Wat is het?
Bij een elektriciteitsongeval loopt het slachtoffer doorgaans letsels op. Deze kunnen verschillen naargelang de ernst van het ongeval, en naargelang het gaat om een ongeval met laag- dan wel met hoogspanning. De letsels kunnen variëren van brandwonden en/of spierkrampen tot hart- en ademhalingsstilstand.
Wat stel je vast?
Bij een elektriciteitsongeval met laagspanning:
- zie je bijv. een elektrisch huishoudtoestel liggen dat nog met de stekker in het stopcontact zit;
- kan het slachtoffer bewusteloos zijn;
- kan hij ademhalingsproblemen of een ademhalingsstilstand vertonen;
- kan het slachtoffer hartritmestoornissen of een hartstilstand hebben;
- heeft hij vaak een of meerdere brandwonden;
- kan het slachtoffer ernstige spierkrampen hebben.
Bij een elektriciteitsongeval met hoogspanning:
- staat er bijv. een elektriciteitscabine open of er is een hoogspanningskabel afgeknapt;
- vertoont het slachtoffer een of meerdere symptomen, zoals in het geval van een ongeval met laagspanning;
- kan het slachtoffer weggeslingerd zijn door de grote kracht van de elektrische schok, en zich dus een eindje verder van de stroombron bevinden;
- kan kledij stukgescheurd zijn en kunnen handschoenen of een helm van het slachtoffer weggeslingerd zijn door de luchtverplaatsing.
Aanbeveling
Een elektriciteitsongeval met laagspanning
- Zorg voor veiligheid.
- Raak een slachtoffer dat verbonden is met een stroombron nooit aan, tenzij je de elektrische stroom hebt uitgeschakeld.
- Schakel zo snel mogelijk de elektrische stroom uit. Dit kun je doen door de stekker van het elektrisch toestel uit het stopcontact te trekken, smeltzekeringen te verwijderen of de hoofdschakelaar uit te zetten.
- Isoleer jezelf op een houten stoel, een stapel kranten of een boek.
- Gebruik een houten bezemsteel om de stroombron te verwijderen.
- Beoordeel de toestand van het slachtoffer.
- Raak het slachtoffer enkel aan als hij niet meer verbonden is met de stroombron.
- Raadpleeg gespecialiseerde hulp.
- Elk slachtoffer van een elektriciteitsongeval moet onderzocht worden.
- Verleen verdere eerste hulp.
- Dit kun je pas veilig doen wanneer de stroom uitgeschakeld is of het slachtoffer van de stroombron verwijderd is.
Een elektriciteitsongeval met hoogspanning
- Zorg voor veiligheid.
- Kom niet in de buurt van de stroombron of van het slachtoffer.
- Hoogspanning kan overspringen. Dat betekent dat je kunt worden geëlektrocuteerd als je in de buurt van een geleider komt, zelfs zonder er direct mee in contact te komen.
- Blijf zeker op minstens tien meter afstand van elke hoogspanningsinstallatie.
- Verwijder de stroombron niet.
- Beoordeel de toestand van het slachtoffer.
- Raak het slachtoffer niet aan.
- Raadpleeg gespecialiseerde hulp.
- Laat de redding van het slachtoffer verder over aan de hulpdiensten.
Meer informatie
Lees ook de gedetailleerde tips van Rode Kruis-Vlaanderen in het boek ‘Help! Eerste hulp voor iedereen’ ISBN 9789068910216 (www.rodekruis.be/webshop)