Wat is spasticiteit?
Spasticiteit is een verhoogde spanning of stijfheid van bepaalde spieren of spiergroepen.
De belangrijkste kenmerken van spasticiteit zijn:
- Stijve spieren: je voelt weerstand als je een bepaald lichaamsdeel beweegt.
- Zwakke spieren: je kan minder kracht zetten vanuit de spieren.
- Spierkrampen (spasmen): plotse, onaangename of soms zelfs pijnlijke samentrekkingen van de spieren waar je geen controle over hebt.
Bij aanhoudende spasticiteit neemt de kans toe dat de spier korter wordt. Daardoor kan de beweeglijkheid in een gewricht voor altijd verminderen. Er kan ook gewrichtspijn ontstaan.
Oorzaak
Spasticiteit kan ontstaan bij beschadiging van het centraal zenuwstelsel (de hersenen en het ruggenmerg). Die beschadiging kan verschillende oorzaken hebben:
- beschadiging van het ruggenmerg:
- bijvoorbeeld door een harde klap of ongeval;
- neurologische aandoeningen:
- bijvoorbeeld: multiple sclerose (MS), amyotrofe laterale sclerose (ALS);
- beschadiging van de hersenen door een letsel of zuurstoftekort:
- beroerte (CVA);
- hersenverlamming bij de geboorte (cerebrale parese);
- door een val;
- druk van een tumor (gezwel) op het zenuwstelsel.
Bij een aandoening van het centrale zenuwstelsel heb je vaak ook andere symptomen, naast spasticiteit. Bijvoorbeeld:
- algemene spierzwakte;
- te vinnige peesreflexen (bijvoorbeeld de kniepeesreflex);
- ongewild urineverlies.
Hoe ontstaat spasticiteit?
De constante verhoogde spanning in een spastische spier is het gevolg van een verstoorde reflex:
- We hebben verschillende soorten reflexen, zoals de stretchreflex of de kniepeesreflex.
- Je hersenen en ruggenmerg regelen die reflexen via sensoren in je spieren en pezen. Zo kunnen je hersenen een reflex als het ware aan- en uitzetten.
- Loopt er iets fout in je hersenen, dan kan het gebeuren dat een reflex constant 'aan' staat. Zo ontstaat spasticiteit.
Hoe kan je spasticiteit herkennen?
Mogelijke kenmerken:
- Je spieren voelen stijf aan en zijn moeilijk te bewegen.
- Je hebt plots ongecontroleerde spierkrampen.
- Je arm of been beweegt minder soepel of blijft in een onnatuurlijke stand staan.
- Bepaalde bewegingen zijn moeilijker, zoals stappen of je hand openen.
Hoe stelt je arts spasticiteit vast?
Lichamelijk onderzoek
Je arts onderzoekt je spieren en test hoe ze reageren op beweging:
- Je arts beweegt het getroffen lichaamsdeel (je arm, been, enkel …) zonder dat je zelf actief meebeweegt. Je arts voelt of je spieren in rust meer spanning hebben dan normaal.
- Je arts controleert je weerstand tegen beweging. Bij spasticiteit neemt de weerstand tegen beweging toe.
- Soms voelt je arts een sterke weerstand, die plots afneemt tijdens het bewegen. Dat heet het knipmesfenomeen.
Onderzoek naar de oorzaak van spasticiteit
Er is geen verder onderzoek nodig om spasticiteit vast te stellen. Je arts gaat wel altijd na waarom je last hebt van spasticiteit. Als de onderliggende oorzaak nog niet duidelijk is, vraagt je arts bijvoorbeeld een hersenscan of een bloedonderzoek aan.
Wat kan je zelf doen?
- Regelmatig bewegen en stretchen, binnen je eigen grenzen, helpt om je spieren soepel te houden. Dat kan onder begeleiding van een kinesist, maar ook thuis met eenvoudige rekoefeningen.
- Een goede zithouding is belangrijk. Vraag advies aan je kinesist of ergotherapeut.
- Ben je niet zo mobiel en zit of lig je vaak in dezelfde houding? Dan moet je je huid goed laten verzorgen om doorligwonden te vermijden.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Medicatie
Heeft de spasticiteit een grote impact op je dagelijks functioneren? Dan kan je arts je medicatie voorschrijven. De meest gebruikte middelen zijn baclofen, tizanidine en dantroleen. Ook diazepam (een benzodiazepine) wordt soms voorgeschreven.
Bespreek met je arts wat voor jou de beste keuze is.
Deze geneesmiddelen hebben vaak bijwerkingen, zoals:
- slaperigheid;
- te lage bloeddruk (zeker in combinatie met medicatie tegen te hoge bloeddruk);
- sufheid:
- een droge mond;
- verwardheid.
Als je last hebt van bijwerkingen, bespreek dat dan met je arts. Het is belangrijk dat je niet plots met de medicatie stopt. Dan kan je ontwenningsverschijnselen krijgen.
Andere behandelingen
Botoxinjecties kunnen de symptomen van spasticiteit doen afnemen. Het effect is tijdelijk. De injecties moeten dus regelmatig herhaald worden.
In ernstige gevallen krijg je baclofen. Dat geneesmiddel wordt via een automatische pomp rechtstreeks in je ruggenmerg toegediend.
Bij een operatie snijdt een chirurg enkele zenuwbanen heel precies door. Daardoor kan je centrale zenuwstelsel minder spasticiteit veroorzaken.
Medische cannabis kan in sommige gevallen een optie zijn, maar het werkt niet bij iedereen even goed.
Kinesitherapie
Bij de (langdurige) behandeling van spasticiteit zijn verschillende zorgverleners betrokken. Het is essentieel om de spiergroepen die last hebben van spasticiteit regelmatig te bewegen en te stretchen. Om dat zo goed mogelijk te doen, laat je je best opvolgen door een kinesist.
Bij een kinesist kan je terecht voor stretch- en oefentherapie. Zo versterk je geleidelijk aan de belastbaarheid van je spieren en pezen. Dat is belangrijk om je arm of been zo beweeglijk mogelijk te houden en pijn te voorkomen of te verminderen.
Hulpmiddel op maat
Je arts kan je ook doorverwijzen naar een orthopedist. Die maakt een hulpmiddel op jouw maat waarmee je bijvoorbeeld beter kan stappen. Zo’n hulpmiddel heet een orthese. Voorbeelden zijn spalken of beugels die de stand van je ledematen corrigeren.
Meer weten?
- Gebruik je medicijnen? Zoek eenvoudig betrouwbare informatie op FarmaInfo.