Wat is het?
Weerstand is het vermogen van het menselijk lichaam om negatieve of schadelijke invloeden van buitenaf te weren. Je weerstand zorgt ervoor dat 'indringers', zoals virussen en bacteriën, je lichaam niet ziek kunnen maken.
Werking van het immuunsysteem
Hoe goed je weerstand is, hangt af van je afweersysteem. Dat afweersysteem of immuunsysteem bestaat uit twee belangrijke delen:
- witte bloedcellen;
- antistoffen.
Een bepaalde soort witte bloedcellen, de lymfocyten, maakt antistoffen aan. Deze antistoffen komen in je bloed terecht. Ze richten zich dan specifiek op een bacterie, een schimmel of een virus. De antistof bindt zich aan zo'n indringer, waarna andere witte bloedcellen die kunnen uitschakelen.
Verzwakt immuunsysteem
Je immuunsysteem is levensbelangrijk, maar kan onderdrukt of beschadigd worden. Als je een lage weerstand hebt, krijgen infectieziektes zoals griep en verkoudheid de kans om je lichaam binnen te dringen.
Oorzaken van een verzwakt immuunsysteem zijn:
- het hiv-virus;
- kwaadaardige bloedziekten zoals lymfomen of leukemie;
- erfelijke aandoeningen;
- prematuriteit bij zuigelingen;
- geen milt meer hebben;
- bepaalde medicijnen (zie verder).
Onderdrukt immuunsysteem
Soms wordt het immuunsysteem bewust met medicatie onderdrukt. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij orgaantransplantaties, omdat het eigen immuunsysteem anders het nieuwe orgaan aanvalt en het lichaam het afstoot.
Daarnaast hebben bepaalde geneesmiddelen als bijwerking dat ze het immuunsysteem minder goed doen werken. Bijvoorbeeld:
- cortisone;
- middelen tegen reuma;
- middelen tegen bepaalde darmziekten, zoals:
- middelen tegen bepaalde huidziekten, zoals psoriasis.
Immunodeficiëntie
Een persoon met een verzwakt immuunsysteem noemen we immunodeficiënt. ‘Gewone’ infecties die een gezonde persoon makkelijk kan overwinnen, kunnen voor een immunodeficiënte persoon plots heel gevaarlijk worden.
Sommige ziektekiemen, die het lichaam onder controle houdt maar die nooit helemaal uit het lichaam verdwijnen, kunnen plots na jaren weer de kop opsteken. We denken dan bijvoorbeeld aan:
- windpokken;
- herpesvirussen, zoals bij koortsblaasjes;
- tuberculose.
Ten slotte kunnen gisten en schimmels, die op de huid voorkomen en normaal gezien onschadelijk zijn, plots een infectie veroorzaken.
Hoe kun je het herkennen?
- Personen met een verzwakt immuunsysteem kun je niet zomaar herkennen. Typisch is dat ze vatbaar zijn voor infectieziekten. Dat wil zeggen dat ze veel gemakkelijker een infectie oplopen, bijvoorbeeld door contact met een besmet persoon.
- Het gaat vaak om aandoeningen die niet zomaar voorkomen bij mensen met een gezond immuunsysteem. Dat doet meestal een belletje rinkelen.
- Verder is het opvallend dat mensen met een verzwakt immuunsysteem net minder symptomen vertonen van een aandoening. Dat komt omdat veel symptomen, zoals slijm, hoest of koorts, het werk zijn van het immuunsysteem, namelijk van de witte bloedcellen.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Een bloedonderzoek geeft snel een idee van de toestand van je immuunsysteem. Onderzoekers bekijken je witte bloedcellen onder de microscoop. Ze tellen en onderzoeken ze op uiterlijk, vorm, grootte en kwaliteit. Ze bepalen ook de antistoffen.
Mensen met een verzwakt immuunsysteem hebben vaak minder witte bloedcellen. Soms hebben ze er genoeg of net te veel, maar is de kwaliteit ervan niet goed. De witte bloedcellen kunnen hun werk dan niet zo goed doen.
Wat kun je zelf doen?
- Heb je een verzwakt immuunsysteem? Meld dit dan steeds aan je arts.
- Bij koorts vanaf 38°C moet je meteen een dokter raadplegen.
- Heb je geen milt meer? Dan heb je het best altijd een kaartje op zak waarop dit vermeld staat. Dat kan belangrijk zijn wanneer je met spoed wordt opgenomen.
Wat kan je arts doen?
Infecties voorkomen
Je arts kan met jou enkele maatregelen afspreken om je te beschermen, zoals:
- sneller antibiotica voorschrijven voor een infectie;
- Je arts kan ook preventief antibiotica voorschrijven om ziekten te voorkomen.
- vaccineren tegen:
- pneumokokken;
- Haemophilus influenzae type b, als je als kind niet gevaccinneerd werd;
- meningokokken (een van de verwekkers van hersenvliesontsteking);
- griep (jaarlijks).
Wordt je milt verwijderd? Dan krijg je ruim op voorhand enkele vaccins toegediend. Zo kan je je immuniteit (weerstand) opbouwen nog voor de operatie plaatsvindt.
Infecties behandelen
Heb je een infectie? Dan krijg je meestal hoge dosissen antibiotica of antivirale middelen toegediend. Soms gebeurt dat in het ziekenhuis, bijvoorbeeld wanneer je veel verschillende middelen moet krijgen.
De arts volgt je regelmatig op met een lichamelijk onderzoek en een bloedonderzoek.
Verminderde afweer door medicatie
Krijg je medicatie die je immuunsysteem verzwakt? Dan moet je ook regelmatig op controle. Je arts beslist samen met jou of bepaalde medicatie, bijvoorbeeld voor psoriasis of de ziekte van Crohn, opweegt tegen je risico op infectie.