Wat is verstopping bij kinderen?
Hoeveel en hoe vaak een kind stoelgang maakt, hangt af van de leeftijd. Het kan ook erg verschillen van kind tot kind. Als je kind moeilijk of geen stoelgang meer maakt, is er sprake van verstopping, constipatie of obstipatie. Je kind krijgt in dat geval vaak klachten, die erg kunnen wisselen.
Verstopping komt bij kinderen vaak voor. Meestal is er niets ernstigs aan de hand.
Lees verder onder de afbeelding

Bij verstopping gebeurt het volgende:
- Omdat de stoelgang te lang in de dikke darm blijft zitten, wordt hij harder en droger.
- Naar het toilet gaan kan pijn doen.
- Daardoor kan je kind schrik krijgen om naar het toilet te gaan en de stoelgang nog meer ophouden.
- Ook buikkrampen en een opgezette buik komen vaak voor.
| Meestal gaat de verstopping na een paar dagen vanzelf over. Blijft het duren? Ga dan naar je huisarts. Wachten kan het erger maken. Vraag altijd eerst raad aan je arts of apotheker voor je je kind laxeermiddelen geeft. |
Wat is de oorzaak van verstopping bij kinderen?
- Kinderen kunnen hun stoelgang gaan ophouden na een pijnlijk toiletbezoek, bijvoorbeeld door harde ontlasting of een kloofje. Daardoor wordt de stoelgang nog harder, wat opnieuw pijn veroorzaakt. Zo ontstaat een vicieuze cirkel.
- Soms stellen kinderen het toiletbezoek uit omdat ze geen aangename plek vinden om naar het toilet te gaan (bijvoorbeeld op school).
- In periodes van verandering of stress, zoals bij het zindelijk worden of de start van een nieuw schooljaar, komt het vaker voor dat kinderen hun stoelgang ophouden.
- Bij sommige kinderen spannen de spieren rond de anus onbewust aan terwijl ze persen. De stoelgang raakt dan moeilijk naar buiten. Dat noemen we een coördinatieprobleem.
- Bij baby’s komt verstopping vaak voor bij de verandering van voeding.
- Op latere leeftijd spelen vooral vezelarme voeding, te weinig water drinken en foute toiletgewoontes een rol.
Onderliggende aandoening
Heel af en toe wordt verstopping veroorzaakt door een onderliggende aandoening, zoals een ontsteking ter hoogte van de aars of een aangeboren afwijking van de darmen. Daar gaan we op deze pagina niet op in.
Hoe kan je verstopping bij kinderen herkennen?
Je kind heeft mogelijk last van verstopping wanneer het:
- niet vaak stoelgang maakt;
- harde stoelgang heeft of heel hard moet persen;
- buikpijn heeft;
- moeite heeft om de plas of stoelgang op te houden (als je kind al zindelijk is);
- plots losse stoelgang heeft;
- pijn heeft bij het stoelgang maken;
- soms het toiletbezoek uitstelt.
Hoe stelt je arts verstopping bij je kind vast?
Je arts vraagt naar het stoelgangpatroon van je kind en welke klachten je kind heeft.
Je arts gaat na of de verstopping het gevolg is van een onderliggende aandoening. In dat geval moeten er specifieke onderzoeken gebeuren en is een specifieke behandeling nodig.
Tijdens het lichamelijk onderzoek:
- bevoelt en beluistert je arts de buik van je kind;
- kijkt en voelt je arts soms of er bij de anus harde stoelgang zit.
Wat kan je zelf doen?
Wanneer naar de dokter?
Meestal gaat de verstopping na een paar dagen vanzelf over. Blijft het duren? Ga dan naar je huisarts.
Wat helpt tegen verstopping?
Verstopping is meestal geen teken van een onderliggende aandoening. Daarom zullen veranderingen in levensstijl in de meeste gevallen al veel helpen. Hieronder staat advies voor baby’s en advies voor oudere kinderen.
Baby’s tot 1 jaar
Verstopping bij baby’s komt vaak voor wanneer ze van voeding veranderen, bijvoorbeeld van borstvoeding naar flessenvoeding of bij de introductie van vaste voeding.
Als je baby borstvoeding krijgt, is de stoelgang meestal zacht. Hoe vaak je baby stoelgang maakt, kan sterk verschillen. Zelfs enkele dagen zonder stoelgang hoeft geen probleem te zijn, zolang je baby zich goed voelt en de ontlasting zacht blijft.
Heeft je baby last van verstopping zonder duidelijke oorzaak? Dan kan je eenvoudige aanpassingen aan de voeding proberen. Bijvoorbeeld:
- Geef voldoende melk, via borst- of flesvoeding.
- Als je baby al vaste voeding krijgt (vanaf ongeveer 6 maanden), kan je je baby stap voor stap laten kennismaken met vezelrijke groente- of fruitpuree.
In sommige gevallen kan je arts voorstellen om een kleine hoeveelheid verdund vruchtensap te geven, zoals perensap of pruimensap, om de stoelgang zachter te maken.
| Let op: Gebruik geen laxeermiddelen of zetpillen zonder advies van je arts. |
Baby’s vanaf 1 jaar, kinderen en jongeren
Gezond, vezelrijk eten
Geef je kind dagelijks voldoende vezels. Vezels zorgen ervoor dat je ontlasting meer volume heeft en zachter is. Zo helpen ze om makkelijker naar het toilet te gaan. Combineer en wissel voldoende soorten vezels af voor het beste resultaat.
