Wat is het?
Hoeveel slaap een mens nodig heeft om zich fit en uitgerust te voelen, verschilt van persoon tot persoon. Zo heeft de ene persoon minstens 8 uur slaap nodig per nacht, terwijl de andere toekomt met 6 uur. Met het ouder worden slaap je sowieso minder (vast). Het is dus niet omdat je minder slaapt, dat je een slaapprobleem hebt.
Slaapklachten
Soms slaap je gedurende een korte periode minder goed, of voel je je overdag wat slaperig. Dat komt bij iedereen wel eens voor. Dergelijke slaapklachten veroorzaken doorgaans weinig last. Met andere woorden: je functioneert nog goed. De slaapklachten gaan meestal vanzelf over. Je hoeft je er dus geen zorgen over te maken.
Slapeloosheid
Als je meer dan drie keer per week slecht slaapt, kan dat je functioneren wel hinderen. Zijn je klachten overdag zeer uitgesproken, dan lijd je mogelijk aan slapeloosheid.
Hoe kan je het herkennen?

Als je last hebt van slapeloosheid, dan heb je geen normaal slaappatroon meer:
- Je slaapt moeilijk in.
- Je slaapt niet door.
- Je wordt te vroeg wakker.
Overdag draag je daar de gevolgen van:
- Je bent moe en prikkelbaar.
- Je kan je moeilijk concentreren.
- Je presteert minder goed op het werk of op school.
Wat zijn de oorzaken van slapeloosheid?
Slapeloosheid heeft heel wat mogelijke oorzaken. De belangrijkste zijn:
- stress;
- psychiatrische problemen;
- onderliggende lichamelijke aandoeningen.
Stress
Stress kan het gevolg zijn van onder meer:
- je werk;
- problemen in je relatie;
- financiële moeilijkheden;
- het overlijden van een dierbare.
Psychiatrische problemen
Slapeloosheid kan optreden bij psychiatrische aandoeningen, zoals:
Onderliggende aandoeningen
Ook verschillende lichamelijke aandoeningen kunnen slaapklachten en slapeloosheid uitlokken:
- slaapapneu:
- Je stopt meermaals per nacht met ademhalen gedurende meer dan 10 seconden.
- Telkens ben je heel even wakker, soms zonder het te beseffen. Je slaapt dus nooit aan een stuk door.
- rustelozebenensyndroom:
- Je hebt ’s nachts last van een onaangenaam gevoel in je benen. Je been slaapt of tintelt.
- Dat gevoel kan je tegengaan door je benen te bewegen.
- Rusteloze benen kunnen gepaard gaan met periodieke beenbewegingen. Dat zijn plotse, heftige en schokkende bewegingen van je benen tijdens je slaap.
- narcolepsie (zeldzaam):
- Deze aandoening kan zich uiten in een of meerdere van volgende symptomen:
- onbedwingbare aanvallen van slaap overdag (hoofdsymptoom);
- plotse verlamming van enkele seconden, uitgelokt door emoties zoals hard lachen of woede (kataplexie);
- hallucinaties met levensechte dromen (bij het inslapen);
- slaapverlamming: je bent even niet in staat om te bewegen (bij het inslapen of wakker worden).
- De hallucinaties en de slaapverlamming kunnen beangstigend zijn, maar zijn niet gevaarlijk.
- Deze aandoening kan zich uiten in een of meerdere van volgende symptomen:
- verstoorde biologische klok:
- Een jetlag of ploegenarbeid kunnen je biologische klok verstoren.
- Je lichaam weet niet meer wanneer het tijd is om actief te zijn of om te slapen. Zo kan je klaarwakker zijn wanneer je wil gaan slapen, of slaperig en moe wanneer je moet werken.
- parasomnieën:
- Je wordt wakker zonder volledig alert te zijn.
- Een gekend voorbeeld is slaapwandelen.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Je arts stelt je uitgebreid vragen over je slaapprobleem. Hij wil ook weten waarover je je zorgen maakt en welke verwachtingen je hebt. Daarnaast gaat hij na of de slapeloosheid te maken kan hebben met een onderliggend lichamelijk probleem.
