Wat is het?
Tanden bestaan uit een zichtbaar deel (de kroon) en een deel dat in het kaakbeen zit (de wortel). Het tandvlees zit als bescherming rond het kaakbeen en de wortels van je tanden.
Tanden zijn bekleed met hard weefsel: glazuur rond de kroon en cement rond de wortel. Binnenin zit een beenachtig materiaal (het tandbeen). De kern van de tand bestaat uit zacht weefsel (het tandmerg), waarin bloedvaten en zenuwen zitten.
Gaatjes
Het meest voorkomende tandprobleem is tandbederf (cariës). Dat is de aantasting van het tandglazuur. Na verloop van tijd kan er een gaatje in je tand ontstaan.
Tandbederf is een gevolg van tandplak:
- Telkens als je eet of drinkt blijven er resten achter in je mond. Die resten vormen samen met je speeksel een dun, witgeel, kleverig laagje over je tanden. Dat is tandplak.
- In tandplak zitten veel bacteriën. Die zetten het suiker dat in voedselresten zit om in zuren.
- Die zuren tasten het oppervlak van de tand aan.
- Als dat te lang duurt en te vaak gebeurt op dezelfde plaats, ontstaat er een gaatje in de glazuurlaag.
Ontstekingen en abces
Tandbederf kan verder evolueren en de tand dieper aantasten: tot aan het tandbeen en het tandmerg. De ontsteking kan zich verder uitbreiden naar het kaakbeen.
De bacteriën in tandplak kunnen ook leiden tot een ontsteking van het tandvlees (gingivitis). Het ziet er dan rood en gezwollen uit en kan bloeden tijdens het tandenpoetsen of eten. Gezond tandvlees is roze van kleur en bloedt niet tijdens het poetsen.
De tandvleesontsteking kan zich uitbreiden naar de steunweefsels van de tand en het kaakbeen (parodontitis). Je tanden kunnen dan loskomen.
Als gevolg van een ontsteking kan er ook een abces ontstaan.
Tandsteen
Als je tandplak niet wegpoetst, verandert het in tandsteen. Dat krijg je niet weg door te poetsen. Alleen een tandarts of mondhygiënist kan tandsteen verwijderen.
Slijtage
Door te kauwen, slijten je tanden. Dat is normaal. Maar er bestaat ook abnormale tandslijtage. De belangrijkste vormen zijn erosie, abrasie en tandenknarsen.
Erosie
Bij tanderosie tasten zuren het tandglazuur aan. Die zuren zitten in voeding en dranken (bijvoorbeeld citrusvruchten, fruitsappen en (light)frisdranken) of komen uit de maag (bijvoorbeeld door braken of reflux).
Abrasie
Deze vorm van tandslijtage wordt veroorzaakt door mechanische effecten. Bijvoorbeeld: te schurende tandpasta’s, nagelbijten of agressief tandenpoetsen (te krachtig met een schrobbende beweging poetsen of met een te harde tandenborstel poetsen).
Tandenknarsen
Tandenknarsen is het onbewust of soms opzettelijk klemmen of over elkaar schuiven van de tanden.
Hoe kan je tandproblemen herkennen?
Bij tandproblemen door tandplak of abnormale tandslijtage kan je deze dingen merken:
- Je hebt gele of bruine plekken op je tanden.
- Je tanden zijn gevoelig voor eten of drinken of als er lucht langs je tanden komt.
- Je tanden doen pijn bij het eten.
- Je tanden doen de hele tijd pijn.
- Je tandvlees is rood en dik en het bloedt snel.
- Je hebt een vieze smaak in je mond.
- Je hebt een slechte adem.
Heb je een van deze klachten? Ga dan naar je tandarts of mondhygiënist.
Hoe stelt je zorgverlener de aandoening vast?
Bij klachten of tijdens een controle zal je tandarts of mondhygiënist je tanden controleren op gaatjes, tandplak en tandsteen.
Indien nodig worden er röntgenfoto’s gemaakt.
Wat kan je zelf doen?
Wat kan je doen om tandproblemen te voorkomen?
- Zorg voor een goede mondhygiëne. Zo ga je tandplak tegen.
- Poets twee keer per dag gedurende minstens twee minuten grondig je tanden met een tandpasta met fluoride. Fluoride maakt het glazuur van je tanden sterker.
- Poets met een elektrische tandenborstel of een zachte tandenborstel.
- Poets niet direct nadat je iets zuur of zoet hebt gegeten of gedronken. Je wacht beter een uur. Door het zuur slijt je tandglazuur sneller dan normaal tijdens het poetsen.
- Poets je tong met een tandenborstel of tongschraper.
- Reinig één keer per dag voor het poetsen tussen je tanden, bijvoorbeeld met een tandenstoker of flosdraad. Zo verwijder je tandplak.
In het filmpje hieronder zie je hoe je het best je tanden poetst.
Lees verder onder het filmpje.
Aanvullend kun je een mondspoelmiddel gebruiken, maar opgelet: dat vervangt het tandenpoetsen niet!
- Ga regelmatig naar de tandarts of mondhygiënist:
- Ga minstens één keer per jaar op controle. Je krijgt bovendien meer terugbetaald als je het voorgaande jaar op controle geweest bent.
- Heb je klachten? Maak dan onmiddellijk een afspraak. Ook als je een gebitsprothese hebt.
- Ga minstens één keer per jaar op controle. Je krijgt bovendien meer terugbetaald als je het voorgaande jaar op controle geweest bent.
- Let op met wat je eet en drinkt:
- Eet maximaal vijf keer per dag: drie hoofdmaaltijden en twee tussendoortjes.
