Wat is het?
Schizofrenie is een ernstige en chronische psychiatrische aandoening die wordt gekenmerkt door langdurige of terugkerende psychoses.
Een psychose is een toestand waarbij een persoon het normale contact met de werkelijkheid verliest.
Schizofrenie heeft vaak een veranderlijk verloop. Tussen de periodes van psychoses door kan een persoon met schizofrenie zo goed als symptoomvrij zijn.
Toch functioneert iemand met schizofrenie ook dan vaak minder goed door de zogenaamde negatieve symptomen:
- verwaarlozen van zichzelf, het werk en sociale contacten;
- minder energie hebben en zich leeg en somber voelen;
- zich slecht concentreren en moeilijk besluiten kunnen nemen.
Oorzaken van schizofrenie
- Aanleg speelt de belangrijkste rol bij het ontstaan van schizofrenie. Waarschijnlijk gaat het om een ontwikkelingsstoornis van de hersenen die al tijdens de zwangerschap optreedt. Bij mensen met schizofrenie zijn afwijkingen in de hersenen gevonden die ervoor zorgen dat ze de informatie uit de buitenwereld niet optimaal kunnen verwerken. Schizofrenie is deels erfelijk.
- Volgende factoren kunnen bij mensen met een aanleg voor schizofrenie het ontstaan van de aandoening uitlokken:
- stressfactoren;
- drugsmisbruik;
- moeilijkheden tijdens het opgroeien, op het werk of bij het aangaan van relaties.
Hoe vaak komt het voor?
Schizofrenie komt doorgaans tot uiting bij jongvolwassenen, even vaak bij mannen als vrouwen. Mannen zijn doorgaans jonger bij aanvang van de aandoening.
Hoewel erfelijkheid de belangrijkste voorbeschikkende factor is, komt schizofrenie slechts bij een klein deel van de naaste familieleden voor.
Jaarlijks wordt schizofrenie bij 2 op 1.000 mensen vastgesteld. In totaal lijdt 0,5 tot 1,5% van de bevolking aan de aandoening.
Hoe kan je het herkennen?
Schizofrenie wordt gekenmerkt door een prodromaal stadium (de fase die aan een psychose voorafgaat), de psychose zelf en de periodes tussen de psychoses.
Prodromaal stadium
- Je voelt je vaak angstig of depressief.
- De eerste (milde) tekenen van een psychose kunnen optreden:
- gevoelens van verandering van jezelf of de omgeving;
- het idee achtervolgd te worden (wanen);
- kortstondige illusies en hallucinaties.
- Je hebt minder zin in sociale contacten.
- Je klachten verhinderen je om dagelijks goed te functioneren, zowel professioneel als privé.
Psychose
Hierin treden de zogenaamde positieve symptomen naar voren:
- hallucinaties (stemmen horen of lichamelijke, reuk- of smaakhallucinaties);
- wanen (achtervolgingswanen, paranoia);
- gebrek aan samenhang (onderbroken gedachtenstroom en leggen van abnormale verbanden).
Periodes tussen de psychoses
Hierin treden de negatieve symptomen naar voren:
- Je hebt weinig zin om te praten.
- Je hebt weinig energie.
- Je hebt nergens plezier in.
- Je ervaart afgevlakte en onsamenhangende gevoelens.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Het is de psychiater die de diagnose van schizofrenie stelt. Een voorwaarde is dat de klachten minstens één maand aanwezig zijn en je hierdoor minder goed functioneert.
Samen met een multidisciplinair team zal de psychiater jou (en je gezin) bevragen en een lichamelijk en neuropsychologisch onderzoek uitvoeren. µ
Er zal een bloedafname gebeuren om middelenmisbruik en aandoeningen uit te sluiten die met een psychose kunnen samengaan (bijv. bepaalde neurologische en hormonale problemen).
Wat kan je arts doen?
Behandeling en begeleiding
De behandeling is langdurig en berust op een vertrouwensrelatie tussen de persoon met schizofrenie en zijn therapeut. Ze bestaan uit een combinatie van psychosociale therapieën (met de nadruk op cognitieve gedragstherapie) en medicatie.
Het doel van de behandeling is:
- verlichten van de symptomen;
- nieuwe psychoses voorkomen of ten minste in frequentie en intensiteit verminderen;
- het psychosociaal functioneren en de levenskwaliteit verbeteren.
Begeleiding gebeurt bij voorkeur in de thuisomgeving, waarbij familie en naaste omgeving worden betrokken.
Medicatie
Antipsychotische geneesmiddelen (antipsychotica) verminderen vooral de ‘positieve’ symptomen. Deze medicatie heeft heel wat bijwerkingen, die de therapietrouw sterk beïnvloeden. De arts volgt deze nauw op, voegt indien nodig tijdelijk andere medicatie toe of wijzigt het antipsychotisch middel of de dosering ervan. Regelmatig controleert de arts de bloedwaarden, BMI en buikomtrek.
Bij een bijkomende depressie of angststoornis kunnen antidepressiva of kortstondig kalmeringsmiddelen nodig zijn. Soms zijn stemmingsstabiliserende geneesmiddelen (bijv. lithium) noodzakelijk.
Opname
In sommige gevallen is een opname aangewezen:
- bij ernstige paranoïde en agressieve psychoses;
- bij sterk aanwezige hallucinaties of wanen;
- bij concrete zelfmoordgedachten;
- wanneer de thuissituatie onhoudbaar wordt.
In bepaalde gevallen kan dit zonder toestemming van de persoon met schizofrenie gebeuren (gedwongen opname).
Revalidatie
Revalidatie gebeurt meestal in een gespecialiseerd centrum, met aandacht voor de training van sociale vaardigheden en beroepsoriëntering.
Als de aandoening goed onder controle is, dan kan de opvolging door de huisarts gebeuren. Indien nodig wordt de psychiater opnieuw geraadpleegd.
Meer weten?
- https://www.geestelijkgezondvlaanderen.be/schizofrenie
- Ypsilon, een vereniging van familieleden en naasten van mensen met een verhoogde kwetsbaarheid voor psychose: https://ypsilon-amsterdam.nl/kennis/schizofrenie-en-psychose/