Wat is het?
Aan je elleboog zitten 6 pezen:
- 2 aan de buitenkant waarmee je de pols kan strekken (strekpezen);
- 4 aan de binnenkant waarmee je de pols kan plooien (plooipezen).
Tenniselleboog
Bij een tenniselleboog (epicondylitis lateralis) doen je strekpezen pijn.
Golferselleboog
Bij een golferselleboog (epicondylitis medialis) doen je plooipezen pijn.
Oorzaak
Beide aandoeningen zijn een gevolg van overbelasting, door sport of werk.
Ze komen vooral voor bij langdurige en herhaalde handelingen of bewegingen met gebruik van trillend gereedschap, bijvoorbeeld een boor, schuur- of slijpmachine.
Hoe vaak komt het voor?
Tenniselleboog
Jaarlijks krijgen ongeveer 1 op 100 volwassenen de diagnose tenniselleboog. Slechts 5 op 100 mensen met een tenniselleboog zijn effectief tennissers!
Een tenniselleboog komt even vaak voor bij mannen als bij vrouwen.
Golferselleboog
Jaarlijks krijgen ongeveer 3 op 1.000 volwassenen de diagnose golferselleboog.
Hoe kan je het herkennen?
Tenniselleboog
Een tenniselleboog kan gepaard gaan met:
- krachtvermindering;
- hevige pijn:
- bij wringbewegingen, bijv. wanneer je een dweil uitwringt;
- aan de buitenkant van je elleboog;
- wanneer je je pols met gestrekte arm tegen weerstand omhoog beweegt, bijv. wanneer je een reiskoffer optilt.
Golferselleboog
Een golferselleboog kan gepaard gaan met:
- krachtvermindering;
- hevige pijn:
- die meestal niet uitstraalt;
- aan de binnenkant van je elleboog;
- wanneer je je pols met gestrekte arm tegen weerstand omlaag beweegt, bijv. wanneer je timmert.
De pijn kan soms zo erg zijn dat je zelfs lichte voorwerpen niet meer kan optillen of laat vallen.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Doorgaans kan je arts de diagnose van tennis- of golferselleboog stellen aan de hand van volgende eenvoudige onderzoeken:
- Hij vraagt je om je pols omhoog en omlaag te bewegen, terwijl hij die beweging tegenhoudt (bewegen tegen weerstand).
- Hij zoekt naar specifieke pijnpunten ter hoogte van de binnen- en buitenkant van je elleboog.
Technische onderzoeken zijn gewoonlijk niet nodig. Een echografie kan nuttig zijn wanneer je arts:
- twijfelt over de diagnose;
- een gelijktijdige scheur vermoedt.
Wat kan je zelf doen?
Overbelaste elleboogpezen genezen meestal spontaan binnen de 12 tot 18 maanden, zonder behandeling.
Volgende adviezen zijn belangrijk:
- Probeer de uitlokkende beweging te herkennen en te vermijden.
- Dat helpt om je klachten spontaan te doen verdwijnen.
- Beperk optillen en grijpen, vooral in de meest acute fase.
- Hiermee verminder je de pijn.
- Je kan je houding op het werk of je techniek bij het sporten aanpassen.
- Dat kan soms al een oplossing bieden.
Wat kan je arts doen?
Advies en oefeningen
Je arts legt je uit welke bewegingen je het best kan vermijden.
- Hij kan je zelf een aantal eenvoudige oefeningen aanleren. We geven enkele voorbeelden in het volgende filmpje.
Hij kan je ook doorverwijzen naar een kinesitherapeut voor meer begeleiding en opvolging.
- Blijven je klachten aanhouden? Dan kan de kinesitherapeut de oefeningen uitbreiden (zie verder).
Pijnstilling
Heb je hevige pijn in de acute fase? Dan kan je arts je pijnstilling voorstellen:
- een ontstekingswerende crème, die je maar tijdelijk mag gebruiken;
- een pijnstiller in pilvorm zoals:
- paracetamol;
- een ontstekingsremmer, bijv. ibuprofen, die je maar tijdelijk mag gebruiken.
Het effect van medicatie is beperkt. Vraag steeds advies aan je arts voor je medicatie neemt.
Andere behandelingen
Volstaan advies, oefeningen en pijnstilling niet? Dan kan je arts met jou een van volgende behandelopties bespreken:
- een inspuiting met cortisone;
- Dit kan je klachten snel verlichten, maar heeft negatieve effecten op lange termijn.
- tape, een brace of spalken;
- Die kunnen tijdelijk de symptomen verbeteren en je pijn verlichten op korte termijn.
- schokgolftherapie (‘shock wave therapy’);
- Dit is een techniek die gebruikmaakt van schokgolven om de pijn in je lichaam te verminderen.
- Bij een chronische tennis- of golferselleboog heeft dit weinig effect op de pijnverlichting en het herstelproces.
- een operatie.
- Dit zorgt niet altijd voor verbetering.
- Na de operatie kunnen je klachten soms aanhouden of zelfs verslechteren.
Wat kan je samen met je kinesitherapeut doen?
Als je de pijnlijke bewegingen kan vermijden, verdwijnen je klachten meestal vanzelf. Soms blijft het probleem aanhouden, terugkeren of heb je een extra behandeling door de kinesitherapeut nodig.
Je kinesitherapeut kan je helpen door:
- je uitleg te geven over de aandoening:
- het ontstaan;
- de risicofactoren;
- de bewegingen of houdingen die je moet proberen te vermijden.
- je te begeleiden en je goed op te volgen bij de behandeling;
- een gerichte oefentherapie te starten, met oefeningen om:
- je spieren en pezen te stretchen;
- je spieren en pezen te revalideren;
- herval te voorkomen.
- tijdelijk een tape aan te brengen, als je daarmee minder pijn hebt;
- je ergonomisch advies te geven, bijv. hoe je:
- het best je computermuis vasthoudt;
- iets beter of op een andere manier kan dragen.
- je advies te geven bij het sporten.
Naast oefeningen gebruikt je kinesitherapeut soms ook passieve technieken, zoals echografie of massage. De doeltreffendheid van die technieken is echter niet bewezen.
Meer weten?
Bronnen
- https://www.ebpnet.be
- DynaMed [Internet]. Ipswich (MA): EBSCO Information Services. 1995 - . Record No. T116846, Lateral Elbow Tendinopathy; [updated 2018 Nov 30, cited place cited date here]. Available from https://www.dynamed.com/topics/dmp~AN~T116846. Registration and login required.
- DynaMed [Internet]. Ipswich (MA): EBSCO Information Services. 1995 - . Record No. T114235, Medial Elbow Tendinopathy; [updated 2018 Nov 30, cited place cited date here]. Available from https://www.dynamed.com/topics/dmp~AN~T114235. Registration and login required.