Brecht Moerenhout Verschenen op 20/08/2025

In het nieuws

In 2024 waren in België 51% van de pasgeboren baby’s jongens. Al eeuwenlang worden er iets meer jongens dan meisjes geboren: gemiddeld 105 jongens per 100 meisjes. In De Standaard van 31 juli 2025 haalde populatiegeneticus Maarten Larmuseau enkele mogelijke oorzaken aan. We gaan dieper in op een aantal theorieën en vragen ons af of je het geslacht van je baby kan beïnvloeden.

Conclusie

Wereldwijd worden er iets meer jongens dan meisjes geboren. Dat komt door een complex samenspel van biologische factoren, evolutionaire factoren en omgevingsfactoren. Jongens zijn kwetsbaarder en hebben op jongere leeftijd een hogere kans op overlijden, waardoor een kleine overschot evolutionair gezien zinvol is. Stress en andere omgevingsfactoren kunnen de verhouding tijdelijk doen verschuiven naar meer meisjes. Voor ouders bestaan er geen betrouwbare natuurlijke methoden om het geslacht van hun kind te bepalen. Alleen medische technieken maken selectie mogelijk, maar die worden enkel gebruikt om ernstige erfelijke ziekten te voorkomen.

Lees verder »

Waar komt dit nieuws vandaan?

Op 31 juli 2025 schreef De Standaard dat er in 2024 in België 52.664 meisjes en 55.486 jongens werden geboren. Dat past in een opvallend stabiele wereldwijde trend: 105 jongens per 100 meisjes, een biologisch patroon dat wetenschappelijk bevestigd is.

Maarten Larmuseau legt uit dat de oorzaken complex en niet volledig bekend zijn. Maar hij somt enkele mogelijke verklaringen op, zoals:

  • verschillen tussen spermacellen, zoals de snelheid en het geslacht;
  • een betere innesteling in de baarmoeder;
  • mogelijke evolutionaire voordelen van een klein overschot aan jongens.

Mannelijke embryo’s zijn wel kwetsbaarder, waardoor in stressvolle omstandigheden soms tijdelijk meer meisjes geboren worden.

De wetenschap heeft geen simpel antwoord op de vraag waarom meestal meer jongens dan meisjes geboren worden. Vermoedelijk komt het door een complexe combinatie van verschillende factoren. Wel is duidelijk dat factoren zoals stress, gezondheid en vervuiling de verhouding tijdelijk kunnen beïnvloeden.

Bron

(1) Vlooswijk E. Waarom worden er meer jongens dan meisjes geboren? De Standaard. 31 juli 2025.

    Hoe moet je dit nieuws interpreteren?

    Biologische basis
    • Zaadcellen en bevruchting:
      • Bij de bevruchting is er geen verschil tussen zaadcellen die een X-chromosoom (meisje) of een Y-chromosoom (jongen) dragen (2).
      • Het verschil ontstaat in de eerste weken nadien: mannelijke embryo’s groeien iets sneller en overleven vaker deze kwetsbare fase.
      • In de maanden daarna sterven er dan weer meer mannelijke foetussen, zodat de verhouding tijdens de geboorte terugloopt naar ongeveer 105 jongens voor 100 meisjes.
    • Chromosomen en afweer: Het X-chromosoom bevat veel genen die belangrijk zijn voor de afweer en ontwikkeling.
      • Meisjes hebben er twee, waardoor ze een soort reserve hebben.
      • Jongens hebben er maar één, waardoor ze kwetsbaarder zijn bij schadelijke genvarianten (3).
    Verhoogde kwetsbaarheid van jongens
    • Epidemiologisch onderzoek toont aan dat jongens niet alleen in de baarmoeder, maar ook als baby en kind gevoeliger zijn voor infecties en vroege sterfte (4).
    • Hormonen spelen ook een rol. Testosteron verhoogt de kans op hart- en vaatziekten, terwijl oestrogeen net beschermend is (5).
    • Daarbovenop zijn jongens gemiddeld groter en zwaarder, waardoor ze meer energie nodig hebben. Je zou kunnen zeggen dat ze evolutionair ‘duurder in onderhoud’ zijn en daardoor kwetsbaarder (6).
    Invloed van omstandigheden

    Ook omgevingsfactoren kunnen invloed hebben op de verhouding tussen jongens en meisjes.

