Waarover gaat het?
Bacteriën
Bacteriën zijn zeer kleine eencellige organismen. Ze kunnen overleven in een omgeving met wisselende factoren, zoals een veranderende temperatuur of vochtigheidsgraad. Bacteriën komen overal in de omgeving voor, maar sommige soorten leven ook op levende wezens zoals de mens.
Voordelige bacteriën
Bacteriën leven op je huid en op de slijmvliezen van je mond, neus-keelholte, darm en de vagina. Ze zijn meestal niet nadelig. Je haalt er zelfs enig voordeel uit: ze remmen de groei van ziekmakende bacteriën af. Zo zorgen darmbacteriën ervoor dat vreemde, schadelijke bacteriën zich niet kunnen vestigen in je darm. Je huid en de vagina worden op een gelijkaardige manier beschermd.
Ziekmakende bacteriën
Naast goede zijn er ook ziekmakende bacteriën aanwezig in je lichaam, maar je immuunsysteem houdt die in bedwang. Wanneer je besmet raakt met een ziekmakende bacterie en die de overhand krijgt, heb je een infectie. Meestal kan je eigen afweersysteem die infectie overwinnen, maar soms schiet het tekort. Dan neem je geneesmiddelen in die de bacteriën kunnen uitschakelen.
Antibiotica
Antibiotica zijn geneesmiddelen die bacteriële infecties kunnen behandelen of voorkomen. Ze kunnen ofwel de bacterie doden, ofwel de groei ervan remmen.
Antibiotica hebben geen nut bij infecties veroorzaakt door virussen, zoals een verkoudheid, buikgriep of griep. Ze werken enkel bij infecties veroorzaakt door bacteriën, zoals een blaasontsteking of een longontsteking (pneumonie).
Bijwerkingen
- Antibiotica werken ook tegen de bacteriën die je juist nodig hebt, zoals je darmbacteriën. Daardoor kan je last krijgen van krampen, misselijkheid of diarree (zie verder).
- Je kan allergische reacties krijgen: van jeukende rode vlekken op je huid tot meer ernstige bijwerkingen, zoals ademhalingsproblemen.
- Je kan een andere (schimmel)infectie ontwikkelen, zoals een vaginale schimmelinfectie.
- Antibiotica kunnen resistentie in de hand werken (zie verder).
Keuze van het antibioticum
Volgende zaken bepalen welk antibioticum je moet innemen:
- de aard van de infectie;
- Bacteriën kunnen gevoelig zijn voor een bepaalde soort antibiotica en niet aan een andere.
- Die gevoeligheid kan getest worden in het labo.
- de plaats van de infectie;
- Voor een longontsteking is een ander antibioticum nodig dan voor een blaasontsteking.
- bekende allergische reacties;
- Als je allergisch bent aan een bepaald soort antibioticum, dan kan je dat uiteraard niet gebruiken.
- andere medicatie;
- Gelijktijdig meerdere medicamenten innemen kan de werking van antibiotica beïnvloeden.
- de keuze tussen een of meerdere antibiotica;
- Sommige bacteriën kan één enkel antibioticum niet uitroeien, maar wel een combinatie van verschillende soorten antibiotica.
- je eigen weerbaarheid tegen infecties.
Hoe ontstaat resistentie?
De introductie van penicilline rond 1940 betekende een grote ommekeer in de geneeskunde. Het antibioticum kon veel infecties overwinnen, en er werd gedacht dat het die infectieziekten ook kon uitroeien. Antibiotica werden beschouwd als wondermiddelen. Daardoor werden ze snel, te veel en vaak onnodig gebruikt. Veel bacteriën ontwikkelden weerstand tegen de gebruikte antibiotica. Ze werden geleidelijk aan bestand tegen de werking ervan.
Ongeveer 50 jaar na de introductie van antibiotica werd resistentie een groot probleem. Antibiotica begonnen hun effect te verliezen. Ook vandaag duiken in ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen antibioticaresistente infecties op. Die vormen een ernstige bedreiging voor mensen met een zwakke gezondheid.
We spreken van resistentie als het antibioticum, in een normale dosis, niet meer in staat is om bacteriën te doden of de groei ervan af te remmen. De bacteriën zijn dan ongevoelig voor het antibioticum. Daardoor kan je ernstig ziek worden.
