Wat is het?
Bloed
Het bloed bestaat uit rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Die ontstaan uit stamcellen in je beenmerg. Stamcellen zijn onrijpe cellen die zich kunnen ontwikkelen tot meerdere soorten cellen.
Lymfeweefsel
Het beenmerg maakt ook lymfocyten aan. Dat zijn speciale witte bloedcellen. Ze zijn terug te vinden in je bloed, maar ook in je milt en lymfeklieren.
Lymfocyten zijn een onderdeel van het lymfeweefsel. Dat weefsel beschermt je lichaam tegen ongewenste gasten (infecties). Het behoort dus tot je afweersysteem (immuunsysteem). Het bloed zorgt ervoor dat de lymfocyten terechtkomen op de plaats van de infectie.
Kanker van het bloed en het lymfeweefsel
Er zijn veel verschillende kankers van het bloed en de lymfocyten:
- Leukemie en myelodysplastisch syndroom verstoren de aanmaak van de bloedcellen in het beenmerg.
- Je kan dan een tekort aan witte en rode bloedcellen en/of bloedplaatjes hebben.
- Je kan dan een tekort aan witte en rode bloedcellen en/of bloedplaatjes hebben.
- Bij lymfomen heb je te veel lymfocyten.
- Ze stapelen zich op, meestal in een lymfeklier.
- Zo krijg je bijvoorbeeld vergrote klieren of een vergrote milt.
- Bij polycythaemia vera, myelofibrose en essentiële trombocytemie maakt het beenmerg te veel rode of witte bloedcellen of bloedplaatjes aan.
- Je bloed wordt dan dikker en klontert makkelijker.
- Je bloed wordt dan dikker en klontert makkelijker.
- Bij het multipel myeloom (ziekte van Kahler) woekert een bepaald type lymfocyten in je beenmerg.
- Je kan last hebben van botpijnen en botletsels.
Evolutie en behandeling
Sommige van deze kankers evolueren zeer traag en geven geen klachten. Een behandeling is de eerste jaren dan ook niet altijd nodig. Andere kankers moet je wel dringend laten behandelen. Je arts kan je, afhankelijk van je ziekte en het stadium waarin je je bevindt, meer informatie geven en begeleiden.
Hoe kun je het herkennen?
Ga zeker langs bij je huisarts wanneer je:
- vatbaar bent voor infecties;
- makkelijk koorts maakt zonder duidelijke oorzaak;
- vaak last hebt van gezwollen klieren;
- makkelijk bloedt en snel blauwe plekken hebt.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
- Eerst voert de arts een grondig lichamelijk onderzoek uit.
- Daarna neemt hij bloed af om het onder de microscoop te laten bekijken.
- Er gebeurt meestal ook een beenmergonderzoek via een beenmergpunctie.
- Bij een lymfoom laat je arts de aangetaste klier onderzoeken.
Beeldvormend onderzoek
Een CT-scan of MRI-scan is nodig bij bepaalde tumoren. Hiermee kan de arts de ernst ervan en de kansen op genezing inschatten. De grootte van de tumor bepaalt de behandeling die je moet krijgen.
Wat kan je arts doen?
Een ernstige bloeding, infectie of trombose kan levensbedreigend zijn. In dat geval moet de arts onmiddellijk ingrijpen.
Doorverwijzing
Op basis van je symptomen en hun ernst zal je arts je dringend of minder dringend doorverwijzen naar het ziekenhuis en/of naar een arts gespecialiseerd in bloedziekten (hematoloog).
Behandeling
De behandeling hangt af van het soort tumor:
- chemotherapie;
- radiotherapie (bestraling);
- toediening van specifieke antilichamen;
- stamceltransplantatie.