Slaapdagboek
Je arts kan je vragen om een slaapdagboek bij te houden. Daarin noteer je alle informatie over je slaap en je slaapklachten. Je houdt onder meer bij:
- wanneer je gaat slapen;
- hoe lang het duurt om in te slapen;
- hoe vaak je wakker wordt;
- hoe lang je dan wakker ligt;
- wanneer je opstaat;
- of je dan fit bent of niet.
Op die manier krijgt je arts een goed zicht op je slaappatroon. Ook de oorzaken en de aard van je slaapprobleem worden duidelijker op basis van een slaapdagboek.
Wat kan je arts doen?
Je arts kan je voorlichting en adviezen geven in functie van een goede slaaphygiëne. Hij kan je ook technieken aanleren die de slaap bevorderen. Daarmee kan hij je slapeloosheid vaak al oplossen.
Slaapvoorlichting
De arts legt je uit hoe een dag-nachtritme werkt. Hij vertelt je ook wat een gezond slaappatroon is.
Er is geen precieze norm voor het aantal uren slaap dat je nodig hebt. Ook is het moeilijk te bepalen hoe lang het moet duren voor je in slaap valt. Naarmate de nacht vordert, wordt de slaap steeds minder diep. Het is normaal dat je dan kort wakker wordt.
Slaap-waakadviezen
Dit doe je beter niet als je aan slapeloosheid lijdt:
- Blijf niet langer in bed liggen.
- Haal geen slaap in overdag.
- Doe geen dutjes voor de geplande bedtijd, zoals in slaap vallen voor tv.
Daarmee onderhoud je het probleem.
Wat je beter wel doet:
- Ga slapen als je je slaperig voelt.
- Zorg ervoor dat je slaapkamer goed verduisterd en fris is.
- Sta op een vast uur op.
- Probeer te ontspannen voor je gaat slapen.
Technieken die de slaap bevorderen
- ontspanningstechnieken, zoals:
- een uur ontspannen voor je gaat slapen;
- werklijstjes maken voor de volgende dag.
- cognitieve gedragstherapie:
- Je vertrekt van de gedachten die je hebt over slaap en je slaapprobleem.
- Via gesprekken probeer je die gedachten te veranderen.
- stimuluscontrole, waarbij je leert om:
- alleen te gaan slapen als je slaperig bent;
- op te staan en iets ontspannend te doen als je niet kunt slapen (in plaats van in bed te blijven woelen);
- elke dag op hetzelfde uur op te staan;
- geen dutjes te doen overdag.
- slaaprestrictie:
- Je beperkt de tijd in bed tot de tijd die je daadwerkelijk slaapt.
- voldoende beweging.
Medicatie
Lijd je aan acute en ernstige slapeloosheid, dan kan je arts je voor een korte periode een slaapmiddel voorschrijven. Meestal is dat lormetazepam. Dat kun je innemen gedurende maximaal één week.
Slaapmiddelen zijn zeer verslavend. Je mag ze dus alleen in crisissituaties gebruiken. Met andere woorden wanneer de slapeloosheid je normale functioneren ernstig verstoort.
Ben je wat ouder, dan moet je zeer voorzichtig zijn met slaapmiddelen. Ze verminderen je alertheid en verhogen de kans op vallen (bijvoorbeeld wanneer je ‘s nachts opstaat om naar het toilet te gaan). Je arts vraagt je altijd om na één week terug te komen. Dan kan hij nagaan of het slaapmiddel effect heeft.
Doorverwijzing
Je arts verwijst je door naar een slaapcentrum voor een slaaponderzoek, naar een psychiater of naar een psychotherapeut wanneer:
- de gekregen adviezen, technieken en medicijnen weinig hebben uitgehaald;
- je arts vermoedt dat er een onderliggend, mogelijk ernstig probleem is.
Meer weten?
- Slaapdagboek: https://www.thuisarts.nl/slaapproblemen/ik-wil-oorzaak-van-mijn-slapeloosheid-weten-slaapdagboek
- https://www.thuisarts.nl/slaapproblemen
- https://www.geestelijkgezondvlaanderen.be/slaapstoornissen
- https://www.uzleuven.be/nl/parasomnia
- Tips voor een goede slaaphygiëne: https://www.uza.be/behandeling/slapeloosheid-insomnie