Wat is obstructieve slaapapneu?

Bij obstructieve slaapapneu (OSA), vaak gewoon ‘slaapapneu’ genoemd, stopt je ademhaling herhaaldelijk tijdens je slaap.
- Soms stopt je ademhaling bijna helemaal, minstens 10 seconden lang. Dat heet een apneu.
- Soms vertraagt je ademhaling sterk, zodat er nog maar weinig lucht door kan. Dan gaat het om een hypopneu.
- Vaak merk je de adempauzes niet zelf, maar is het bijvoorbeeld je partner die ze opmerkt.
Af en toe een korte adempauze tijdens de slaap komt bij veel mensen voor. Pas als dat vaak gebeurt én je er klachten door ervaart, spreken we van slaapapneu.
Meestal komt slaapapneu doordat de spieren in je keel tijdens je slaap te slap worden. De bovenste luchtweg (achteraan in je keel) vernauwt of klapt even dicht. De lucht kan dan niet meer goed naar je longen. Daarop gaat je lichaam dan reageren:
- Je zuurstofgehalte daalt.
- Je hersenen geven een alarmsignaal aan je lichaam.
- Je wordt dan heel kort wakker, vaak zonder dat je het zelf merkt.
Dit gebeurt telkens opnieuw, soms tientallen keren per uur. Daardoor slaap je onrustig en niet diep genoeg.
- Op korte termijn kan je overdag erg slaperig en prikkelbaar worden.
- Op langere termijn verhoogt onbehandelde slaapapneu het risico op hoge bloeddruk, hart- en vaataandoeningen en ongevallen op het werk en in het verkeer.
Hoe vaak komt obstructieve slaapapneu voor?
Ongeveer 4% van de mannen en 2% van de vrouwen tussen ongeveer 30 en 65 jaar hebben last van slaapapneu. Slaapapneu komt:
- vaker voor bij mannen dan bij vrouwen;
- vaker voor bij mensen met overgewicht;
- vaker voor bij mensen van middelbare en hogere leeftijd.
Bij vrouwen neemt het risico toe na de menopauze. Dat heeft waarschijnlijk te maken met hormonale veranderingen en met veranderingen in gewicht en vetverdeling rond de hals.
In België kregen in 2018 ongeveer 140.000 mensen een behandeling voor slaapapneu. Het werkelijke aantal mensen met slaapapneu ligt waarschijnlijk nog hoger, omdat de aandoening niet altijd wordt herkend.
Het is de meest voorkomende lichamelijke oorzaak van slaperigheid overdag.
Hoe kan je obstructieve slaapapneu herkennen?
Veel mensen merken de klachten zelf niet goed op. Vaak is het iemand in je omgeving, bijvoorbeeld je partner, die als eerste iets opmerkt.
Typische signalen ’s nachts:
- luid en regelmatig snurken;
- adempauzes tijdens je slaap (je partner ziet of hoort dat je even stopt met ademen);
- happen naar lucht of stikkende gevoelens tijdens je slaap;
- erg onrustig slapen, veel bewegen;
- vaak naar het toilet moeten ’s nachts;
- ’s nachts zweten.
Klachten overdag:
- sterke vermoeidheid overdag, slaperigheid of zelfs slaapaanvallen (bijvoorbeeld in de auto of achter je computer);
- moeite om je te concentreren en dingen te onthouden;
- hoofdpijn bij het opstaan;
- een droge mond of keelpijn ’s morgens;
- minder zin in seks.
Slaapapneu kan ook een invloed hebben op je dagelijks leven:
- Je bent sneller prikkelbaar of voelt je somber.
- Je prestaties op het werk of op school gaan achteruit.
- Je relatie kan onder druk komen te staan doordat je partner slecht slaapt of zich zorgen maakt.
Sommige mensen gebruiken een smartwatch, slaap-apps op de gsm of andere slaapgadgets. Dat kan soms een idee geven van je slaappatroon, maar is helemaal niet betrouwbaar genoeg om slaapapneu of andere slaapproblemen vast te stellen.
Herken je klachten bij jezelf of merkt je partner adempauzes? Bespreek dat dan met je arts.
Hoe stelt je arts obstructieve slaapapneu vast?
Heb je een of meer van de klachten hierboven, zeker in combinatie met luid snurken of adempauzes? Dan kan je arts denken aan slaapapneu.
Je arts zal:
- vragen naar je klachten en naar wat je partner of huisgenoten opmerken;
- Soms gebruikt je arts daarvoor een korte vragenlijst (zoals STOP-BANG) om in te schatten hoe groot je risico op slaapapneu is. Zo’n vragenlijst is een hulpmiddel.
- informeren naar je werk (bijvoorbeeld of je beroepschauffeur bent) en naar je slaappatroon;
- vragen naar andere aandoeningen zoals hoge bloeddruk, diabetes (suikerziekte), hart- en vaatziektes of depressie;
- een lichamelijk onderzoek doen: onder andere je neus, mond, keel, halsomtrek, lengte en gewicht bekijken en je bloeddruk meten;
- soms bloedonderzoek laten doen om andere oorzaken van vermoeidheid of slaperigheid op te sporen (zoals bloedarmoede, schildklierproblemen of diabetes).
