Wat is het?
Binnenin de handpalm zit een harde bandstructuur van bindweefsel, die aan de pols begint en in afzonderlijke stroken loopt tot aan de basis van de 5 vingers. Deze structuur noemt men de aponeurosis palmaris. Deze werkt als verlenging van de pees van een onderarmspier (de palmaris longus of lange palmspier) en als versteviging voor de huid van de handpalm.
Soms ontstaan op deze banden verdikkingen en littekenachtige knobbels, waardoor de aponeurosis palmaris samentrekt en dus korter wordt. We spreken dan van een contractuur van Dupuytren. Omdat de aandoening vroeger veel voorkwam bij koetsiers, is het ook wel bekend onder de naam 'koetsiershand'.
De oorzaak is niet bekend. Mogelijk spelen herhaalde kleine kwetsuren met overdreven littekenvorming een rol.
Bij wie komt het voor?
De afwijking komt het meest voor bij mannen van middelbare leeftijd, en doorgaans aan beide handen. Ze komt ook vaker voor in bepaalde families. Erfelijke factoren lijken dus een rol te spelen. Mensen met diabetes zijn vatbaarder om een contractuur van Dupuytren te krijgen. 3% van de personen met een contractuur van Dupuytren hebben ook de ziekte van Peyronie (scheefstand van de penis).
Hoe kun je het herkennen?
Je voelt en ziet knobbels en langere strengen aan de palmzijde van de hand, meestal in het verlengde van de vingers. De banden naar pink en ringvinger zijn het meeste aangetast. De middenvinger wordt minder en de wijsvinger zelden getroffen.
Wanneer de band bovendien korter wordt, dan komt de vinger vast te staan in een buigstand (flexiecontractuur). Je kunt die vinger(s) dan niet meer volledig strekken. In een zeer gevorderd stadium is de vinger zelfs zo ver geplooid dat hij de handpalm raakt.
Zo'n contractuur geeft geen pijnklachten. In sommige gevallen ontstaat gelijktijdig dezelfde soort afwijking aan de voetzool.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De diagnose is bijna steeds duidelijk op zicht. Er zijn dan ook geen bijkomende onderzoeken nodig.
Wat kun je zelf doen?
Bij beginnende contractuur kun je proberen de pezen en banden 'losser' te maken door rekoefeningen van de handpalmen. Dit gebeurt onder begeleiding van een kinesitherapeut. Je kunt deze oefeningen thuis verderzetten. Het is nochtans niet zeker of dit soort oefeningen echt helpen.
Wat kan je arts doen?
Meestal wordt er helemaal niets gedaan. Enkel wanneer de stand van de vingers je begint te hinderen in je dagelijkse activiteiten, zal de arts je verwijzen naar een orthopedist. Die zal een chirurgische correctie uitvoeren, waarbij de bandstructuur wordt weggesneden.