Wat is het?
Men spreekt van anemie (of bloedarmoede) als er te weinig rode bloedcellen zijn in het bloed. Bloedarmoede is geen ziekte op zich, maar een symptoom. De onderliggende oorzaak dient steeds opgespoord te worden.
Bloedarmoede kan het gevolg zijn van een verminderde aanmaak van rode bloedcellen bijv. door tekorten (ijzer, vitamine B12 of foliumzuur tekort) of van een verhoogde afbraak (hemolyse) van de rode bloedcellen. In dat geval spreken we van hemolytische bloedarmoede.
In normale omstandigheden leeft een rode bloedcel zo’n 120 dagen; bij hemolyse kan dit slechts enkele minuten zijn. Slaagt het lichaam er niet in om deze afbraak te compenseren door een verhoogde aanmaak, dan ontstaat er een tekort aan rode bloedcellen.
De afbraak van de rode bloedcellen kan plaatsvinden in de milt, het beenmerg of in de bloedvaten zelf.
Er kunnen heel wat oorzaken zijn voor deze verhoogde afbraak: erfelijke aandoeningen, gebruik van bepaalde medicatie, toediening van een bloedproduct, infecties, brandwonden…
Hoe kan je het herkennen?
Soms ontdekt men de bloedarmoede toevallig via het bloed, zonder dat er echte klachten zijn.
Maar je kan ook last hebben van moeheid, duizeligheid en kortademigheid.
In geval van een ernstig tekort aan rode bloedcellen, kun je ook bleek zien.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
De arts zal je ondervragen en een bloedonderzoek doen, met telling van het aantal rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. De hemolyse wordt bevestigd wanneer men in het bloed een verhoging van onvolgroeide rode bloedcellen (reticulocyten) vaststelt.
Afhankelijk van de eerste resultaten gebeurt verder onderzoek naar de specifieke oorzaak van de hemolytische bloedarmoede.
Wat kan je zelf doen?
Je kunt zelf niets doen om hemolytische bloedarmoede te voorkomen.
Heb je een van bovenvermelde klachten ervaart, dan is het misschien goed om naar de huisarts te gaan voor een bloedafname.
Wat kan je arts doen?
De behandeling hangt af van de oorzaak van de bloedarmoede. Welke behandeling het best wordt opgestart, wordt steeds bepaald in overleg met een specialist in bloedziekten (hematoloog).