Wat is het?
Een hartritmestoornis is een verstoring van het normale hartritme. Een normaal hartritme wordt aangestuurd door een bundel zenuwcellen die een kleine elektrische stroom produceert. Dit werkt als een natuurlijke pacemaker, die stroomstootjes door de hartspier stuurt. Hierdoor wordt die spier geprikkeld en trekt ze samen. De oorsprong van een hartritmestoornis kan zich in verschillende plaatsen in het hart bevinden.
Een ritmestoornis kan bestaan uit:
- een of enkele extra hartslagen;
- een volledig onregelmatige hartslag;
- een te snelle hartslag;
- een te trage hartslag.
Het is dus een term die een breed gamma van al dan niet ernstige aandoeningen weergeeft.
Bij een jonge persoon met een normale inspanningscapaciteit, die niet duizelig wordt of flauwvalt, en bij wie in de familie geen gevallen van ernstige ritmestoornissen of plotse dood voorkomen, is een ritmestoornis in principe niet ernstig en is behandeling zelden nodig.
Een hartritmestoornis is mogelijk wel ernstig als ze gepaard gaat met (een neiging tot) flauwvallen, en als de hartkloppingen langer dan 30 seconden duren.
Voorbeelden van hartritmestoornissen die regelmatig voorkomen zijn:
Lees verder onder het filmpje.
Hoe kan je het herkennen?
De 2 voornaamste tekenen zijn bewustzijnsstoornissen (flauwvallen) en het gevoel van hartkloppingen. Soms heb je ook last van duizeligheid, kortademigheid en een gevoel van beklemming op de borst. Bij een te trage hartslag zie je zwarte vlekken.
- Flauwvallen door een hartritmestoornis moet onderscheiden worden van een onschuldige vorm van flauwvallen, die vaak gerelateerd is aan warmte of stressvolle situaties. Flauwvallen door een hartritmestoornis treedt eerder op tijdens het sporten en wordt vaak voorafgegaan door hartkloppingen of pijn op de borst.
- Bij hartkloppingen kun je het gevoel hebben dat je hart op hol slaat, dat het uit je borstkas zal springen. Je kunt ook het gevoel hebben dat je hart ‘overslaat’. Het hart slaat dan snel te veel, waarna het kort stopt. Je kunt ook continu een onregelmatige hartslag hebben.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Je arts zal altijd proberen via een correcte diagnose het onderscheid te maken tussen banale en ernstige hartritmestoornissen.
Bevraging
Hij zal je eerst vragen stellen over de precieze aard van je klachten:
- Wanneer is het begonnen?
- Hoe dikwijls word je het gewaar?
- Hoe lang duurt het: een paar seconden of continu?
- Slaat je hart af en toe over, of is de hartslag volledig onregelmatig?
- Is de hartslag te snel of te traag?
- Heb je de neiging om flauw te vallen?
- Wordt het uitgelokt door inspanning, koffie, stress, weinig slaap, …?
- Heb je familieleden met ritmestoornissen of die plots zijn gestorven?
Je arts zal ook nagaan welke medicatie je inneemt en of dit een mogelijke oorzaak is van de hartritmestoornis.
Onderzoek
Daarna doet de arts een basisonderzoek van je hart, dat meestal volstaat om een diagnose te kunnen stellen:
- bloeddrukmeting;
- beluistering van het hart;
- een hartfilmpje (ECG) in rust;
- eventueel een bloedonderzoek met o.a. schildkliertests.
Doorverwijzing
Bij vermoeden van een ernstige aandoening of bij twijfel zal de arts je doorverwijzen naar een hartspecialist (cardioloog). Die zal verder onderzoek verrichten zoals:
- een ECG tijdens inspanning;
- een ECG-opname gedurende 24 uur (Holter);
- een echografie van het hart;
- zo nodig een onderzoek van de kransslagaders.
Wat kan je zelf doen?
- Noteer nauwkeurig de kenmerken van je klachten: hoe dikwijls heb je last, wanneer precies, hoe lang duurt het, brengt het ongemak mee, ...?
- Neem gedurende 1 minuut je polsslag. Doe dit bij voorkeur aan de palmzijde van de pols, met de vingertoppen op de slagader. Is de polsslag onregelmatig, sneller dan 140 of trager dan 50, raadpleeg dan je arts.
- Beperk de inname van koffie en cafeïnehoudende energiedrankjes, want die kunnen hartkloppingen uitlokken.
Wat kan je arts doen?
Je arts zal eerst nagaan of een behandeling nodig en/of gewenst is. Dat hangt immers af van de oorzaak.
- Bij een snelle, maar regelmatige hartslag kan hij geneesmiddelen voorschrijven die de hartslag vertragen.
- Bij een te trage hartslag met gevaar voor hartstilstand moet soms een pacemaker geplaatst worden.
- Bij sommige hartritmestoornissen (bijv. voorkamerfibrillatie) is er een gevaar op bloedklontervorming. De arts zal bekijken of het nodig is om bloedverdunners voor te schrijven.
- Overslaande hartslagen (extrasystolen) worden enkel behandeld als je klachten hebt of als het te vaak voorkomt.
Meer weten?
- https://www.uzleuven.be/aritmieen
- https://www.uza.be/behandeling/hartritmestoornissen
- https://www.hartwijzer.nl/nederlandse-vereniging-voor-cardiologie