Wat is het?
Een aarskloof of anale fissuur is een klein scheurtje in de huid rond de aars dat slecht geneest. De oorzaak is meestal mechanisch. Zo kan men in geval van obstipatie en harde stoelgang tijdens de ontlasting te veel kracht zetten waardoor de huid rond de aars scheurt. Een aarskloof kan ook ontstaan bij diarree, omdat je de aars te vaak moet schoonvegen, waardoor een huidwondje ontstaat. Ook anale seks kan de oorzaak zijn. In zeldzame gevallen ligt een ziekte aan de oorsprong, zoals de ziekte van Crohn of een gezwel.
Hoe kun je het herkennen?
De voornaamste symptomen zijn pijn en bloedverlies. De pijn treedt op tijdens de ontlasting en kan vrij scherp zijn. Het bloedverlies komt uit het wondje zelf, en is te zien op het toiletpapier na het schoonvegen. Het wondje zit meestal op de middellijn aan de rugzijde van de aars (80% van de gevallen) of aan de buikzijde (10% van de gevallen). Zit het kloofje op een andere plaats, dan is de kans groter dat er een onderliggende oorzaak is (zoals de ziekte van Crohn of een gezwel)
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Je arts zal je vragen hoe je stoelgang is: hoe vaak? hard of zacht? met of zonder pijn? is er bloed bij of niet? Het anale kloofje is meestal eenvoudig zichtbaar, maar vaak wordt een anaal onderzoek gedaan om een idee te hebben over de spanning op de sluitspieren en om een eventuele tumor op te sporen. Door het kloofje kan dit onderzoek ietwat pijnlijk zijn.
Wat kun je zelf doen?
Aangezien de meeste kloofjes veroorzaakt worden door obstipatie, is de eerste maatregel ervoor te zorgen dat je een malse stoelgang krijgt. Dit kun je al bereiken door je voeding wat aan te passen (zie richtlijn Obstipatie of verstopping bij volwassenen) of een zacht laxeermiddel in te nemen. Warme zitbadjes, tweemaal per dag gedurende een kwartier, kunnen helpen om de sluitspier te ontspannen en zo de pijn te verzachten.
Wat kan je arts doen?
Heb je minder dan een maand last van een kloofje, dan zal je arts spontaan herstel afwachten. In 60 tot 80% van de gevallen geneest het vanzelf. Naast de maatregelen om de stoelgang zachter te maken en warme zitbaden, kan een plaatselijke zalf voor en na de stoelgang de pijn verlichten.
Bij aarskloven die niet lijken te genezen kan je arts isosorbidedinitraatzalf voorschrijven. Dat verzacht de pijn en bevordert de genezing van de kloof. De apotheker zal deze zalf op voorschrift van de arts zelf bereiden. Ze wordt best driemaal per dag aangebracht, gedurende een achttal weken.
Is de fissuur na 2 maanden nog steeds niet genezen of komt ze steeds terug, dan spreken we van een chronische fissuur. De behandeling daarvan is chirurgisch. Hiervoor word je verwezen naar de specialist. Tijdens de ingreep wordt in de buitenste sluitspier een sneetje gemaakt zodat de spanning in de spier vermindert. De kloof zelf wordt niet behandeld. Bij chronische kloven kunnen injecties met botox succesvol zijn. Bij grotere wonden die niet genezen, kan in uitzonderlijke gevallen een huidtransplantatie nodig zijn.
Bronnen
www.ebpnet.be
www.huidziekten.nl/folders/nederlands/fissuraani.htm