Wat is het?
Onder doping verstaan we verboden stoffen of methoden om de sportprestaties te verbeteren.
Je hoeft geen verboden stoffen te gebruiken om een inbreuk op de antidopingregels te plegen. Ook als je geen doping gebruikt of zelf geen sporter bent, kan je gestraft worden.
Dopingpraktijken
Enkele voorbeelden van dopingpraktijken zijn:
- weigeren om een dopingcontrole te ondergaan;
- niet komen opdagen zonder geldige reden;
- een dopingcontrole ontwijken;
- een verboden stof of methode bezitten, zelfs als je niet van plan bent die ooit te gebruiken;
- samenwerken met personen die zijn veroordeeld voor dopingpraktijken;
- niet nauwkeurig en tijdig je verblijfsgegevens doorgeven.
Als je doping gebruikt, omzeil je het recht op een eerlijke en pure sport, en negeer je de ethische principes van de sport en de geneeskunde.
Wereldantidopingagentschap (WADA)
Het Wereldantidopingagentschap (WADA) bepaalt welke producten of methoden onder het dopingreglement vallen. WADA publiceert een lijst van dopingproducten, die het continu actualiseert.
Sommige geneesmiddelen zijn alleen verboden in bepaalde sporten (bijv. schietsport) en toedieningswijzen.
Verboden stoffen
Voorbeelden van verboden stoffen zijn:
- geneesmiddelen, zoals amfetamines;
- hormonen, zoals anabole steroïden;
- producten die verboden middelen kunnen maskeren, zoals vochtafdrijvende medicatie.
Je vindt de volledige lijst van verboden producten op de website van de dopinglijn of het WADA.
Sommige producten zijn wettelijk verkrijgbaar in de apotheek om bepaalde aandoeningen te behandelen. Van zodra je ze, bewust of onbewust, gebruikt om een sportprestatie te verbeteren, worden ze echter beschouwd als doping.
Verboden methoden
Onder verboden methoden vallen onder andere:
- bloedtransfusies;
- ozontherapie;
- genetische manipulatie die je spiervolume kan doen toenemen of je uithouding kan verbeteren.
Hyperbare zuurstoftherapie of hoogtetraining is wel toegestaan.
Hoe vaak komt het voor?
In 2019 werd 1,8% van de gecontroleerde atleten in het Vlaamse Gewest betrapt op doping ('positieve dopingcontrole'). Het aantal atleten met een positieve dopingcontrole schommelt van jaar tot jaar. De algemene trend is wel een duidelijke daling van het aandeel overtreders sinds 20141.
In 2019 vonden er in totaal 1.893 controles plaats.
- Binnen wedstrijdverband gebeurden er 1.103 controles en waren er 12 dopinggevallen.
- Het percentage overtredingen binnen wedstrijdverband lag daarmee op 1,1%.
- Buiten wedstrijdverband gebeurden er 790 controles en waren er 23 dopinggevallen.
- Dat komt overeen met 2,9% overtredingen.
- 22 van deze 23 overtredingen werden vastgesteld bij controles tijdens fitnesstraining1.
Wat houdt dopingcontrole in?
De controle op dopinggebruik valt onder de verantwoordelijkheid van de nationale antidopingcommissies. Die kunnen op elk georganiseerd sportevenement (binnen wedstrijdverband) dopingcontroles uitvoeren.
Ook willekeurige tests tijdens het trainingsseizoen (buiten wedstrijdverband) zijn mogelijk. Deze dienen om het gebruik van spierversterkende hormonen (anabolica), groeihormoon en EPO op te sporen.
Doping vaststellen
Een urine- of bloedmonster of een afwijkend biologisch paspoort kan de aanwezigheid van een verboden stof of methode aantonen. Zo’n vaststelling noemen we een positieve dopingcontrole.
Fraude
Een verboden mechanisch middel, zoals een extra motor in een fiets, is geen doping maar fraude. De controle van het materiaal van sporters gebeurt door een andere instantie.
Welke geneesmiddelen kan een atleet gebruiken?
Een sporter die plots ernstig ziek wordt, moet uiteraard de juiste medicijnen kunnen gebruiken, ongeacht de dopingregelgeving. Soms is de behandelende arts genoodzaakt om een geneesmiddel voor te schrijven dat op de lijst voorkomt. Hij moet de sporter dan verbieden aan wedstrijden deel te nemen tot het geneesmiddel volledig uit zijn lichaam en urine is verdwenen.
Geneesmiddelengebruik rapporteren
Zelfs een gezonde sporter moet, wanneer hij deelneemt aan een wedstrijd, verplicht aangeven welke geneesmiddelen hij de laatste maand heeft ingenomen. Ook als ze niet op de dopinglijst staan, moet hij ze rapporteren. Het kan gaan om:
- pijnstillers;
- anti-allergische middelen;
- anticonceptiepillen;
- producten tegen verkoudheid;
- …
Sporters worden aangeraden om geen voedingssupplementen en homeopathische bereidingen te gebruiken. Hun samenstelling kan variëren en ze kunnen verboden stoffen bevatten.
Toestemming wegens therapeutische noodzaak
Een atleet met een chronische aandoening kan toestemming krijgen om een verboden product te gebruiken om medische redenen.
Voorbeelden zijn:
- insuline om diabetes te behandelen;
- sommige puffers om astma en inspanningsastma te behandelen.
De atleet ontvangt hiervoor een vergunning van de nationale antidopingorganisaties voor evenementen van nationaal niveau en de internationale sportfederaties voor internationale evenementen. Het verbod voor dat bepaald product wordt dan opgeheven. Dat heet TTN en staat voor ‘toestemming wegens therapeutische noodzaak’. Een doktersvoorschrift alleen is dus niet voldoende.
Straffen op dopinggebruik
Wie kan er gestraft worden?
- Wie op dopingpraktijken betrapt wordt, krijgt een straf volgens de regels van de internationale sportfederaties.
- Ook artsen, trainers en personeelsleden die hun medewerking hebben verleend aan doping, kunnen gestraft worden.
- Dit geldt ook voor personen die betrokken zijn bij smokkel, handel met voorkennis en verdeling van dopingproducten.
Welke straffen zijn mogelijk?
- een verbod om gedurende een bepaalde periode aan sportactiviteiten deel te nemen;
- een geldboete;
- betaling van de procedurekosten.
Welke factoren bepalen de straf?
- het soort overtreding;
- de mate waarin de sporter er zelf schuld aan heeft;
- of het gaat om een eerste overtreding of een herval.