Wat is echografie?
Echografie is een onderzoekstechniek die gebruikmaakt van niet hoorbare (ultrasone) geluidsgolven.
De arts brengt eerst een gel aan op je huid en gaat vervolgens met een apparaat (sonde) over het te onderzoeken lichaamsdeel. De sonde produceert geluidsgolven die op de overgang tussen harde en zachtere structuren worden weerkaatst. Op die manier kunnen de organen, spieren en andere weefsels op een scherm worden weergegeven.
Het grote voordeel van echografie is dat er geen straling aan te pas komt. Het kan dus altijd gebruikt worden, ook tijdens de zwangerschap.
Een nadeel is dat het beeld niet altijd even duidelijk is. Soms is het onderzoek ook wat gevoelig, wanneer de arts met de sonde over een pijnlijke plaats gaat.
Het onderzoek duurt gemiddeld 20 minuten.

Waarvoor wordt echografie gebruikt?
Echografie van de buik
Hiermee onderzoeken artsen de lever, galblaas, galwegen, alvleesklier, milt, nieren, aorta (de hoofdslagader van ons lichaam) en de ruimte achter het buikvlies. Zo kunnen ze onder meer vocht in de buikholte, infecties, bloedingen, cysten, gezwellen, uitzaaiingen, vergroting of verlittekening van de lever (cirrose), vergroting van de milt of steenvorming in gal, galwegen en nieren vaststellen.
Geeft de echografie onvoldoende duidelijkheid, dan zal de arts wellicht een CT- of MRI-scan aanvragen.
Voor een echografie van lever, galblaas, alvleesklier of milt moet je minstens 6 uur nuchter zijn en niet gerookt hebben.
Echografie van het bekken
Hiermee onderzoeken artsen (meestal gynaecologen of urologen) de blaas, prostaat, baarmoeder en eierstokken. Zo kunnen ze de evolutie van een zwangerschap goed opvolgen of stenen, gezwellen, cysten, ontstekingen en dergelijke opsporen.
Het onderzoek gebeurt best met een volle blaas.
Echografie van de bloedvaten
Met een echografie van de bloedvaten onderzoeken artsen de slagaders en de aders. Ze kunnen er een uitzetting (aneurysma) van de aorta mee vaststellen en de evolutie ervan opvolgen. Ook een bloedvatvernauwing of stenose (bijvoorbeeld van de halsslagaders), een bloedvatverstopping van de dieper gelegen aders (diepveneuze trombose) of een bloedvatontsteking van de oppervlakkig gelegen aders (flebitis) kan zo worden vastgesteld.
Echografie van de borstkas
Een echografie van de borstkas dient om het hart en de longvliezen
te onderzoeken. Het grote voordeel is dat de arts (meestal een cardioloog) het hart kan bekijken terwijl het klopt. De arts kan dus zowel de hartspier als de werking van de hartkleppen bekijken.
Echografie van de schildklier en bijschildklieren
Dit is altijd het eerste onderzoek als er een knobbel in de hals is vastgesteld.
Echografie van de weke delen en gewrichten
Deze echografie gebeurt om spier- of peesletsels, bloedingen, aanwezigheid van ontstekingsvocht in een gewricht of slijmbeurs of een cyste op te sporen.
Echografie van de sinussen
Met dit onderzoek kijkt een arts of er etter in de sinussen (sinusitis) zit.
Echografie van de teelbal, bijbal en zaadleider
Dit onderzoek gebeurt bij een gezwollen of pijnlijke balzak, bij een knobbeltje en als onderdeel van het onderzoek naar onvruchtbaarheid bij de man.
Echografie bij biopsieën en puncties
Bij een biopsie of punctie kunnen artsen een echografie gebruiken om zeker te zijn dat ze op de juiste plaats prikken. Zo kunnen ze gericht een cyste aanprikken of leegzuigen, of een stukje weefsel verzamelen van een verdachte tumor (biopsie).
Wie voert een echografie uit?
Het onderzoek gebeurt meestal door een radioloog, gynaecoloog of uroloog. Huisartsen kunnen een beperkt aantal echografische onderzoeken doen, als ze daarvoor een speciale opleiding hebben gevolgd.
Meer weten?
https://www.uzleuven.be/echografie