Verschenen op 12/09/2017

Pijnlijke tepels bij borstvoeding zijn een veel voorkomende reden om borstvoeding te stoppen. Dat is jammer, gezien borstvoeding een aangename en heilzame ervaring kan zijn. Belangrijke organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) raden aan om baby’s gedurende de eerste zes maanden uitsluitend borstvoeding te geven.
Wanneer je last hebt van pijnlijke tepels, vraag je je wellicht af wat je best kan doen. Wanneer we keuzes maken over onze gezondheid, hebben we de neiging om het advies van anderen te vragen, te googelen (denk twee keer na) of producten te bekijken bij de apotheker. Wanneer je borstvoeding geeft en tepelpijn hebt, geef je dan best geld uit aan verbandjes met glycerinegel, een zalfje or eerder borstschildjes met lanoline (wolvet)? Hoe weet je of je de beweringen kunt vertrouwen?
Een literatuuroverzicht van Cochrane heeft het best beschikbare bewijs uit studies over behandelingen van pijnlijke tepels bij borstvoeding samengevat. Er werden 4 studies gevonden, waarin vrouwen werd aangeleerd wat de beste positie is om de baby aan te leggen. Daarnaast werden 5 interventies bekeken: glycerineverbandjes, lanolineborstschildjes, lanolinezalf, moedermelk en een tepelzalf voor alle gebruik.

Dit zijn de resultaten: 

  • Niets doen of moedermelk aanbrengen zou even goed of beter kunnen zijn dan het aanbrengen van een zalf, zoals lanoline, om zowel tepelpijn te verminderen als heling te bevorderen.
  • Ongeacht de behandeling verminderde de pijn bij de meeste vrouwen na 7 à 10 dagen tot milde pijn.

Hoe goed is het bewijs?

De studies waren goed ontworpen en uitgevoerd, maar klein, en ze vergeleken verschillende zaken. Daarom is het beschikbare bewijs niet goed genoeg om algemene conclusies te trekken over een bepaalde behandeling. Vrouwen kunnen wel getroost worden door de bevinding dat de pijn meestal verdwijnt binnen de 10 dagen.

Het vermijden van pijnlijke tepels

Slecht aanleggen en positioneren van de baby kan leiden tot beschadigde tepels, dus is het belangrijk dat nieuwe moeders van in het begin geholpen worden met borstvoeding. Eerdere literatuuroverzichten van Cochrane hebben aangetoond dat deze hulp kan komen van zorgverleners en/of ondersteuners. Face-to-face contact en geplande, eerder dan reactieve, bezoeken vergroten de kans op succesvolle borstvoeding.

Oud probleem, oude oplossingen?

Remedies tegen pijnlijke tepels lijken even oud als het probleem zelf. Tijd en moedermelk zijn waarschijnlijk de beste remedies. Hebben vrouwen dit altijd geweten? Onderzoek naar aspecten van vrouwelijke gezondheid in brieven, dagboeken en medische literatuur uit de 16e en 17e eeuw vertelt veel over de attitudes tegenover borstvoeding en een beetje over de praktische aanpak in die tijd. Mannelijke medici hielden toen heftige debatten over vragen zoals: moeten moeders hun eigen baby’s voeden, moeten ze hiervoor zoogsters inhuren, is de eerste melk wel geschikt als voeding en is het een goed idee dat vrouwen die de borst geven seks hebben? In tussentijd deelden de vrouwen waarschijnlijk in stilte hun kennis met elkaar, maar sommigen hielden hier ook geschreven bronnen over bij in geheime dagboeken.
Alice Thornton hield in haar dagboek bij welke problemen ze ervoer bij de borstvoeding en beschreef uiteindelijk, in 1660, haar vreugde wanneer ze “de gave van zowel de borst als de schoot” kreeg, toen ze haar zoon William succesvol de borst kon geven. Hij stierf jammer genoeg na twee weken, maar ze gaf haar volgende kind voor een ongewoon lange tijd borstvoeding. Een generatie voor Alice voelde Elizabeth, Gravin van Lincoln, zich zo schuldig over het inhuren van een zoogster (toen een courante praktijk bij de hogere klasse) dat ze een pamflet schreef om vrouwen aan te moedigen hun eigen kinderen de borst te geven. Ze weet haar eigen keuze aan slecht advies, een afkeer van borstvoeding, het niet erkennen van borstvoeding als haar taak en “overstemd worden door iemand anders’ autoriteit”, waarschijnlijk die van haar man.

Hoe probeerden ze toen succesvolle borstvoeding te bevorderen?

Standaardpraktijken bij borstverzorging waren het aanbrengen van warme doeken, om de pijn te verzachten, de koude buiten houden en vermijden dat de melk zou stremmen. Medicijnen en lokale behandelingen werden soms gebruikt om de melkproductie te stimuleren en de gebruikte producten werden vaak gekozen op basis van hun associatie met melk of melkproducerende dieren, zoals verpulverde koeienhoeven en –uiers, melkproducten en planten die een melkachtige substantie produceren. Men dacht dat wrijving de melkproductie stimuleerde, maar frequenter was het gebruik van zalven gemaakt van vette substanties, zoals boter, warm aangebracht op een stuk stof. Men gaf advies over hoe de baby aan te leggen, en pijn en ontsteking werden vaak beschreven. Ook tepelschilden werden gebruikt, en tepels werden beschilderd met allerlei substanties, van ossenmerg tot bladgoud. Herinneringen aan het belang van een goeie hygiëne werden dan weer tenietgedaan door aanbevelingen om mest, warme kinderuitwerpselen of bladeren doordrenkt in de urine van de man aan te brengen.
Of moedermelk zelf werd aangebracht om pijnlijke tepels te behandelen, werd niet beschreven in de onderzochte bronnen, maar deze simpele techniek zou kunnen uitgeprobeerd zijn door vrouwen wiens ervaringen verloren gegaan zijn. Misschien hadden zij ons ook kunnen vertellen dat tijd een goede heler is. Soms is het moeilijk om niets te doen, omdat ‘iets’ doen ons het gevoel geeft alles onder controle te hebben. Soms is niets doen echter toch het beste.

Referenties:

Dennis CL, Jackson K, Watson J. Interventions for treating painful nipples among breastfeeding women. Cochrane Database of Systematic Reviews 2014, Issue 12. Art. No.: CD007366. DOI: 10.1002/14651858.CD007366.pub2. 
Dyson L, McCormick FM, Renfrew MJ. Interventions for promoting the initiation of breastfeeding. Cochrane Database of Systematic Reviews 2005, Issue 2. Art. No.: CD001688. DOI: 10.1002/14651858.CD001688.pub2.
Renfrew MJ, McCormick FM, Wade A, Quinn B, Dowswell T. Support for healthy breastfeeding mothers with healthy term babies. Cochrane Database of Systematic Reviews 2012, Issue 5. Art. No.: CD001141. DOI: 10.1002/14651858.CD001141.pub4.


Oorspronkelijke tekst: Sarah Chapman, Cochrane UK
Deze blog verscheen oorspronkelijk op Evidently Cochrane op 19 februari 2015.

Vertaling: Bert Avau, Cochrane België


Nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief