Wat is het?
Zoals overal in het lichaam kunnen ook in de uitwendige gehoorgang tumoren ontstaan.
De uitwendige gehoorgang bestaat uit de oorschelp en het gangetje binnenin tot aan het trommelvlies.
Maar ook gezwellen in het middenoor kunnen door het trommelvlies groeien en in de gehoorgang verschijnen.
Tumoren kunnen goedaardig of kwaadaardig zijn.
De meeste tumoren zijn goedaardig:
- een exostose is een aangroei van beenweefsel dichtbij het trommelvlies. Dit komt veel voor bij surfers, door de voortdurende prikkeling van het beenvlies door koud water. Exostosen zijn dan meestal veelvuldig in beide oren aanwezig.
- een osteoma komt veel minder vaak voor; het is een goedaardig gezwel van het bot dat lijkt op een kleine paddenstoel met een steeltje, doorgaans maar in 1 oor.
- een cholesteatoom of parelgezwel is zeldzaam en kan aangeboren of verworven zijn. Het ontstaat meestal na herhaalde middenoorontstekingen waarbij het trommelvlies almaar meer wordt ingetrokken. In de ruimte die daardoor ontstaat hopen afgeschilferde huidcellen zich op. Het kan ook ontstaan, maar minder vaak, na een trommelvliesperforatie (gaatje in het trommelvlies) of na plaatsing van trommelvliesbuisjes. Een cholesteatoom groeit meestal vanuit het middenoor door het trommelvlies naar buiten. Het kan de structuren in het middenoor aantasten.
Kwaadaardige tumoren zijn zeer zeldzaam. Doorgaans gaat het om gezwellen van de huid van de gehoorgang.
Hoe kan je ze herkennen?
Goedaardige tumoren veroorzaken zelden klachten.
Een exostose kun je soms voelen als een hard uitsteekseltje onder de gezonde huid. Wordt de gehoorgang door het gezwel (en oorsmeer of huidresten) afgesloten, dan hoor je minder goed of kun je zelfs aan één kant doof zijn. Door de druk kan het oor pijnlijk zijn.
Een cholesteatoom gaat soms gepaard met duizeligheid en een eenzijdige aangezichtsverlamming.
Kwaadaardige gezwellen kunnen oorpijn en ontsteking van het uitwendige oor veroorzaken. Het oor is mogelijk ook vatbaarder voor middenoorontstekingen, die vaak chronisch worden en aanleiding geven tot pijn en een lopend oor.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De arts stelt de diagnose meestal op basis van een eenvoudig ooronderzoek verricht met een otoscoop (toestelletje waarmee je in het oor kunt kijken). Bij herhaalde middenoorontstekingen met blijvend gehoorverlies zal de arts denken aan een cholesteatoom. Met een otoscoop herken je een cholesteatoom als een witte massa achter het (ingetrokken) trommelvlies.
Vooral bij kinderen is het vroegtijdig stellen van de diagnose belangrijk omdat de aandoening de spraak- en taalontwikkeling kan vertragen. Bij gehoordaling gebeurt een gehoortest. Vermoedt de arts een cholesteatoom of een kwaadaardige tumor dan kan hij een MRI of CT-scan aanvragen. Onderzoek van een stukje weefsel (biopsie) brengt meer duidelijkheid.
Wat kan je zelf doen?
Bij oorklachten ga je het best even bij de dokter langs.
Probeer niet zelf het oor met een wattenstaafje ‘open’ te maken. Hiermee duw je het oorsmeer dieper naar binnen. Spoel het oor ook niet met water. Het trommelvlies kan immers beschadigd zijn, en zo kan water in het middenoor terechtkomen.
Wat kan je arts doen?
Enkel wanneer ze klachten geven, worden een exostose en een osteoma behandeld. Ze worden weggenomen via een kleine ingreep.
In geval van een cholesteatoom wordt de gehoorgang grondig microscopisch gereinigd. Vaak is een operatie noodzakelijk.
Ook een kwaadaardig gezwel wordt operatief verwijderd. Is het trommelvlies aangetast, dan moet het operatief hersteld worden.