Wat is het?
Een longontsteking of pneumonie is een infectie van het longweefsel. Daarom noemen we het een infectie van de onderste luchtwegen (zie onder).
De ademhaling gebeurt via de luchtwegen. We onderscheiden bovenste en onderste luchtwegen:
- De bovenste luchtwegen bestaan uit de neus, de keel en het strottenhoofd (boven de stembanden).
- De onderste luchtwegen bestaan uit de luchtpijp, de luchtpijptakken (bronchiën) en het longweefsel (longblaasjes).
(Lees verder onder de afbeelding)
Een verkoudheid en een keelontsteking zijn dus infecties van de bovenste luchtwegen.
Een bronchitis en een longontsteking zijn dus infecties van de onderste luchtwegen.
Oorzaken
Een longontsteking kan veroorzaakt worden door:
- virussen (ongeveer 1/3 van de gevallen);
- bacteriën (1/3 van de gevallen);
- een combinatie van beiden.
Frequente virussen zijn RSV, het rhinovirus en het para-influenzavirus.
Bacteriën zijn vaak pneumokokken en mycoplasma.
Hoe vaak komt het voor?
Dankzij de pneumokokkenvaccinatie bij zuigelingen (Prevenar 13) komen longontstekingen veroorzaakt door pneumokokken minder voor bij jonge kinderen.
Per jaar zou ongeveer 3,5 tot 4% van de kinderen jonger dan 5 jaar een longontsteking doormaken. Bij oudere kinderen bedraagt dit slechts 1,5%.
Hoe kan je het herkennen?
De voornaamste symptomen van een longontsteking bij kinderen zijn:
- koorts;
- hoesten;
- snelle, oppervlakkige ademhaling of moeilijke ademhaling;
- Daarbij kan je kind hulpspieren gebruiken om beter te kunnen ademen, zoals spieren tussen de ribben.
- Je kind spreidt de neusvleugels opvallend bij het inademen.
- piepende ademhaling;
- pijn op de borstkas of buikpijn;
- algemeen minder goed voelen:
- trager en suffer gedrag;
- slecht eten;
- huilen;
- niet spelen.
Het ziektebeeld kan nogal vaag zijn, zeker bij jonge kinderen.
Hoe stelt de arts de aandoening vast?
- De arts stelt de diagnose meestal op basis van:
- de klachten beschreven door de ouder(s);
- de symptomen die hij vaststelt tijdens het onderzoek.
- Naar de longen luisteren is niet altijd eenvoudig, omdat een zieke zuigeling of peuter gemakkelijk weent en voortdurend beweegt.
- De arts kan het zuurstofgehalte in het bloed meten met een saturatiemeter. Die plaatst hij op de vinger of teen van het kind.
- Als het kind ernstig ziek is, laat de arts een röntgenfoto van de longen maken. Hij doet dan ook een bloedafname om de ontstekingswaarden te controleren.
Wat kan je zelf doen?
- Laat je kind vaccineren tegen pneumokokken. In België vaccineert Kind en Gezin gratis tegen pneumokokken op de leeftijd van 2, 4 en 12 maanden, zoals aanbevolen door de Hoge Gezondheidsraad.
- Heeft je kind (aanhoudende) koorts en/of gaat zijn algemene conditie (sterk) achteruit? Raadpleeg dan steeds je arts.
Wat kan je arts doen?
Antibioticabehandeling
Als je arts een longontsteking vermoedt, start hij steeds antibiotica op (meestal amoxicilline).
Thuisbehandeling
Is je kind nog in een goede algemene toestand, en heeft het geen ademhalingsproblemen? Dan kan de behandeling thuis gebeuren met een antibioticasiroop. Je arts volgt dan de evolutie van de symptomen op.
- Is er na twee dagen geen verbetering? Dan moeten er verdere onderzoeken gebeuren of verwijst je arts je kind door naar het ziekenhuis.
- Wordt je kind na een verbetering van de klachten opnieuw zieker? Ook dan is verder onderzoek nodig.
Ziekenhuisopname
Als je kind jonger dan 6 maanden is of erg ziek is, dan verwijst je arts het door naar het ziekenhuis voor een infuusbehandeling.
Ook als je kind een belangrijke onderliggende aandoening heeft of als het de antibioticasiroop weigert in te nemen, kan een opname nodig zijn.
Meer weten?
- https://www.kindengezin.be/nl/thema/gezondheid-en
- vaccinatie/koorts-ziekte-en-medicatie/ziek/longontsteking-pneumokok-streptokok