Waarom is resistentie een probleem?
Iedereen kan een drager zijn van resistente bacteriën, maar de meeste mensen worden er niet ziek van. Je kan die bacteriën wel doorgeven aan anderen die er wel gevoelig voor zijn. Voor mensen met een verminderde weerstand vormt antibioticaresistentie een groot risico. Het kan gaan om bijvoorbeeld personen met hiv, na een orgaantransplantatie, oudere personen of mensen opgenomen in het ziekenhuis.
Als je antibiotica te vaak gebruikt en onzorgvuldig inneemt, kunnen steeds meer bacteriën ongevoelig worden. Dat geldt zowel voor mensen als dieren. Het wordt dan in de toekomst steeds moeilijker en duurder om bacteriële infecties te bestrijden. Een infectie die nu makkelijk te bestrijden is, kan iemand dan ernstig ziek maken. Meer ziekenhuisopnames en een langere ziekteduur zijn dan het gevolg. In het ergste geval zijn bacteriële infecties in de toekomst niet meer te behandelen en leidt dat tot meer overlijdens.
Er bestaan al bacteriën die bijna niet meer te behandelen zijn met antibiotica, zoals de ziekenhuisbacterie MRSA (Meticilline-resistente Staphylococcus aureus).
Verantwoord antibiotica gebruiken
Artsen moeten antibiotica met voorzichtigheid voorschrijven. Vaak kan je lichaam op eigen kracht genezen van een bacteriële infectie. Antibiotica hebben dan weinig tot geen effect op het ziekteverloop.
Antibiotica hebben geen nut bij virale infecties, zoals:
- een verkoudheid;
- veel andere infecties van de bovenste luchtwegen (bijv. sinusitis);
- acute bronchitis;
- buikgriep;
- griep.
Ze werken enkel bij bacteriële infecties, zoals:
- een blaasontsteking;
- een longontsteking (pneumonie);
- sommige seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s), zoals gonorroe en chlamydia.
Om ervoor te zorgen dat antibiotica werkzaam blijven, moet je ze correct gebruiken en enkel wanneer nodig. Preventief antibiotica innemen helpt niet. Kinderen hebben ook niet vaker antibiotica nodig.
Wat kan je zelf doen?
Gebruik antibiotica op de juiste manier en volg het advies van je arts op.
- Neem enkel antibiotica op voorschrift.
- Neem de antibiotica op het voorgeschreven tijdstip in aan de voorgeschreven dosis.
- Respecteer de duur van de kuur.
- Stop de kuur enkel in overleg met je arts. Stop niet op eigen houtje als je je na enkele dagen al beter voelt.
- Neem geen restjes antibiotica in. Breng die naar je apotheker.
Zorg voor een goede handhygiëne om te voorkomen dat je bacteriën doorgeeft aan anderen. Was regelmatig je handen met gewone zeep en water. Dat verwijdert 99.9% van de bacteriën. Was je handen zeker:
- na toiletbezoek;
- voor je voedsel bereidt;
- na hoesten of niezen.
Een goede handhygiëne is vooral belangrijk om zieken, ouderen en jonge kinderen te beschermen. Je kan immers drager zijn van een resistente bacterie zonder zelf ziek te zijn. In ziekenhuizen, crèches en dagverblijven worden handen ook ontsmet met een alcoholhoudend middel.
Ernstige diarree door antibiotica
Doordat antibiotica de normale darmflora onderdrukt, kan er een overgroei ontstaan van Clostridium difficile. Die bacterie komt voor in de darm van gezonde personen. Ze produceert giftige stoffen (toxines) die diarree veroorzaken.
Door toenemende resistentie tegen zowat alle antibiotica vormt een infectie met Clostridium difficile stilaan een groot probleem. Recent is geëxperimenteerd met transplantatie van stoelgang die nog normale flora bevat, met hoopgevende resultaten.
Meer weten?
- https://www.gebruikantibioticacorrect.be/nl
- https://praatoverantibiotica.be/
- https://www.gezondheidenwetenschap.be/onderzoek-onder-de-loep/antibioticaresistentie-de-bacterien-vechten-terug
- https://www.gezondheidenwetenschap.be/onderzoek-onder-de-loep/antibioticaresistentie-de-apocalyps