- Geef de voorkeur aan water en dan aan koffie of thee. Drink liefst geen frisdrank.
- Vermijd suikerrijke, plakkerige of zure tussendoortjes.
- Eet of drink niets meer vlak voor het slapengaan en ’s nachts (behalve water).
- Stop met roken als je rookt. Roken is slecht voor je gebit en je tandvlees.
Wat kan je doen bij tandpijn?
- Zet in op een goede mondhygiëne (zie hierboven).
- Maak onmiddellijk een afspraak met je zorgverlener als je tandpijn hebt.
- Het kan helpen om iets kouds tegen je wang te houden. Als dat niet genoeg helpt, kan je een pijnstiller nemen. Begin altijd met paracetamol. Dat werkt meestal goed en heeft de minste bijwerkingen.
Wat kan je doen bij abnormale tandslijtage?
Verdwenen tandglazuur komt niet meer terug. Voorkom slijtage dus voordat het onherstelbare schade aan je tanden veroorzaakt.
Erosie
- Pas je eetgewoontes aan (zie eerder).
- Beperk het gebruik van zure dranken tussen de maaltijden door en drink een glas water nadat je iets zuurs gegeten of gedronken hebt.
- Poets niet direct je tanden nadat je iets zuur of zoet hebt gegeten of gedronken. Je wacht beter een uur.
Abrasie
Pak de oorzaak aan. Als je bijvoorbeeld te hard poetst, kies dan een tandenborstel met zachtere borstelharen en vervang hem elk seizoen.
Tandenknarsen
Maak een afspraak met je tandarts of mondhygiënist voor een controle en bespreek de mogelijke behandelingen.
Wat kan je zorgverlener doen?
Met tandproblemen kan je in de eerste plaats terecht bij je tandarts en mondhygiënist.
Preventie
- Je tandarts of mondhygiënist informeert je over een goede mondhygiëne en welke hulpmiddelen je best gebruikt.
- Defecten of onregelmatigheden in je tanden of tandvullingen trekken tandplak en bacteriën aan. Je zorgverlener kan ze bijwerken of dichtmaken zodat ze beter te reinigen zijn.
- Je zorgverlener kan je tanden professioneel reinigen om tandsteen en tandplak te verwijderen.
- Als je tanden lichtjes aangetast zijn door tandplak, kan je zorgverlener een remineraliserende tandpasta voorschrijven. Die versterkt de buitenlaag van je tanden.
- Heb je een hoog risico op tandbederf? Dan brengt je zorgverlener een fluoridelak of -gel op je tanden aan om het tandglazuur te versterken.
Tandvleesontsteking
- Heb je last van een tandvleesontsteking (gingivitis)? Dan zal je zorgverlener tandplak en tandsteen verwijderen.
- Bij een vergevorderde tandvleesontsteking (parodontitis) zal je zorgverlener tandplak en tandsteen verwijderen, zowel ter hoogte van de tandvleesrand als in de diepte.
- Als de ontsteking te diep of moeilijk te bereiken is, dan kan een kleine ingreep onder lokale verdoving nodig zijn.
Afbraak van het kaakbeen bij parodontitis herstelt niet meer. Een tijdige behandeling is dus essentieel om te voorkomen dat je tanden verliest.
Abces
Een abces wordt ingesneden en gereinigd. Soms moet je antibiotica nemen.
In het ergste geval is de tand niet meer te redden. Dan moet die getrokken worden.
Gaatjes
Je tandarts herstelt een gaatje in je tand met een vulling of kroon. Een kroon is een holle kunsttand die over een bestaande tand wordt geplaatst.
Tanderosie
- Is de erosie een gevolg van zuren in voeding? Dan begint de behandeling bij een goede mondhygiëne en gezonde voedingsgewoontes.
- Is de erosie een gevolg van zuren uit de maag? Dan kunnen zuurremmende medicijnen een oplossing bieden.
Als de erosie gering is, volstaan vullingen doorgaans om het gebit te herstellen. Gaat het om uitgebreide erosie, dan kunnen kronen op meerdere tanden nodig zijn.
Abrasie
- Bij minimale slijtage is er geen vulling nodig.
- Bij meer uitgebreide slijtage zijn vullingen of kronen nodig.
Tandenknarsen
Er zijn verschillende opties:
- Je zorgverlener plaatst een beschermplaatje om verdere slijtage te voorkomen. Dat draag je ’s nachts op je tanden.
- De slijtage wordt hersteld met vullingen of kronen.
- Je zorgverlener verwijst je door naar een:
- kinesist: om je te helpen je spieren in het gezicht te ontspannen;
- psycholoog: om samen met jou te kijken of het tandenknarsen bijvoorbeeld een gevolg is van stress of slaapproblemen.
Meer weten?
- Alles wat je moet weten over een gezonde mond
- Mond- en tandziektes
- Zorgen voor je tanden
- Voeding en mondgezondheid
- Paracetamol
Bronnen
- www.ebpnet.be
- Dental Caries. DynaMed. EBSCO Information Services. Okt 2023.
- Gingivitis and Periodontitis in Adults. DynaMed. EBSCO Information Services. Sep 2022.
- Bruxisme. BMJ Best Practice. Maart 2024.
- Tandabces. BMJ Best Practice. Maart 2024.
- gezondemond.be/wp-content/uploads/GEZONDE_MOND_Basisadv_BR12_VF_ONLINE-1.pdf
- www.gezondleven.be/themas/voeding/voedingsadvies-op-maat/gezondheidstoestand/voeding-en-mondgezondheid