis van een overleg tussen de arts en de verpleegkundige of een ontmoeting met de persoon. Wanneer de situatie onder controle is gebracht, is de tussenkomst van de arts slechts om de 1tot 4 weken nodig.
Het doel is om het geneesmiddelenmisbruik van de persoon te stabiliseren, om zo de vicieuze cirkel te doorbreken tussen de toenemende behoefte aan geneesmiddelen en de daaropvolgende overdoses, alsook om ontwenningsverschijnselen te voorkomen, zoals stuipen of acute verwarring (delirium).
De snelheid waarmee de geneesmiddelendosis verlaagd wordt, wordt individueel gepland. Als de persoon verslaafd is aan verschillende middelen, kan het succes van de afbouw belemmerd worden doordat de persoon hervalt in alcoholmisbruik. In zo’n geval moet de behandeling van alcoholverslaving bijvoorbeeld geïntensiveerd worden met medicatie (bijv. naltrexon) onder toezicht. Als deze maatregelen mislukken, moet de persoon worden opgenomen in een geschikt ontwenningscentrum.
De behandeling van verslaving aan opioïde pijnstillers (afgeleiden van morfine) volgt in principe dezelfde richtlijnen als de behandeling van slaapmiddelenverslaving, waarbij de dosis geleidelijk wordt verlaagd.
Als de ontwenningsverschijnselen te lastig worden, kunnen ze worden verlicht met clonidine. Als het verlangen naar de pijnstillers weer lijkt te versterken nadat de ontwenningsverschijnselen zijn onderdrukt, kan naltrexon gebruikt worden om herval te voorkomen.
Als stoppen met opioïde pijnstillers herhaaldelijk mislukt, kan de verslaving in sommige gevallen worden geïnterpreteerd als chronische opioïdenverslaving die een opioïde vervangingstherapie rechtvaardigt. Hierbij wordt methadon verstrekt onder medische begeleiding. Nationale wetgeving en andere lokale regelgeving geven hierover gedetailleerdere informatie.
Tijdens het stoppen met slaapmiddelen (benzodiazepines) en andere pijnmedicatie zal de arts regelmatig een urinetest uitvoeren in functie van het gebruik van geneesmiddelen of potentiële andere geneesmiddelen om de toestand te evalueren en, indien nodig, door te verwijzen naar een meer actieve behandeling door gespecialiseerde diensten of een instelling.
Meer weten?
- https://www.vad.be/themas/psychoactieve-medicatie
- https://www.druglijn.be
- https://www.drughulp.be/hulpverlening-drugproblemen
- https://www.geestelijkgezondvlaanderen.be/verslaving
- https://www.desleutel.be