Wat is het?
Varicella (of nog: wind- of waterpokken) is een virale infectie met voornamelijk huidsymptomen. De ziekte wordt via kleine druppeltjes in de lucht of door het vocht in de blaasjes verspreid, vanaf 1 à 2 dagen vóór de huiduitslag tot ten minste 5 dagen na het opkomen van de huiduitslag (tot wanneer er zich een korst vormt op de blaasjes). De incubatietijd (=de tijd die verstrijkt tussen de besmetting en de eerste symptomen van de ziekte) bedraagt 10 à 21 dagen.
Varicella komt meestal voor in de winter of in de vroege lente.
Kinderen genezen doorgaans na enkele dagen zonder enige nawerking. Voor mensen met een verminderde immuniteit, zwangere vrouwen en pasgeboren baby’s echter kan varicella tot levensgevaarlijke complicaties leiden.
Na genezing ben je levenslang tegen varicella beschermd. Na de infectie blijft het virus echter verborgen in het lichaam aanwezig. Op latere leeftijd kan het terug geactiveerd worden en zona veroorzaken.
Hoe vaak komt het voor?
Bijna iedereen krijgt als kind varicella. Het is dus een heel vaak voorkomende en typische kinderziekte. De kans op een heractivatie (heropflakkering) van het virus, in de vorm van zona, neemt toe met de leeftijd.
Hoe kun je het herkennen?
Het klinisch beeld is vrij gemakkelijk te herkennen. Het begint als een roodheid van de huid waarop kleine bultjes verschijnen. Daarna ontstaan er blaasjes. De meeste blaasjes kunnen op heel het lichaam voorkomen, maar vooral op de romp. Soms zijn er ook letsels op de slijmvliezen, bvb. in de mond. Bij het begin van de huidletsels kan koorts voorkomen. Waarneer de blaasjes indrogen, ontstaan er korstjes. Na een tiental dagen zijn de korstjes verdwenen.
Bij volwassenen is er 15 à 30% risico op longontsteking. Bij rokers en zwangeren is dit risico nog groter. Andere meer zeldzame complicaties zijn:
- bijkomende bacteriële infecties door streptokokken of stafylokokken. Dit valt voornamelijk voor wanneer je opnieuw hoge koorts en hevige pijn hebt;
- hersen(vlies)ontsteking (heel zeldzaam);
- post-infectieuze cerebellitis, een aantasting van de kleine hersenen, waarbij je evenwichtsstoornissen hebt. Hiervan herstel je spontaan.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De arts zal varicella heel gemakkelijk herkennen. Ook zona heeft een duidelijk beeld en is gemakkelijk te herkennen.
Wat kun je zelf doen?
Een kind zonder andere aandoeningen dat varicella doormaakt, heeft alleen een behandeling nodig die de symptomen verzacht. Kinderen met aandoeningen van het immuunsysteem, moeten opgenomen worden in het ziekenhuis voor toediening van antivirale medicijnen.
Houd de nagels schoon en zorg ervoor dat je kind zich niet krabt. Krabben veroorzaakt littekens of infecties.
Houd je kind thuis. Het kind kan opnieuw naar de opvang wanneer alle blaasjes opgedroogd zijn of ten vroegste 6 dagen na het verschijnen van de eerste blaasjes.
Wat kan je arts doen?
Bij een kind zonder andere aandoeningen zal de arts een behandeling voorschrijven die de symptomen verzacht (=symptomatische therapie).
Bij koorts is paracetamol de eerste keuze. Ontstekingsremmers (bijv. Nurofen®) of aspirine zijn te vermijden.
Bij jeuk is een antihistaminicum (allergiemedicijn, eventueel in druppeltjes) zinvol.
In volgende gevallen kunnen antivirale middelen nuttig zijn als ze binnen de 24 uur na aanvang van de huiduitslag worden opgestart: chronische ziekte, atopie (erfelijke vorm van overgevoeligheid of allergie), cortisonebehandeling, ouder dan 12 jaar.
Als er bijkomend een veralgemeende bacteriële infectie optreedt, dan zal de arts doorverwijzen naar een spoedafdeling voor dringende toediening van antibiotica.
Mensen met leukemie, een lymfoom of andere aandoeningen van het immuunsysteem die geen varicella hebben doorgemaakt, krijgen na blootstelling aan een kindje met varicella antivirale medicatie toegediend. Hiermee kan de ziekte worden voorkomen of, indien aanwezig, veel milder verlopen. Een andere optie is het toedienen van een varicellavaccin binnen de 3 dagen na de blootstelling.
Het varicellavaccin is niet opgenomen in het basisvaccinatieprogramma. Het kan, op vraag van de ouders, toegediend worden aan kinderen vanaf 12 jaar.
Varicella is voor zwangere vrouwen vooral gevaarlijk net vóór de bevalling en de eerste dagen daarna. Is de foetus of het pasgeboren kind besmet met het virus, dan kan dit leiden tot ernstige complicaties, en zelfs tot de dood. Daarom worden alle aan het virus blootgestelde pasgeborenen behandeld met antistoffen en antivirale middelen.
Wanneer een zwangere vrouw varicella doormaakt, zal de huisarts doorverwijzen of overleggen met de specialist.
Een heropflakkering van het virus veroorzaakt zona of gordelroos. Zona volgt het verloop van een zenuw. De behandeling is meestal symptomatisch. Antivirale middelen worden alleen gegeven in geval van stoornissen van het immuunsysteem.
Meer weten?
https://www.thuisarts.nl/waterpokken