In het nieuws
Veganisten kunnen tegenwoordig steeds makkelijker terecht in de supermarkt voor smakelijke plantaardige alternatieven. Volgens wetenschappers van de Universiteit Antwerpen zouden die - vaak ultrabewerkte - alternatieven hogere concentraties van bepaalde schadelijke stoffen bevatten. Dat lezen we op 8 mei in Het Laatste Nieuws.
Conclusie
Uit de studie blijkt dat plantaardige vlees-, vis- en kaasvervangers sporen bevatten van schadelijke stoffen, zoals organofosfaatvlamvertragers en weekmakers. Die zijn vermoedelijk afkomstig van verpakkingen en productieapparatuur. Hoewel de stoffen in hogere concentraties werden aangetroffen dan in dierlijke producten, blijft de geschatte dagelijkse inname ruimschoots onder de internationale gezondheidsgrenzen, zelfs als je volledig veganistisch eet. Deze producten vormen dus geen gezondheidsrisico voor volwassenen. Het is wel belangrijk om de samenstelling én productie van ultrabewerkte producten kritisch te blijven opvolgen.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
Veganistische en vegetarische diëten winnen aan populariteit, mede dankzij een groeiend aanbod aan plantaardige vlees-, vis- en kaasvervangers. Volgens een recent onderzoek van de Universiteit Antwerpen zijn die zogenaamde ultrabewerkte novel plant-based foods (NPBF’s) niet zonder risico. Dat zegt doctoraatsonderzoekster Alicia Macan Schönleben in een artikel in Het Laatste Nieuws van 8 mei (1).
Vlamvertragers en weekmakers
NPBF’s ondergaan vaak complexe industriële processen en zouden daardoor organofosfaatvlamvertragers en weekmakers bevatten. Dat zijn stoffen die worden gebruikt in de productieapparatuur en in plastic verpakkingen. Hoewel de toxiciteit van die stoffen nog onduidelijk is, zouden sommige negatieve effecten hebben op de hersenen, schildklier en vruchtbaarheid en mogelijk zelfs kankerverwekkend zijn.
Schönleben is verbonden aan het Toxicologisch Centrum van UAntwerpen. Samen met haar collega’s onderzocht ze de aanwezigheid van schadelijke stoffen in 52 plantaardige producten uit België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (2). Het ging om plantaardige vervangers voor hamburgers, kaas, kip, vis, beleg enzovoort, die te koop zijn in supermarkten. Om de anonimiteit te verzekeren, werden merken en supermarkten gecodeerd. Via een ingewikkeld chemisch proces bepaalden de onderzoekers de concentratie van organofosfaatvlamvertragers en weekmakers.
In alle geanalyseerde vlees-, vis- en kaasvervangers doken beide stoffen op in hogere concentraties dan bij hun dierlijke tegenhangers gemeten werd in eerdere studies. De concentraties waren het hoogste in de plantaardige kaasvervangers (123 nanogram/gram voor organofosfaatvlamvertragers en 1155 nanogram/gram voor weekmakers).
Bron
(1) Bernaerts J. Onderzoek UAntwerpen toont aan: “Vlees- en kaasvervangers soms schadelijker dan dierlijke producten”. HLN.be. 8 mei 2025.
Hoe moet je dit nieuws interpreteren?
Veel mensen eten te weinig plantaardig en te veel vlees en nutteloze calorieën. Eén van de drie kernprincipes van de voedingsdriehoek van het Vlaams Instituut Gezond Leven is om de voorkeur te geven aan plantaardige voeding en om bewerkte voedingsmiddelen te mijden (3).
Maar wat dan met plantaardige vleesvervangers, die vaak ultrabewerkt zijn en schadelijke stoffen bevatten die mogelijk giftig zijn - zoals uit de Antwerpse studie blijkt?
Hoeveel van deze schadelijke stoffen krijgen we binnen?
De studie toonde inderdaad aan dat organofosfaatvlamvertragers en weekmakers aanwezig waren in alle geanalyseerde vlees-, vis- en kaasvervangers, met de hoogste concentratie in de kaasvervangers. In een tweede analyse berekenden de onderzoekers hoeveel van die chemische stoffen je dagelijks opneemt afhankelijk van je eetpatroon. Dat deden ze door de concentratie in de producten te combineren met hoeveel mensen gemiddeld eten.
Omdat er nog geen exacte cijfers zijn over het gebruik van plantaardige vlees- en zuivelvervangers, werden drie situaties vergeleken:
- flexitarisch: vlees wordt af en toe vervangen (ongeveer één keer per week);
- vegetarisch: de helft van het vlees wordt vervangen door plantaardige alternatieven;
- veganistisch: alle dierlijke producten worden vervangen door plantaardige alternatieven.
In het veganistische scenario (waarin de blootstelling het hoogst is) lag de dagelijks geschatte inname van organofosfaatvlamvertragers op 53 nanogram per kilogram lichaamsgewicht. Dat is 1000 keer lager dan de meest conservatieve gezondheidsrichtlijnen (4, 5).
Voor weekmakers lag de dagelijks geschatte inname op 1,571 nanogram per kilogram lichaamsgewicht, wat 100 keer lager is dan de gezondheidsrichtlijnen (4, 5).
Hoe komen deze stoffen in ons eten terecht?
Organofosfaatvlamvertragers worden gebruikt om productieapparatuur meer brandbestendig te maken. Door weekmakers worden verpakkingen dan weer flexibeler en elastischer.
De onderzoekers vermoeden dat de chemische stoffen in de plantaardige producten terechtkwamen via de plastic verpakkingen en de apparatuur die werd gebruikt tijdens het productieproces. Ze zouden er dus niet in terechtkomen tijdens de bereiding.
Conclusie
Uit de studie blijkt dat plantaardige vlees-, vis- en kaasvervangers sporen bevatten van schadelijke stoffen, zoals organofosfaatvlamvertragers en weekmakers. Die zijn vermoedelijk afkomstig van verpakkingen en productieapparatuur. Hoewel de stoffen in hogere concentraties werden aangetroffen dan in dierlijke producten, blijft de geschatte dagelijkse inname ruimschoots onder de internationale gezondheidsgrenzen, zelfs als je volledig veganistisch eet. Deze producten vormen dus geen gezondheidsrisico voor volwassenen. Het is wel belangrijk om de samenstelling én productie van ultrabewerkte producten kritisch te blijven opvolgen.
Referenties
- (2) Schönleben AM, den Ouden F, Yin S, et al. Organophosphorus Flame Retardant, Phthalate, and Alternative Plasticizer Contamination in Novel Plant-Based Food: A Food Safety Investigation. Environmental Science & Technology. 2025;59(18):9209-9220.
- (3) Vlaams Instituut Gezond Leven. Uitgangspunten voedingsdriehoek.
- (4) ECHA. Guidance on information requirements and chemical safety assessment: Part E: risk characterisation, Version 3.0. ECHA. 2016.
- (5) ECHA. ECHA chemicals database.