Vezels vind je vooral in:
- volkoren granen, zoals volkoren brood, bruine rijst, volkoren pasta en havermout;
- groenten en fruit;
- peulvruchten, zoals linzen, kikkererwten en witte bonen;
- noten en zaden.
Bouw vezels langzaam op, zeker als je kind het niet gewend is. Te snel verhogen kan buikklachten geven.
Voedingsgewoontes aanpassen is niet altijd gemakkelijk en moet stap voor stap gebeuren. Een diëtist kan je kind daarbij helpen.
Genoeg drinken
Vezels werken het best als je ook genoeg drinkt. Geef je kind dus voldoende water, verspreid over de dag.
Per dag heeft een kind van lagereschoolleeftijd ongeveer 1 tot 1,5 liter water nodig.
- De hoeveelheid water die een kind nodig heeft, kan wel sterk wisselen van kind tot kind. Je kind drinkt meestal vanzelf als het dorst heeft, maar de kleur van de urine kan een idee geven of je kind voldoende vocht inneemt:
- Is de urine kleurloos tot lichtgeel? Dan drinkt je kind genoeg.
- Is de urine donkergeel? Dan mag je kind meer water drinken.
- Water is de beste keuze. Wissel eventueel af met melk, soep of ongezoete dranken.
Genoeg bewegen
Beweging stimuleert de darmen. Laat je kind dus elke dag voldoende bewegen.
Buiten spelen, wandelen, fietsen of springen op de trampoline zijn goede manieren om in beweging te blijven. De bewegingsdriehoek toont hoe vaak een kind best beweegt.
Goede toiletgewoontes
- Laat je kind naar het toilet gaan zodra het aandrang voelt. Als je kind die aandrang negeert, kan dat ervoor zorgen dat het de stoelgang ophoudt, waardoor die harder en droger wordt.
- Het kan helpen om een vast toiletmoment in te bouwen waarop je kind rustig naar het toilet kan gaan, bijvoorbeeld één of twee keer per dag. Dwing niets af, maar geef wel structuur en tijd. Zo maak je van het toiletbezoek een gewoonte.
- Zorg dat je kind goed en ontspannen zit:
- Bij kleinere kinderen kan je eventueel gebruikmaken van:
- een voetbankje: zodat de knieën hoger komen dan de heupen;
- een verkleinbril: om niet in de toiletpot te hangen.
- Grotere kinderen zitten best met beide voeten stevig op de grond.
- Bij kleinere kinderen kan je eventueel gebruikmaken van:
- Gebruik bijvoorbeeld een positief beloningssysteem, met stickers of complimenten. Beloon je kind omdat het naar het toilet gaat, niet voor een propere onderbroek.
- Vermijd druk of straf. Dat werkt averechts en kan angst versterken.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Als eerste stap zal je zorgverlener:
- uitleg geven over de mogelijke oorzaken;
- nagaan of je kind bijvoorbeeld bang is om naar het toilet te gaan;
- bekijken of veranderingen zoals extra vezels eten het probleem oplossen.
Lukt het daarmee niet om de verstopping te verhelpen? Dan zal je arts samen met jou en je kind bekijken welke behandeling het best is. Vaak is dat een laxeermiddel.
De keuze is afhankelijk van:
- de leeftijd van je kind;
- of er zich in de darm veel stoelgang heeft opgehoopt die er eerst uit moet.
Laxeermiddelen
Een laxeermiddel kan helpen om de stoelgang losser te maken en zo de ontlasting vlotter te laten verlopen. Dat zorgt ervoor dat je kind niet langer bang hoeft te zijn om stoelgang te maken. Het doorbreekt de vicieuze cirkel.
Er bestaan verschillende soorten laxeermiddelen, zoals lactulose en macrogol.
| Let op: Gebruik laxeermiddelen niet zonder advies van je arts, ook al zijn ze vrij verkrijgbaar. Dat geldt ook voor supplementen en laxerende thee op basis van senna. |
Diëtist
Om te voorkomen dat je kind opnieuw last krijgt van verstopping, blijft het belangrijk dat hij of zij:
- genoeg vezels eet;
- genoeg drinkt en beweegt;
- tijd maakt om naar het toilet te gaan.
Een diëtist kan je helpen dat in de praktijk te brengen.
Specialist
Is er geen beterschap of keert de verstopping snel terug? Dan kan je arts je kind doorverwijzen naar een specialist, zoals een kinderarts of kinesist.
Zo kan een kinesist je kind helpen om de juiste manier van persen te leren en de bekkenbodemspieren of de spieren rond de anus beter te gebruiken tijdens het toiletbezoek.
Meer weten?
- Thuisarts.nl: Mijn kind kan moeilijk poepen
- Kind en Gezin: info over verstopping bij kinderen
- Vlaams Instituut Gezond leven:
- Adviseert je arts of apotheker een laxeermiddel? Op FarmaInfo.be kan je meer informatie opzoeken over geneesmiddelen.