Bewering
Volgens de richtlijn over reanimatie hoef je geen mond-op-mondbeademing te geven als je dat echt niet wil of niet kan. Zo ontstaat, zelfs bij professionelen, het misverstand dat beademen bij reanimatie helemaal niet meer hoeft. Dat klopt echter niet.
Conclusie
Een ideale reanimatie bestaat uit twee onderdelen: borstcompressies en beademen. Je mag starten met borstcompressies alleen, maar na een tweetal minuten start je best ook met beademen. Het zou de overlevingskansen verbeteren, al is het bewijs daarvoor niet sterk. Weet je echt niet hoe je een slachtoffer moet beademen? Blijf dan borstcompressies geven tot een getraind persoon kan overnemen.
Lees verder »Waar komt deze bewering vandaan?
Wanneer iemand plots in elkaar zakt en het bewustzijn verliest, niet reageert en niet ademt, is het erg belangrijk om zo snel mogelijk te starten met reanimatie. Reanimeren betekent een combinatie van drukken op de borstkas en beademen. Veel mensen deinzen terug voor de mond-op-mondbeademing. In dat geval stelt de richtlijn dat borstcompressies volstaan, als je niet weet hoe je moet beademen, omdat je daarvoor bijvoorbeeld geen opleiding hebt gehad.
Dat heeft geleid tot het idee dat beademen helemaal niet nodig is tijdens een reanimatie (1).
Bron
(1) De veiligheidstrainer. Hoef je niet te beademen bij een reanimatie?
Hoe moet je deze bewering interpreteren?
Als iemand een hartstilstand heeft, valt de bloedcirculatie stil. Daarom is het belangrijk om borstcompressies toe te dienen: door de hartmassage blijft de bloedstroom behouden.
Bloed bevat zuurstof, en die halen we uit de ingeademde lucht. Tijdens de eerste twee minuten na een hartstilstand beschikt de bloedsomloop nog over voldoende zuurstof. Maar als je stopt met ademen, komt er minder zuurstof bij. Daarom is het aangewezen om na die eerste minuten te starten met beademen. Dat wordt vooral aanbevolen als je weet hoe je moet beademen (2).
- Beademen is niet eenvoudig; wie er niet mee vertrouwd is, kan ook alleen borstcompressies toedienen, tot een getraind persoon kan overnemen.
- Er zijn aanwijzingen dat beademen in combinatie met borstcompressies de overlevingskansen vergroot in vergelijking met borstcompressies alleen, maar het bewijs daarvoor is zwak (3,4,5,6,7).
- De kans dat je ziek wordt door een slachtoffer te beademen, is quasi onbestaande.
Veruit de meeste hartstilstanden buiten het ziekenhuis vinden thuis plaats, in de privésfeer, bij een persoon die je kent.
Reanimatie in een notendop:
- Geef 30 borstcompressies.
- Druk in het midden van de borstkas.
- Druk de borstkas 5-6 cm in.
- Druk 100-120 keer per minuut.
- Geef 2 beademingen.
- Open de luchtweg.
- Knijp de neus dicht en blaas rustig gedurende 1 seconde.
- Let erop dat de borstkas omhoogkomt.
- Onderbreek de borstcompressies nooit langer dan 10 seconden!
- Wissel 30 borstcompressies af met 2 beademingen.
- Blijf zo doorgaan, tenzij de beademingen niet mogelijk zijn.
- Blijf dan steeds verder doen met de borstcompressies.
- Blijf doorgaan met reanimeren tot de AED er is.
- Onderbreek de borstcompressies zo kort mogelijk.
- Stop niet wanneer de ambulance aankomt, maar ga door tot de zorgverleners het overnemen.
- Wissel elke 2 minuten als meerdere mensen kunnen reanimeren.
- Onderbreek de reanimatie steeds zo kort mogelijk.
Lees hier de instructies van het Rode Kruis-Vlaanderen.
Conclusie
Een ideale reanimatie bestaat uit twee onderdelen: borstcompressies en beademen. Je mag starten met borstcompressies alleen, maar na een tweetal minuten start je best ook met beademen. Het zou de overlevingskansen verbeteren, al is het bewijs daarvoor niet sterk. Weet je echt niet hoe je een slachtoffer moet beademen? Blijf dan borstcompressies geven tot een getraind persoon kan overnemen.
Referenties
- (2) European resuscitation council. The Current ERC Guidelines.
- (3) Ma MH, Lu TC, Ng JC, et al. Evaluation of emergency medical dispatch in out-of-hospital cardiac arrest in Taipei. Resuscitation 2007;73:236-45. 89.
- (4) Bohm K, Stalhandske B, Rosenqvist M, Ulfvarson J, Hollenberg J, Svensson L. Tuition of emergency medical dispatchers in the recognition of agonal respiration increases the use of telephone assisted CPR. Resuscitation 2009;80:1025-8.
- (5) Roppolo LP, Westfall A, Pepe PE, et al. Dispatcher assessments for agonal breathing improve detection of cardiac arrest. Resuscitation 2009;80:769-72.
- (6) Dami F, Fuchs V, Praz L, Vader JP. Introducing systematic dispatcher-assisted cardiopulmonary resuscitation (telephoneCPR) in a non-Advanced Medical Priority Dispatch System (AMPDS): implementation process and costs. Resuscitation 2010;81:848-52.
- (7) Lewis M, Stubbs BA, Eisenberg MS. Dispatcher-assisted cardiopulmonary resuscitation: time to identify cardiac arrest and deliver chest compression instructions. Circulation 2013;128:1522-30.