Wat is het?
Iemand is hersendood wanneer een gekende oorzaak onomkeerbare schade heeft veroorzaakt aan de hersenen, waardoor alle hersenfuncties, ook de hersenstam, definitief zijn uitgevallen, maar het hart wel nog klopt. Het vaststellen van hersendood gebeurt volgens strikte protocollen. Deze kunnen verschillen van land tot land.
Wat zijn de voorwaarden om hersendood verklaard te worden?
Een patiënt is hersendood als:
- drie artsen onafhankelijk van elkaar oordelen dat er sprake is van een onomkeerbaar coma waarvan de oorzaak gekend is (bv. een ernstige hersenbloeding);
- alle functies van de hersenstam, inclusief de reflexen, afwezig zijn;
- er geen reactie meer is van het ademhalingscentrum in de hersenen;
- de lichaamstemperatuur (gemeten via de aars) van een onderkoelde patiënt minstens 32°C bedraagt.
Het moment waarop de derde arts de hersendood vaststelt, is het tijdstip van overlijden.
De artsen moeten zeker zijn dat de hersenbeschadiging niet te wijten is aan een medicatieoverdosis of aan de aanwezigheid van toxische stoffen in het bloed of een afwijking in de bloedwaarden. Bij aandoeningen die de hersenfuncties tijdelijk kunnen verstoren (bv. onderkoeling, overdosering) of bij een kind jonger dan 1 jaar, is daarom een voldoende lange opvolgingsperiode nodig vooraleer bevestigingstests te kunnen uitvoeren.
Hoe wordt hersendood vastgesteld?
Bevestigingstests
Men controleert eerst of er reacties zijn op pijnprikkels. Dat kan bijvoorbeeld door druk uit te oefenen op het oog. Een hersendode patiënt reageert niet meer (geen motoriek, bloeddruk, pols). Er zijn wel reflexmatige reacties vanuit het ruggenmerg mogelijk, maar dat zijn geen reacties van de patiënt zelf.
Daarna gaat men na of er spierspanning is, en test men de hersenzenuwen. Bij een hersendode patiënt:
- zijn de pupillen gefixeerd en vertonen ze geen reactie op licht of andere prikkels;
- de ogen knipperen niet, en aanraken van het hoornvlies resulteert niet in de spontane sluiting van de ogen (corneareflex);
- bij snelle draaiing van het hoofd of de nek bewegen de ogen niet in tegengestelde richting;
- druk op de oogbol of in de hals lokt geen trage hartslag uit;
- er is geen reactie op stimulatie van de keel, luchtpijp of grote luchtwegen (bv. door verplaatsen van de beademingstube);
- de vestibulo-oculaire reflex is afwezig; dit betekent dat men geen oogbewegingen waarneemt na om de beurt 50 ml ijswater in elke gehoorgang in te brengen.
Ten slotte gebeurt de zogenaamde apneutest. Een persoon die hersendood is, is immers niet meer bij bewustzijn en ademt niet meer spontaan. Daarom gaat deze test na of er nog spontane ademhalingsactiviteit is.
Bijkomende technische onderzoeken
Wanneer minstens één arts oordeelt dat ten minste één onderdeel van het klinisch onderzoek niet betrouwbaar kan uitgevoerd of geëvalueerd worden of wanneer er geen eensgezindheid is onder de drie artsen, zijn bijkomende technische onderzoeken aangewezen. In sommige landen is beeldvorming (bv. CT- of MRI-scan) noodzakelijk om de diagnose van hersendood te mogen stellen. In België wordt dergelijke beeldvorming aangevraagd bij verhoogde druk in de hersenen (bv. door een ernstig hoofdletsel).