    • Stress en rampen: Tijdens periodes van zware stress, zoals oorlogen of natuurrampen, worden er relatief meer meisjes geboren (7). Dat wordt toegeschreven aan een hogere kans op verlies van mannelijke embryo’s, die gevoeliger voor stresshormonen zijn.
    • Leeftijd, omgeving en seizoen: Factoren zoals luchtvervuiling, de leeftijd van de ouders of het seizoen van de geboorte kunnen de verhouding subtiel beïnvloeden (8). Maar de effecten zijn zeer klein en wisselen per land en periode.
    • Demografische evolutie na de geboorte:
      • Tot de leeftijd van ongeveer 50 jaar zijn er gemiddeld meer mannen dan vrouwen.
      • Maar daarna begint de verhouding te kantelen. Mannen sterven vaker door ongelukken, geweld, zelfdoding, hart- en vaatziekten, roken, alcohol en risicogedrag (9). Op hoge leeftijd is de kloof groot: bij 80-plussers zijn er in de westerse wereld vaak nog maar 60 tot 80 mannen per 100 vrouwen.
    Jongens als evolutionaire gok

    Omdat jongens kwetsbaarder zijn en meer energie nodig hebben, zijn ze evolutionair gezien een grotere gok. Toch hebben gezonde mannen in gunstige omstandigheden de kans om meer kinderen te verwekken dan vrouwen. Vrouwen kunnen per zwangerschap maar één of enkele kinderen krijgen, terwijl mannen in theorie tientallen kinderen kunnen krijgen bij verschillende vrouwen.

    Daarom lijkt de natuur in gunstige omstandigheden vaker voor jongens te ‘kiezen’ en in moeilijke omstandigheden vaker voor meisjes. Dit is de zogenaamde Trivers-Willard-hypothese (10).

    Kan je als ouder het geslacht van je baby beïnvloeden?

    Sommige ouders hebben een voorkeur voor een jongen of een meisje, en proberen daarom het geslacht zelf te beïnvloeden. Kan dat?

    • Natuurlijke methoden, zoals seks vlak voor of na de eisprong of een aangepast dieet, werken niet (11). Kleine schommelingen in de verhouding tijdens de cyclus bestaan wel, maar die zijn hormonaal gestuurd en te klein om nuttig te zijn. Ook de theorie dat Y-zaadcellen sneller zouden zijn vlak rond de eisprong, is nooit bewezen.
    • Medische technieken, zoals spermasortering of pre-implantatie genetische diagnostiek bij in-vitrofertilisatie, zijn wel betrouwbaar. Maar ze zijn alleen toegestaan om erfelijke geslachtsgebonden aandoeningen te vermijden.

    Conclusie

    Wereldwijd worden er iets meer jongens dan meisjes geboren. Dat komt door een complex samenspel van biologische factoren, evolutionaire factoren en omgevingsfactoren. Jongens zijn kwetsbaarder en hebben op jongere leeftijd een hogere kans op overlijden, waardoor een kleine overschot evolutionair gezien zinvol is. Stress en andere omgevingsfactoren kunnen de verhouding tijdelijk doen verschuiven naar meer meisjes. Voor ouders bestaan er geen betrouwbare natuurlijke methoden om het geslacht van hun kind te bepalen. Alleen medische technieken maken selectie mogelijk, maar die worden enkel gebruikt om ernstige erfelijke ziekten te voorkomen.

    Referenties
    Content overnemen van Gezondheid en Wetenschap

    Gezondheid en Wetenschap heeft het alleenrecht op de meeste gepubliceerde content. Onze artikels mogen dus niet overgenomen worden zonder onze schriftelijke toestemming.

    Interesse in onze content? Neem contact op via info@gezondheidenwetenschap.be.

    Ook interessant

    Nieuwsbrief

    Schrijf je in voor onze nieuwsbrief