Je kind komt thuis met een slecht rapport, dat volgens hem te wijten is aan het feit dat het niet botert met de leraar. Tijdens een oudercontact verkondigt de leraar echter dat je kind weinig inspanningen doet, en de verstandhouding daarom minder goed is. Een cohortstudie kan dit soort kluwen ontwarren.

Om oorzaak en gevolg te onderscheiden, heb je tijd nodig. Hier ligt de kracht van een cohortstudie. Je kunt de relatie tussen je kind en de leraar best op lange tijd observeren: als je zoon of dochter een goed rapport heeft, en de relatie blijft bedenkelijk, dan kun je je vragen stellen...

Wat is een cohortstudie?

Bij een cohortstudie of longitudinale studie wordt gedurende een welbepaalde periode een groep (cohort) deelnemers opgevolgd. Cohortstudies behoren tot de groep van observationele of waarnemende onderzoeken. Dergelijke studies zijn geschikt om relaties vast te stellen, maar niet om oorzakelijke verbanden te bewijzen. Zo kan een cohortstudie een relatie aantonen tussen obesitas en het aantal dagen afwezigheid door ziekte. Onderzoekers vermoeden dan bijv. dat dit komt door het feit dat obesitas gepaard gaat met meer rugproblemen, knieproblemen en diabetes. Ze kunnen echter geen conclusies trekken, omdat andere storende factoren eveneens een rol kunnen spelen. In het geval van obesitas en ziekteverzuim kan de leeftijd zo’n beïnvloedende factor zijn: ouder worden betekent meer gezondheidsproblemen, en een grotere kans op obesitas. Het is dus niet eenvoudig om een onderscheid te maken tussen het effect van obesitas en dat van ouder worden.

Prospectieve vs. retrospectieve cohortstudies

Meestal zijn cohortstudies prospectief van aard: dit betekent dat onderzoekers vandaag starten en in de toekomst kijken hoe bepaalde zaken evolueren. Cohortstudies kunnen ook retrospectief zijn, wanneer onderzoekers vandaag in medische dossiers nagaan hoe de gezondheid evolueerde in de afgelopen tijd.

Hoe verloopt een cohortstudie?

De deelnemers van een cohortstudie worden geselecteerd uit een populatie waarvan vermoedt wordt dat ze de bestudeerde aandoening of situatie kunnen oplopen na verloop van tijd. Onderzoek naar prostaatkanker gebeurt natuurlijk niet bij een groep vrouwen...

Nadelen van cohortstudies

Een probleem bij cohortstudies is dat het aantal deelnemers kan schommelen met de tijd: mensen kunnen overlijden, de groep verlaten, verhuizen, spoorloos verdwijnen, ... Aangezien de populatie dynamisch is, en met andere woorden meestal afneemt met de tijd, kunnen onderzoekers moeilijk alle personen in de cohort als noemer gebruiken. Ze kiezen dan voor een noemer uitgedrukt in persoonsjaren (zie voorbeeld onder): dit is het aantal jaren dat elke persoon werkelijk opgevolgd werd, m.a.w. de periode waarbinnen er met zekerheid voldoende gegevens over de betrokken persoon beschikbaar zijn.

Een ander gevaar bij cohortstudies is dat personen die de studie willen verlaten verschillend kunnen zijn van personen die blijven deelnemen. Het is geweten dat diabetes type 2 vaker voorkomt bij personen met obesitas. Als in een cohortstudie over diabetes type 2 meer zwaarlijvige personen afhaken dan niet zwaarlijvige, krijgen de onderzoekers uiteraard een vertekend beeld van het voorkomen van diabetes type 2 in functie van obesitas.

Tijdens het verloop van een cohortstudie worden alle optredende ziekten, klachten en risicofactoren geregistreerd die betrekking hebben op de bestudeerde aandoening of situatie. Zo zijn bij sommige cohortstudies meer dan 100.000 deelnemers betrokken die gedurende vele jaren opgevolgd gaan worden. Dergelijke aanpak is uiteraard zeer duur, tijdrovend en arbeidsintensief: in geval van kanker moeten onderzoekers jarenlang vele duizenden mensen opvolgen om een voldoende aantal kankers te registreren voor verder onderzoek. Deze aanpak vraagt een enorme logistieke organisatie en een grote nauwkeurigheid in de opvolging van de personen.

Voordelen van cohortstudies

De kracht van een cohortstudie ligt in het feit dat de selectie en opvolging van de deelnemers verlopen alvorens de bestudeerde aandoening optreedt. De aandoening in kwestie zal m.a.w. de studiegegevens niet kunnen beïnvloeden: niemand weet op voorhand wie ziek zal worden.

Voorbeeld van een cohortstudie

Laten we eindigen met een voorbeeld: onderzoekers starten een cohortstudie met 60 personen die 3 jaar opgevolgd worden. Het doel is om diabetes te bestuderen. Gedurende de opvolging ontwikkelen 10 personen diabetes. Als alle oorspronkelijke deelnemers de volledige opvolgingsperiode van de studie uitdoen, kunnen de wetenschappers stellen dat er 10 personen met diabetes zijn op 60. Niet alle deelnemers blijven echter betrokken bij de studie gedurende de opvolging van 3 jaar: 10 personen blijven 1 jaar, 20 blijven 2 jaar en 30 blijven 3 jaar. De noemer wordt dan als volgt uitgedrukt: (10 maal 1 jaar) + (20 maal 2 jaar) + (30 maal 3 jaar) = 10 + 40 + 90 = 140 persoonsjaren. Het aantal personen met diabetes (teller) bedraagt dan 10 op 140 persoonsjaren (noemer). Los daarvan kan een aantal van de oorspronkelijke deelnemers die de studie verlieten eveneens diabetes ontwikkelen. Maar daar hebben de onderzoekers dan geen gegevens over.

Conclusie

Tijd is belangrijk om te weten in welke richting een verband gaat. Het is pas door de relatie tussen de leerkracht en zoon- of dochterlief te volgen, dat je het probleem beter kunt situeren. Je kunt natuurlijk wel vermoeden dat je kind iets te lang op de computer speelde tijdens de examenperiode...

Nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief