Wat is het?
Voedselallergie is een overgevoeligheidsreactie op bepaalde voedingsstoffen. Het lichaam reageert abnormaal op sommige eiwitten uit de voeding. Het beschouwt ze als vreemde stoffen die moeten geweerd worden en stoot ze af. Dergelijke afstotingsreactie gaat gepaard met een reeks klachten.
Bij zuigelingen is de meest voorkomende oorzaak (koe)melk, en bij het opstarten van vaste voeding ook eieren en granen (tarwe, gerst en rogge). Bij schoolgaande kinderen die allergisch zijn aan berkenpollen, komen overgevoeligheidsreacties voor vers fruit, groenten, noten en knolgewassen vaker voor.
Voedselovergevoeligheid verwijst zowel naar voedselallergie als naar voedselintolerantie. De onderliggende mechanismen zijn verschillend. Bij voedselallergie gaat het om een abnormale reactie van het afweersysteem op bepaalde eiwitten uit de voeding, terwijl dat niet het geval is bij voedselintolerantie. In het laatste geval loopt het fout met de vertering van bepaalde voedingsproducten. Dit komt dan door een tekort aan sommige stoffen die een functie hebben bij de vertering.
Hoe vaak komt het voor?
Van alle kinderen heeft 2 tot 7% een voedselallergie. De helft van de ouders met een baby jonger dan 2 jaar denkt dat hun kind een voedselallergie heeft. Veel klachten, zoals slecht eten, braken, veel opboeren, wat plattere stoelgang… worden ten onrechte toegeschreven aan voedselallergie.
Hoe kun je het herkennen?
Een waaier van verschillende klachten kan optreden, zowel onmiddellijk na het eten als enkele uren tot dagen nadien:
- huidafwijkingen: jeukende huiduitslag gaande van rode vlekken over echte netelroos tot het meer chronische kindereczeem.
- ogen: jeuk, tranende ogen, zwelling van de oogleden.
- maag-darmklachten: braken, diarree, buikpijn. Ook jeuk in de mond (de ingangspoort voor het voedsel!) komt vaak voor.
- ademhalingsproblemen: niezen, neusloop en piepende ademhaling zijn eerder zeldzaam, en meestal te wijten aan de gelijktijdig aanwezige hooikoorts.
- andere ziektetekenen: veel wenen (huilbaby’s), slecht slapen, onvoldoende gewichtstoename.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Een nauwkeurig ondervraging van de moeder zal al veel leren: welke klachten zijn er? Wanneer zijn ze begonnen? Wanneer zijn de verschillende voedingsmiddelen in de voeding geïntroduceerd?
Voor het vaststellen van koemelkallergie bij zuigelingen bijvoorbeeld bestaan er geen goede tests. Meestal is er een vermoeden omdat de klachten optreden kort na het starten van voeding met koemelk. Zij verdwijnen van zodra deze wordt vervangen door bijvoorbeeld sojamelk, maar komen onmiddellijk terug opzetten bij gebruik van koemelk.
Bij zeer ernstige allergie kan in het ziekenhuis een blootstellingstest worden gedaan. Hierbij krijgt de baby stijgende hoeveelheden koemelk toegediend; de reacties hierop worden nauwkeurig opgevolgd. Bij oudere kinderen zijn huid- en bloedtests niet zo nuttig. Bij deze groep wordt vooral gewerkt met eliminatie- en blootstellingstests. Hierbij wordt het verdachte voedsel volledig uit het dieet verwijderd. In een dagboek worden de reacties genoteerd. Daarna worden de verschillende voedingsproducten één voor één terug aan het dieet toegevoegd. Als bij een bepaald product de klachten terugkeren, is het kind hieraan waarschijnlijk allergisch.
Verwijzing naar een kinderarts zal meestal gebeuren bij ernstige allergie: bij ernstige klachten en bij onmiddellijke reacties die levensbedreigend kunnen zijn.
Wat kun je zelf doen?
Voor zuigelingen is en blijft moedermelk de beste voeding! Komt voedingsallergie in je familie voor, probeer dan de borstvoeding zo lang mogelijk vol te houden.
Als je vermoedt dat je kind allergisch is voor voedsel, dan kan het de arts erg helpen als je een dagboek bijhoudt. Noteer wanneer de klachten optreden: welke klachten precies, hoeveel tijd na de voeding… Houd ook nauwkeurig bij wanneer je nieuwe producten aan de voeding toevoegt en welke gevolgen dat heeft. Houd ook de groeikenmerken zoals lengte en gewicht goed bij.
Eens de diagnose is gesteld, moet je je zo streng mogelijk aan het voorgestelde dieet houden. Koemelk wordt tot de leeftijd van 2 jaar het best vervangen door speciale melksoorten zoals sojamelk en melkwei. Als ook dat niet lukt, zijn er nog (dure) speciale melksoorten. Ook bij grotere kinderen moeten de voedingsstoffen waaraan ze allergisch zijn volledig uit het dieet worden gebannen. Een klein beetje geven lost niets op! Het is erg moeilijk om inname van bepaalde voedingsstoffen bij kinderen volledig te vermijden. Dikwijls krijgen ze al eens iets van vriendjes of op feestjes. Het is daarom nuttig om een gepast geneesmiddel in huis te hebben. De meeste voedingsallergieën verdwijnen gelukkig rond de schoolgaande leeftijd.
Wat kan je arts doen?
Uit het voorgaande kun je al opmaken dat de belangrijkste rol is weggelegd voor de ouders. Zij zijn het die de controle over het dieet moeten houden. Je arts zal je een voorschrift geven voor een geneesmiddel dat de allergische reactie onderdrukt. Hij zal je bij ernstige problemen doorverwijzen naar een kinderarts.
Meer weten?
https://www.thuisarts.nl/voedselovergevoeligheid