Wat is geneesmiddelenverslaving?
Verslaafd zijn aan een geneesmiddel betekent dat je lichaam en geest sterk afhankelijk zijn van een geneesmiddel. Je voelt een sterke behoefte om het medicijn te gebruiken, zelfs als je weet dat het schadelijk voor je is. Dat kan ervoor zorgen dat je minder goed functioneert op je werk, in relaties of in het dagelijks leven.
Verschillende factoren kunnen de kans op afhankelijkheid vergroten:
- Gezondheidsproblemen: aandoeningen die samengaan met pijn, stress of geestelijke klachten
- Geneesmiddelen zelf: middelen die snel en krachtig werken, zoals sommige pijnstillers of kalmeermiddelen
- Persoonlijke eigenschappen: Sommige mensen lopen meer risico op geneesmiddelenverslaving door wat vroeger in hun leven gebeurd is, of omdat ze snel geneigd zijn medicatie te gebruiken.
De gezondheidsklachten die het vaakst tot geneesmiddelenverslaving leiden zijn:
- slaapproblemen,
- psychische problemen,
- chronische (langdurende) pijn,
- chronische (langdurende) lichamelijke problemen.
De geneesmiddelen die tot misbruik kunnen leiden, zijn vooral pijnstillers, kalmeermiddelen en stimulerende middelen.
Hoe vaak komt geneesmiddelenverslaving voor?
In België worden zeer veel pijnstillers, kalmeer- en slaapmiddelen gebruikt. Het gebruik stijgt met de leeftijd. Concrete cijfers over hoeveel mensen verslaafd zijn aan geneesmiddelen hebben we niet. We kunnen dus niet zeggen hoe vaak het gebruik van geneesmiddelen echt tot een verslaving leidt. Wel zien we dat geneesmiddelen die een risico op verslaving inhouden steeds vaker genomen worden:
- Slaap- en kalmeermiddelen:
- In 2018 gebruikte 8% van de Belgen tussen de 18 en 64 jaar deze medicatie.
- Voor het gebruik van benzodiazepines stond België in 2021 wereldwijd op de vierde plaats. Voor het gebruik van Z-drugs (zoals zolpidem) was dat zelfs de tweede plaats.
- Vooral ouderen (34% van de 75-plussers) gebruiken deze middelen regelmatig.
- Maar in 2021 nam ook 10% van de studenten deze medicatie, vooral tijdens de examenperiode.
- Opioïde pijnstillers: dit zijn sterke pijnstillers zoals tramadol, oxycodon en fentanyl.
- In 2022 kregen ongeveer 1,32 miljoen Belgen een voorschrift voor een opioïde pijnstiller.
- Vooral ouderen (75+) gebruiken deze middelen: 23% van de voorschriften was voor deze groep bestemd.
- Psychostimulantia: dit zijn middelen die voornamelijk voor jongeren worden voorgeschreven om hun concentratie en aandacht te versterken, bijvoorbeeld bij ADHD.
- Vooral methylfenidaat (Rilatine) wordt steeds vaker voorgeschreven.
- In 2022 waren 74% van alle voorschriften voor psychostimulantia voor jongens. 60% was bestemd voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar, 36% voor kinderen jonger dan 12 jaar.
Hoe kan je geneesmiddelenverslaving herkennen?
Geneesmiddelenverslaving herken je aan bepaalde tekenen die je in het afgelopen jaar minstens een maand hebt ervaren, of die meerdere keren zijn teruggekomen. Als je jezelf in onderstaande situaties herkent, kan er sprake zijn van afhankelijkheid:
- Sterk verlangen: Je hebt een sterke behoefte of drang om het geneesmiddel te gebruiken.
- Gebrek aan controle: Het lukt je niet om het gebruik te beperken of te stoppen, zelfs als je dat probeert.
- Ontwenningsverschijnselen: Je ervaart klachten zoals trillen, angst, zweten of slapeloosheid als je de dosis verlaagt of stopt. Soms gebruik je het geneesmiddel alleen om die klachten te voorkomen.
- Tolerantie: Je merkt dat je steeds meer van het middel nodig hebt om hetzelfde effect te voelen.
- Verlies van interesse: Andere zaken in je leven, zoals werk, hobby’s of sociale contacten, verliezen hun belang. Alles draait om het middel of het verkrijgen ervan.
- Doorgaan ondanks problemen: Je blijft het geneesmiddel gebruiken, ook al weet je dat het schadelijk is voor je gezondheid, relaties of dagelijks functioneren.
