Door u gekozen
De alternatieve therapie ‘cupping’ lijkt in opmars. Een huisarts meldt ons dat hij plots veel patiënten ziet die ‘cupping lieten doen’, voor onder andere rug- en nekklachten. Op de website van het Centrum voor Avondonderwijs lezen we dat je na één les van 7 uur een attest krijgt voor cupping-massagetherapeut. Werkt dit echt?
Conclusie
Ondanks honderden studies over de werking van cupping op vooral rug- of spierpijn, ontbreekt bewijs dat het effectief werkt. Je beter voelen na cupping is hoogstwaarschijnlijk een placebo-effect: als je verwacht dat iets werkt, werkt het ook. Voor rug- en spierklachten bestaan er nochtans behandelingen die wel bewezen zijn, zoals oefeningen aangeleerd door een kinesist.
Lees verder »Wat weten we hierover?
Cupping is een behandelwijze waarbij een vacuüm boven de huid wordt gecreëerd door er verwarmde glazen, plastic of metalen bolvormige kopjes (‘cups’) op te zetten, met de opening naar de huid. Door de zuigkracht op de huid wordt bloed naar het huidoppervlak getrokken en gaan kleine bloedvaatjes scheuren. Dat zorgt voor blauwe plekken.
De techniek wordt gebruikt bij rug-, nek- en schouderklachten, spierpijn, hoofdpijn, cellulitis en meer.
De behandeling is niet erkend, maar opleidingen worden wel her en der aangeboden. Onder andere in het Centrum voor Avondonderwijs, waar je met een opleiding van één dag een attest kan krijgen voor cupping-masseur (1).
Bron
(1) Centrum voor Avondonderwijs. Vacussage - Cupping Massage.
Wat weten we momenteel?
Er is geen wetenschappelijk verklaring waarom een onderdruk creëren op stukjes huid, pijn in spieren en gewrichten zou kunnen verlichten.
We vonden twee recente overzichtsstudies over cupping in de wetenschappelijke literatuur:
- Een grote overzichtsstudie uit 2023 concludeert dat cupping mogelijk enige verlichting zou kunnen bieden bij spier-, nek- en rugpijn, maar het bewijs is niet overtuigend. In dat onderzoek waren maar liefst 2.214 studies samengevoegd, waarvan het merendeel van zeer bedenkelijke kwaliteit is (2).
- Een overzichtsstudie uit 2022, met 656 studies, concludeert dat cupping rugpijn kan verlichten en de levenskwaliteit kan verbeteren. Maar dat overzicht is in hetzelfde bedje ziek: er is een gebrek aan placebo-gecontroleerd onderzoek en de opgenomen studies zijn van bedenkelijke kwaliteit (3).
Bij placebo-gecontroleerd onderzoek krijgt één groep de echte behandeling en een andere groep (de controlegroep) een nepbehandeling (placebo). Als de echte behandeling een positief effect heeft en de nepbehandeling niet, dan kan je een placebo-effect uitsluiten.
Voor cupping is placebo-gecontroleerd onderzoek moeilijk, omdat er geen ‘placebo’ voorhanden is waar je cupping mee kan vergelijken.
Placebo-effect
Ondanks het gebrek aan bewijs lijken sommige mensen best tevreden over cupping. Waarschijnlijk is hier sprake van een placebo-effect: als er kopjes op je huid geplaatst worden, heeft dat op zich al een effect. Als je verwacht dat iets werkt, werkt het doorgaans ook.
Cupping is over het algemeen veilig, al zijn er in zeldzame gevallen huidinfecties opgetreden op de plekken waar de cups geplaatst werden.
De vraag is waarom je zou betalen voor een niet-bewezen behandeling als er voldoende remedies zijn tegen rugpijn die wel een bewezen effect hebben.
Conclusie
Ondanks honderden studies over de werking van cupping op vooral rug- of spierpijn, ontbreekt bewijs dat het effectief werkt. Je beter voelen na cupping is hoogstwaarschijnlijk een placebo-effect: als je verwacht dat iets werkt, werkt het ook. Voor rug- en spierklachten bestaan er nochtans behandelingen die wel bewezen zijn, zoals oefeningen aangeleerd door een kinesist.
Referenties
- (2) Mohamed A, Zhang X, Jan Y. Evidence-based and adverse-effects analyses of cupping therapy in musculoskeletal and sports rehabilitation: A systematic and evidence-based review. J Back Musculoskelet Rehabil. 2023;36(1):3-19.
- (3) Shen W, Jan Y, Liau B et al. Effectiveness of self-management of dry and wet cupping therapy for low back pain: A systematic review and meta-analysis. Medicine (Baltimore). 2022;101(51):e32325.