Wat is het?
De prostaat is een klier zo groot als een kastanje die onder de blaas zit. Enkel mannen hebben een prostaat. De plasbuis loopt vanuit de blaas door de prostaat en penis naar buiten. De prostaat produceert het vocht waarin de zaadcellen zwemmen, en dat bij een zaadlozing via de plasbuis wordt uitgescheiden.
Bij prostaatkanker ontstaan er kwaadaardige cellen in de prostaat. Meestal groeit de tumor zeer traag en zal de man nooit klachten krijgen. Er sterven meer mannen mét prostaatkanker dan ván prostaatkanker.
Hoe vaak komt het voor?
Prostaatkanker is de meest voorkomende kwaadaardige kanker bij mannen en ontstaat bijna steeds na de leeftijd van 60 jaar. Het risico ligt 2 tot 3 keer hoger als je vader of broer werd gediagnosticeerd met prostaatkanker.
Van de tachtigplussers heeft zo’n 9% van de mannen die de huisarts consulteren prostaatkanker.1 Veel van de gevallen blijven echter onopgemerkt. Bij lijkschouwingen wordt bij 70-80% van de tachtigplussers toevallig prostaatkanker vastgesteld.
Meer dan 90% van de mannen met niet-uitgezaaide prostaatkanker zal langer dan 10 jaar leven. Bij uitgezaaide kanker ligt de levensverwachting lager.
Hoe kun je het herkennen?
Meestal geeft prostaatkanker geen klachten. Als er in zeldzame gevallen wel symptomen optreden, lijken deze op de klachten die je hebt bij een goedaardige prostaatvergroting, bijv.:
- veelvuldig plassen;
- een slechte of onderbroken straal;
- gevoel van onvoldoende lediging van de blaas.
Als prostaatkanker is uitgezaaid, kun je ook daarvan klachten ervaren. Het meest voorkomend zijn botpijnen, vooral in de ribben en de wervelkolom.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Lichamelijk onderzoek en bloedafname
Ben je ouder dan 50 jaar en heb je bovenstaande klachten, dan heb je misschien een prostaataandoening. Je arts zal dan volgende onderzoeken uitvoeren:
- een onderzoek via de anus (‘rectaal toucher’);
- Zo kan de arts voelen hoe groot de prostaat is en nagaan of er knobbeltjes aanwezig zijn.
- een bloedafname om de PSA (prostaatspecifiek antigeen) te bepalen.
- Een verhoogde PSA-waarde kan wijzen op prostaatkanker, maar heeft vaak een andere oorzaak, zoals een ontsteking of goedaardige vergroting van de prostaat.
Verdere onderzoeken
Op basis van je klachten, het onderzoek en de resultaten van het bloedonderzoek beslist je arts om je al dan niet naar een uroloog door te verwijzen. Deze arts is gespecialiseerd in de urinewegen en geslachtsorganen en kan:
- een echografie maken van de prostaat;
- een stukje weefsel afnemen voor verder onderzoek (biopsie);
- met een MRI-scan van de prostaat de diagnose van prostaatkanker stellen en kijken in welke mate het zich lokaal verspreid heeft.
Opsporing van prostaatkanker
Met een bloedtest (PSA-test) kun je prostaatkanker opsporen lang voor de eerste klachten opduiken. Het systematisch opsporen van prostaatkanker bij oudere mannen zonder klachten wordt echter afgeraden. In een vroeg stadium kun je immers meestal niet voorspellen of het om een agressieve, snelgroeiende tumor gaat. Doorgaans is er sprake van een zeer langzaam groeiende tumor waarvan de man nooit last zal hebben en waarvoor ingrijpen dus niet hoeft.
Hoewel het systematisch screenen van alle mannen op prostaatkanker vanaf een bepaalde leeftijd enkele mensenlevens zou kunnen redden, zouden ook zeer veel mannen onnodig een erg belastende kankerdiagnose krijgen en zeer ingrijpende behandelingen ondergaan, met soms blijvende bijwerkingen.
Wat kun je zelf doen?
Bekende risicofactoren voor het ontwikkelen van prostaatkanker zijn:
- een hoge inname van vet in de voeding;
- overgewicht;
- roken.
Het risico wordt waarschijnlijk verminderd door voldoende beweging.
Wat kan je arts doen?
Er zijn verschillende behandelingen voor prostaatkanker mogelijk. Afhankelijk van je leeftijd, het stadium en de uitgebreidheid van de kanker kies je samen met de arts de behandeling die voor jou het beste is.
Mogelijke behandelingen zijn:
- afwachten, al dan niet met regelmatige controle van de bloedwaarden en een echografie;
- chirurgische verwijderen van de prostaat;
- bestralen van de prostaat (uitwendig of inwendig);
- toedienen van medicatie die het mannelijke hormoon tegenwerkt (vaak via spuitjes);
- wegnemen van de teelballen.
Meer weten?
Bronnen
1 Intego databank