Wat is het?
Cytostatica zijn geneesmiddelen die inwerken op de celdeling en/of substanties die een cel nodig heeft om te groeien. Kankercellen worden hierdoor vernietigd of geremd in hun groei, waardoor ze uiteindelijk afsterven.
Cytostatica behoren tot de groep chemotherapie of kortweg chemo. Deze geneesmiddelen gaan gepaard met een hele reeks bijwerkingen en kunnen vaak onvoldoende onderscheid maken tussen kwaadaardige en gezonde cellen.
Naast kankercellen tasten ze dus vaak ook gezonde cellen aan, zoals bloedcellen, haren, het maagdarmstelsel, zenuwen, niercellen, levercellen, de hartspier, huid, etc.
Chemotherapie kan ook een miskraam uitlokken en afwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind.
Ernstige bijwerkingen betekenen ook absoluut niet dat de chemotherapie goed aanslaat. Het is geen graadmeter voor het succes van de behandeling.
Bij wie komt het voor?
De bijwerkingen zijn afhankelijk van het gebruikte type cytostatica en zijn individueel zeer verschillend. Sommige personen hebben bijna geen last van de behandeling, terwijl andere er doodziek van zijn.
Hoe kan je het herkennen?
Misselijkheid of braken kan al beginnen tijdens de toediening van de chemotherapie via een infuus, of binnen 2 à 6 uur erna.
Haaruitval begint meestal 3 tot 5 weken na de eerste toediening.
Wat kun je zelf doen?
Je kan op vraag van je arts een dagboek bijhouden van de bijwerkingen, zodat hij meer inzicht heeft in de ernst en frequentie ervan.
Haaruitval kan je maskeren met een pruik. Na het stoppen van de behandeling groeit het haar spontaan terug, en na 3 tot 4 maanden hoef je de pruik niet meer te dragen.
Raadpleeg meteen een arts als je bij jezelf alarmsignalen vaststelt, zoals koorts of kortademigheid (cf. infra), en best ook in geval van twijfel.
Wat kan je arts doen?
Misselijkheid en/of braken
Bij lichte misselijkheid wordt het geneesmiddel metoclopramide toegediend. Dit werkt in op de peristaltiek van het maagdarmkanaal en op de dopaminereceptoren in het braakcentrum in de hersenen.
Bij ernstige misselijkheid worden geneesmiddelen (bijv. ondansetron) toegediend die inwerken op de serotoninereceptoren in het lichaam. Indien nodig worden er gelijktijdig corticosteroïden gegeven.
Tekort aan bloedcellen
Door inwerking van de chemotherapie op het beenmerg kan de aanmaak van de verschillende soorten bloedcellen verminderen. Deze effecten treden pas na 1 tot 3 weken op, en bloedarmoede pas na een paar maanden.
- Een tekort aan witte bloedcellen gaat gepaard met een verhoogde gevoeligheid voor infecties. Er worden geneesmiddelen toegediend die de aanmaak van witte bloedcellen stimuleren. In extreme gevallen kan een beenmerg- of stamceltransfusie nodig zijn.
- Een tekort aan bloedplaatjes uit zich door stoornissen in de bloedstolling en een verhoogde bloedingsneiging. Het aantal bloedplaatjes herstelt meestal spontaan. Indien nodig kunnen transfusies met bloedplaatjes worden toegediend.
- Een tekort aan rode bloedcellen veroorzaakt bloedarmoede. Bloedtransfusies kunnen dit corrigeren, en EPO kan de aanmaak van rode bloedcellen stimuleren.
Volgende bijwerkingen vragen een specifieke aanpak:
- schade aan de hartspier;
- zenuwontsteking;
- huid- en slijmvliesletsels;
- verminderde nierfunctie;
- afwijkingen aan de longen;
- spierzwakte;
- toegenomen gevoeligheid voor aanrakingen en koude;
- stoornissen van de leverfunctie;
- allergische reacties.
Vaak is een verandering van product of een dosisverlaging nodig.
Angstige patiënten kunnen een licht kalmeermiddel nemen een paar uur voor de toediening.
Volgende alarmsignalen vereisen een snelle, correcte behandeling:
Tekenen van infecties:
- koorts boven de 38°C;
- rillingen;
- branderig gevoel bij het plassen;
- pijnlijke uitslag in de mond;
- keelpijn.
Je weerstand tegen infecties kan door de kanker op zich al fel verminderd zijn. De chemotherapie kan bovendien de witte bloedcellen vernietigen, waardoor je weerstand nog meer afneemt. Infecties kunnen hierdoor uitzonderlijk ernstige vormen aannemen, en moeten daarom onmiddellijk behandeld worden.
Andere tekenen:
- kortademigheid;
- wondjes die langer dan een halfuur bloeden;
- spontane blauwe plekken;
- bloed in de urine of de stoelgang;
- zwelling van de arm aan de kant van de katheter.
Aanhoudende klachten:
- braken langer dan 24 uur;
- diarree langer dan 48 uur;
- constipatie langer dan 3 dagen;
- plotse huiduitslag.
Meer weten?
- www.uzleuven.be/nl/chemotherapie-1
- Bijwerkingen van chemotherapie: www.uzleuven.be/node/60941
- Chemotherapie: mogelijke bijwerkingen (patiëntenbrochure): www.uzleuven.be/node/58501