Deze afhankelijkheid ontstaat door veranderingen in de hersenen. Die kunnen ervoor zorgen dat je:
- je sterker aangetrokken voelt tot het middel (‘beloningsproces’),
- er voortdurend aan denkt (‘craving’),
- of er dwangmatig naar zoekt (‘drug-seeking’).
Herken je jezelf in deze tekenen? Bespreek dat dan met je zorgverleners, zoals je arts, apotheker of psycholoog. Zij kunnen je helpen om een plan op te stellen en je te ondersteunen wanneer je je gebruik vermindert of stopzet.
Hoe stelt je arts geneesmiddelenverslaving vast?
Je arts let op het risico van misbruik bij geneesmiddelen die mogelijk verslavend zijn, zoals kalmeermiddelen, pijnstillers en slaapmedicatie. Om het risico op problematisch gebruik of afhankelijkheid te verminderen, kan je arts:
- medicatie en dosissen controleren;
- Regelmatige beoordeling van je medicatiegebruik helpt om risicovol gebruik vroeg te herkennen.
- je vragen stellen, zoals:
- ‘Heb je het afgelopen jaar meer geneesmiddelen genomen dan je wilde?’
- ‘Heb je het afgelopen jaar het gevoel gehad dat je moest stoppen met het gebruik van geneesmiddelen?’;
- symptomen herkennen: je arts let op duidelijke signalen, zoals:
- een sterke behoefte aan het middel;
- ontwenningsklachten of niet kunnen stoppen, ook al zijn er problemen door het gebruik.
Ook andere zorgverleners, zoals je apotheker, kunnen opmerken dat je medicatiegebruik verandert, zoals wanneer je meer voorschriften hebt.
Wat kan je zelf doen?
- Als je met een behandeling start, bespreek dan meteen met je arts:
- hoelang je een geneesmiddel nodig hebt;
- wat de risico’s zijn.
- Houd je aan de voorgeschreven dosis en neem nooit meer dan nodig.
- Ondervind je problemen met het gebruik van een geneesmiddel? Praat er dan open over met je arts, apotheker, psycholoog of andere zorgverlener. Samen kunnen jullie een plan maken om veilig af te bouwen of te stoppen.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Wanneer je arts geneesmiddelen zoals pijnstillers, slaapmiddelen of kalmeermiddelen voorschrijft, bespreekt die het risico op afhankelijkheid en mogelijke ontwenningsverschijnselen met je. Minstens één keer per jaar beoordeelt je arts of langdurig gebruik nog nodig is.
De behandeling hangt vaak af van het soort geneesmiddel:
- Bij afhankelijkheid van opiaten (zoals morfine of codeïne) begeleidt je arts je samen met een psycholoog en/of psychiater.
- Ondersteuning kan bestaan uit motiverende gesprekken en herstelprogramma’s, eventueel met opname wanneer nodig.
- Hierbij krijg je intensieve psychotherapie, zoals cognitieve gedragstherapie. Die helpt je om het gebruik te stoppen en onderliggende problemen aan te pakken.
- Bij afhankelijkheid van slaap-en kalmeermiddelen stelt je arts samen met jou een plan op om de dosis geleidelijk te verminderen. Daarbij bouwen jullie over een periode van 50 tot 360 dagen de medicatie ofwel volledig af, ofwel gedeeltelijk tot een zo laag mogelijke dosis.
- Je apotheker bereidt capsules met steeds lagere doseringen en begeleidt je tijdens het proces.
- Je arts, je apotheker en jij spreken samen een flexibel behandelplan af.
- Ook bij antidepressiva of antipsychotica kunnen jullie beslissen of geleidelijk afbouwen zinvol kan zijn om ontwenningsverschijnselen, zoals angst of slapeloosheid, te vermijden.
Samenwerking tussen verschillende zorgverleners is essentieel. Je arts werkt samen met psychologen, psychiaters, apothekers en andere zorgverleners om je gebruik veilig te verminderen of te stoppen.
- Psychologen en psychiaters bieden psychologische ondersteuning.
- Apothekers volgen je medicatiegebruik op en bereiden aangepaste doseringen.
- Om ‘shopping’ (het verkrijgen van voorschriften en geneesmiddelen bij meerdere artsen of apothekers) te voorkomen, wordt vaak afgesproken dat je je voorschriften bij één arts haalt en steeds door dezelfde vaste apotheek laat afleveren.
- Die samenwerking zorgt voor een persoonlijke en effectieve begeleiding.
Meer weten?
- VAD:
- Gebruik je medicijnen? Zoek eenvoudig betrouwbare informatie op FarmaInfo.
- De druglijn: voor alle vragen over drank, drugs, pillen, gamen en gokken