In het nieuws
Jongeren die vaker biovoeding eten, zouden meer gifstoffen in hun bloed en urine hebben. Die opmerkelijke vaststelling komt uit een nog te verschijnen studie van kankerexpert Nick Van Larebeke en kwam uitgebreid aan bod op de VRT. We kregen veel vragen van ongeruste burgers.
Factcheck
De studie die zou aantonen dat jongeren die bioproducten eten meer gifstoffen in het bloed en de urine hebben, heeft belangrijke tekortkomingen. Het onderscheid dat gemaakt werd tussen bio-eters en niet-bio-eters is enkel gebaseerd op respectievelijk meer of minder dan 8 producten met een biolabel per week eten. De omgeving waar de deelnemers woonden, in vervuild gebied of niet, werd niet in rekening gebracht. Je kan uit dit onderzoek niet besluiten dat meer bioproducten eten leidt tot meer gifstoffen in het lichaam. Omgekeerd bestaat er ook geen duidelijk bewijs dat je gezonder wordt van bioproducten dan van de overeenkomstige gangbare producten.
Lees verder »Waar komt dit nieuws vandaan?
Een niet-gepubliceerd onderzoek van een voormalig kankerexpert Nik van Larebeke over biologische voeding en jongeren werd uitgebreid toegelicht op diverse kanalen van de VRT (1). Uit de studie zou blijken dat jongeren die meer biovoeding eten, meer gifstoffen in het bloed hebben, tegen alle verwachtingen in. De reportage zorgde voor veel ongerustheid, en ook bij Gezondheid en Wetenschap kwamen verontruste vragen van burgers binnen.
De studie van Nik van Larebeke gaat over de opsporing van resten van pesticiden en andere gifstoffen (toxische metalen) in het bloed en de urine van 600 Vlaamse 14- en 15-jarigen.
- De jongeren vulden ook vragenlijsten in over hun eetgedrag en hoe vaak ze producten met een biolabel consumeerden.
- Soms werden meer gifstoffen gevonden bij jongeren die geregeld bioproducten aten, maar soms juist minder.
- Toch luidde de conclusie dat jongeren die meer producten met een biolabel consumeren, meer gifstoffen hebben in het bloed en de urine.
Enkele dagen later volgde een kritische analyse (2) in De Standaard en bracht dezelfde krant een opiniestuk van een groep wetenschappers die brandhout maakten van de studie (3).
Bron
Hoe moet je dit nieuws interpreteren?
In een reactie maken 5 wetenschappers brandhout van de studie van Van Larebeke (3). Ze halen de volgende argumenten aan:
- De studie is niet gepubliceerd en de methode niet grondig nagekeken door onafhankelijke wetenschappers (geen peerreview).
- Biologische versus niet-biologische eters
- De enquête stelde de volgende vraag: ‘hoeveel keer heb je in de voorbije week een product met biolabel geconsumeerd?’. De meesten antwoorden ‘nul keer’.
- Om een onderscheid te maken tussen jongeren die biologisch eten en niet, werd de grens getrokken op 7 producten met biolabel. Wie 7 bioproducten at, ging naar de groep niet-biologisch en vanaf 8 producten per week, behoorde je tot de groep biologische eters.
- Er werd niet gevraagd wat de jongeren daarnaast consumeerden. Stel dat iemand de hele week junkfood eet, maar ook 8 potjes yoghurt met een bio-label, dan behoorde die tot de groep ‘biologische eters’.
- Woonplaats
- Of je veel of weinig gifstoffen in je bloed en/of urine hebt, wordt sterk bepaald door je woonplaats: woon je in sterk vervuild gebied, naast een drukke verkeersas, op het platteland, in de stad … Dit werd niet bevraagd in deze studie.
Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) reageerde op het nieuws en stelt dat biovoeding op dezelfde manier gecontroleerd wordt als niet-biovoeding (4).
De voedingsdriehoek van het Vlaams Instituut Gezond Leven beveelt bioproducten niet meer aan dan gangbare producten, maar schrijft wel dat de biologische productie een positieve impact heeft op het milieu (5).
Het is heel moeilijk om te onderzoeken of bioproducten beter zijn voor de gezondheid, omdat consumenten die bioproducten eten, over het algemeen minder geraffineerde producten eten en meer bezig zijn met gezonde voeding. Dat toont een analyse van de boodschappenmand van mensen die biologische producten kopen (6).
Conclusie
De studie die zou aantonen dat jongeren die bioproducten eten meer gifstoffen in het bloed en de urine hebben, heeft belangrijke tekortkomingen. Het onderscheid dat gemaakt werd tussen bio-eters en niet-bio-eters is enkel gebaseerd op respectievelijk meer of minder dan 8 producten met een biolabel per week eten. De omgeving waar de deelnemers woonden, in vervuild gebied of niet, werd niet in rekening gebracht. Je kan uit dit onderzoek niet besluiten dat meer bioproducten eten leidt tot meer gifstoffen in het lichaam. Omgekeerd bestaat er ook geen duidelijk bewijs dat je gezonder wordt van bioproducten dan van de overeenkomstige gangbare producten.
Referenties
- (2) De Smet, D. Na onderzoek over gifstoffen in lichaam jongeren: is biovoeding echt ongezonder? De Standaard. 17 juli 2024.
- (3) Visser, M. (ULB), Bossuyt, F. (VUB), Dumortier, M., Martens, L. en De Neve, S. (UGent). Opinie Volksgezondheid. Terzake op VRT Canvas verkoopt klinkklare nonsens over biovoedsel. De Standaard. 17 juli 2024.
- (4) Landbouwleven. ‘Biovoeding wordt op zelfde manier gecontroleerd als niet-bio’, reageert FAVV op studie. 17 juli 2024.
- (5) Vlaams Instituut Gezond Leven. Waarom wordt biologische voeding niet meegenomen in de aanbevelingen bij de voedingsdriehoek?
- (6) Battjes-Fries, M., Van de Vijver, L., Jong, M., Koopmans, C. Impact biologische boodschappenmand. Louis Bolk instituut. 2017.