Wat is het?
De schildklier is een vlindervormig orgaan aan de voorzijde van de hals, net onder de adamsappel, dat hormonen aanmaakt die de stofwisseling stimuleren.
Bij een schildklierprobleem kan de schildklier te weinig (hypothyreoïdie) of te veel (hyperthyreoïdie) schildklierhormoon aanmaken.
De oorzaak van schildklierproblemen ligt meestal in de schildklier zelf. Heel soms ligt de oorzaak in de hypofyse, een klier in de hersenen die hormonen aanmaakt om de schildklier aan te sturen.
Aandoeningen en geneesmiddelen (bijv. jodium en lithium) kunnen de schildklierfunctie ook beïnvloeden.
Schildklierproblemen kunnen ook ontstaan door gezwellen in de schildklier. Dit wordt niet besproken in deze richtlijn.
Hoe vaak komt het voor?
Hypothyreoïdie (te traag werkende schildklier) treft jaarlijks tussen de 120 en 170 per 100.000 personen.
Hyperthyreoïdie (te snel werkende schildklier) komt slechts bij 30 tot 50 per 100.000 personen per jaar voor.
Hoe kan je het herkennen?
Vaak veroorzaken schildklierstoornissen algemene symptomen met veranderingen in de lichaamstemperatuurregeling, hartslag, darmfunctie, lichaamsgewicht en kracht.
Bij hypothyreoïdie voelt men zich typisch futloos, heeft men sneller last van koude en gewichtstoename.
Bij hyperthyreoïdie voelt men zich typisch gejaagd, heeft men sneller last van een te warm gevoel en gewichtsverlies.
Er kunnen ook klachten van de schildklier zelf zijn, zoals een drukkend gevoel of groter wordende schildklier.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De arts stelt verschillende vragen om de klachten te verkennen, en voert een lichamelijk onderzoek uit van o.a. de schildklier.
Er kan ook een bloedafname gebeuren om in eerste instantie het schildklierstimulerend hormoon (TSH) te bepalen, zodat de arts een schildklierprobleem kan herkennen en onderscheiden. Zo nodig worden ook de schildklierhormonen zelf (T4 en T3) en schildklierantistoffen bepaald.
Het belangrijkste beeldvormend onderzoek van de schildklier is een echografie.
Wanneer de arts bijv. een verdachte knobbel opmerkt, kan hij een biopsie nemen via een fijne naald, om cellen onder de microscoop te onderzoeken.
Zo nodig kan een hormoonspecialist (endocrinoloog) beslissen om een scan van de schildklier uit te voeren, waarbij men een kleine hoeveelheid radioactieve stof in het lichaam spuit om de precieze werking van de schildklier te bekijken.
Wat kan je zelf doen?
Als je bepaalde symptomen herkent, zoals bijv. een onverklaarbare gewichts- of energieverandering, bespreek je dit best met je huisarts.
Wat kan je arts doen?
Hypothyreoïdie kan de huisarts meestal zelf behandelen door het toedienen van schildklierhormonen. De dosis van het medicijn wordt aangepast volgens de bloedwaarden, die regelmatig gecontroleerd worden.
Bij hyperthyreoïdie verwijst de huisarts normaal door naar een hormoonspecialist, omdat deze aandoening complexer is. De behandeling van hyperthyreoïdie bestaat uit medicatie, radioactief jodium of een operatie.