Wat is het?
Veel mensen lijden van jongs af aan een of andere vorm van allergie. De stoffen waaraan mensen allergisch zijn noemen we allergenen. Voorbeelden zijn graspollen, dierenhaar, huisstof, bepaalde voedingsstoffen, … Wanneer een allergisch persoon met zulke stoffen in contact komt, reageert het lichaam met de aanmaak van een abnormale hoeveelheid afweerstoffen. Soms verloopt dat vrij onschuldig, maar het kan ook uiteenlopende klachten veroorzaken: van niezen, neusloop en rode ogen, ontwikkeling van astmatische klachten, tot levensbedreigende shock bij bijv. allergie voor wespengif.
Een symptomatische behandeling op het moment van de klachten is niet altijd voldoende, omdat ze vaak te laat komt en de aandoening niet geneest. Daarom zijn er behandelingen ontwikkeld die een oplossing bieden op lange termijn. Een voorbeeld is immunotherapie, ook gekend als desensibilisatie- of hyposensibilisatiekuur, waarbij men het lichaam geleidelijk laat wennen aan een stijgende hoeveelheid van het allergeen (desensibilisatie), om de hevige reactie die bij allergie optreedt te verminderen.
Deze behandeling kan worden toegepast vanaf de leeftijd van 5 jaar. Omdat immunotherapie de oorzaak aanpakt, is het resultaat blijvend op lange termijn bij 80-90 % van de behandelde personen. Bij kinderen met graspollenallergie is een blijvend effect aangetoond gedurende 12 jaar. Bij allergie voor bijen- en wespengif wordt de levensbedreigende reactie onderdrukt door immunotherapie in 80% van de gevallen.
Voor wie is het?
Er zijn een aantal voorwaarden om met immunotherapie te kunnen starten:
- Er moet een bewezen allergie zijn, liefst voor een beperkt aantal allergenen. Het is niet mogelijk om een kuur voor pakweg 20 verschillende allergenen te ontwikkelen.
- Er mogen geen tegenaanwijzingen zijn voor de behandeling, zoals geneesmiddelen die de weerstand (immuniteit) onderdrukken, gebruikt door bijv. personen met hiv en kanker. Ook zwangerschap, borstvoeding en een leeftijd onder de 5 jaar zijn tegenaanwijzingen.
- De persoon moet bereid zijn de behandeling te volgen: ze duurt lang en is niet goedkoop. Gemiddeld moet de toediening 3 jaar worden volgehouden, in geval van een bijen- en wespenallergie zelfs tot 5 jaar.
- De behandeling moet gestart worden in een vroeg stadium van de allergie.
- De toediening moet gebeuren door goed opgeleide mensen, die het effect kunnen evalueren en correct reageren bij complicaties.
Hoe bepaalt je arts of deze behandeling goed voor je is?
De resultaten zijn voor sommige allergenen beter dan voor andere. Ook de aard van de symptomen speelt een rol: deze behandeling wordt enkel toegepast bij een verminderde levenskwaliteit door de allergische klachten. Immunotherapie volstaat meestal niet. Personen met bijv. astma hebben steeds nog medicatie nodig, zoals puffers.
Over het algemeen geeft immunotherapie een gunstig resultaat bij:
- allergie voor insectengif (wespen, bijen);
- niezen, neusloop en oogbindvliesontsteking door allergie voor pollen;
- allergie voor huisstofmijt en (huis)dieren;
- astma door allergie voor pollen, huisstofmijt en dieren;
- allergie voor schimmels;
- beroepsgerelateerde allergieën.
Wat kan je arts doen?
Aan de hand van een bloedonderzoek en huidtesten wordt de juiste diagnose gesteld. Indien mogelijk wordt op basis van de uitslagen een oplossing gemaakt van het allergeen of een mengsel van een paar allergenen. Deze wordt vervolgens onderhuids ingespoten, in stijgende concentratie.
Men begint dus steeds met een sterk verdunde oplossing, om geen zware reacties uit te lokken. De inspuitingen worden 2x per week toegediend. Om de 2 weken wordt de concentratie verhoogd, tot de maximale getolereerde dosis. Dan wordt de tijd tussen 2 injecties geleidelijk verlengd tot 1 injectie om de 4 à 6 weken. De dosis wordt weer één stap verlaagd als er een ernstige reactie optreedt, zoals een rode vlek op de plaats van de inspuiting die groter is dan een handpalm, veralgemeende huiduitslag of een astma-aanval. Tijdens het pollenseizoen kan de dosis ook afhankelijk zijn van de klachten.
Bij graspollen- of berkenallergie kan immunotherapie ook onder de tong worden toegediend. De eerste toediening moet bij de arts gebeuren. Bijna iedereen krijgt hierdoor een voorbijgaand tintelend gevoel in de mond. Na een week mag je de behandeling thuis verderzetten.
Wat kan je zelf doen?
Wacht meteen na de behandeling een halfuur om na te gaan of er geen ongewenste reactie optreedt. Lever geen zware inspanningen en drink geen alcohol. Voor reacties die thuis kunnen optreden krijg je medicatie mee naar huis. Noteer eventuele reacties in een dagboek.
Samen met je arts zal je het effect van de behandeling op de symptomen moeten inschatten. De behandeling zal minstens jaarlijks geëvalueerd worden.