Alleen op basis van klachten is het niet mogelijk om met zekerheid te zeggen of je aan slaapapneu lijdt. Een slaaponderzoek is nodig voor een betrouwbare diagnose en om te beslissen welke behandeling past.
Zo’n slaaponderzoek (polysomnografie):
- gebeurt meestal in een gespecialiseerd slaapcentrum in het ziekenhuis.
- gebruikt sensoren die op je lichaam kleven om je ademhaling, snurken, zuurstofgehalte in je bloed, hartslag, slaaphouding en soms hersenactiviteit te meten.
- wordt geanalyseerd door een arts met ervaring in slaapziektes.
Je arts beoordeelt of je last hebt van slaapapneu en hoe zwaar die is (licht, matig of ernstig) op basis van:
- het aantal ademstops en -vertragingen per uur slaap;
- hoelang die duren;
- hoe ernstig je klachten zijn.
Wat kan je zelf doen?
Werk aan een gezonde levensstijl


Goed voor je algemene gezondheid zorgen kan veel verschil maken, zeker bij lichte slaapapneu en als aanvulling op medische behandelingen.
1. Streef naar een gezond gewicht.
Overgewicht, zeker vet rond de hals en buik, verhoogt de kans dat je luchtweg tijdens je slaap dichtklapt. In de meeste gevallen kan vermageren veel klachten sterk verminderen.
- Probeer om stap voor stap gezonder te eten.
- Beweeg regelmatig (bijvoorbeeld wandelen, fietsen, zwemmen).
- Vraag zo nodig begeleiding aan je arts, diëtist of beweegcoach.
2. Wees voorzichtig met alcohol, roken en slaap- of kalmeermiddelen.
- Alcohol ontspant de spieren in je keel en maakt slaapapneu vaak erger. Vooral alcohol in de uren vóór het slapengaan vermijd je beter.
- Roken irriteert de luchtwegen en kan de zwelling van het slijmvlies vergroten. Stoppen met roken helpt niet alleen voor je slaap, maar ook voor je algemene gezondheid.
- Slaap- en kalmeermiddelen maken je spieren nog slapper. Daardoor kunnen de adempauzes langer en ernstiger worden. Verander nooit zelf de dosis. Bespreek het gebruik van deze middelen altijd met je arts.
3. Let op je slaaphouding.
Bij sommige mensen komen de ademstops vooral voor als ze op de rug slapen.
- Probeer zoveel mogelijk op je zij te slapen.
- Daarvoor bestaan hulpmiddelen (bijvoorbeeld een speciaal kussen of een band die voorkomt dat je op je rug gaat liggen).
- Deze aanpak is vooral nuttig bij lichte vormen van slaapapneu.
4. Zorg ervoor dat je goed door je neus kan ademen.
Een verstopte neus maakt ademen moeilijker.
- Gebruik een zoutwaterspray om je neus te spoelen.
- Overleg met je arts of apotheker welke neusspray voor jou geschikt is.
- Soms is een behandeling door een neus-keel-oorarts nodig (bijvoorbeeld bij een scheef neustussenschot of vergrote neusschelpen).
5. Zorg voor een goede slaaphygiëne.
Een goede slaaphygiëne helpt je beter slapen. Onder ‘slaaphygiëne’ verstaan we slaapgewoontes en de omgeving waarin je slaapt:
- 🕙 Ga op vaste tijden naar bed en sta op vaste tijden op.
- 💻 Vermijd schermen (gsm, tablet, tv) in het uur voor je gaat slapen.
- 🛌 Zorg voor een donkere, rustige en niet te warme slaapkamer.
- ☕ Drink in de avond liever geen dranken met cafeïne (koffie, energiedrank).
6. Denk aan je eigen veiligheid en die van anderen.
Ben je erg slaperig overdag of heb je slaapaanvallen?
- Wees dan extra voorzichtig in het verkeer.
- Rijd niet met de wagen of met andere voertuigen als je merkt dat je bijna in slaap valt.
- Bespreek dit samen met je huisarts en/of bedrijfsarts.
- In sommige beroepen, zoals bij beroepschauffeurs, is rijden met onbehandelde slaapapneu niet toegelaten.
- Vaak is behandeling nodig vóór je je werk weer veilig kan doen.
Probeer je behandeling vol te houden
Kreeg je een CPAP-toestel aangeraden? Veel mensen vinden een CPAP-toestel in het begin onwennig of ongemakkelijk. Stop daarom niet zomaar met de behandeling. Heb je last van bijvoorbeeld een lekkend masker, droge neus of mond, of een benauwd gevoel? Neem dan contact op met het slaapcentrum.
Vaak kunnen kleine aanpassingen aan het masker, de druk of het gebruik van een bevochtiger de behandeling veel comfortabeler maken.
In het slaapcentrum helpen zorgverleners je om een masker te kiezen en de instellingen aan te passen.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Je arts bekijkt samen met jou welke behandeling past bij je klachten, de ernst van je slaapapneu en je persoonlijke situatie. Meestal gaat het om een van de of een combinatie van de onderstaande mogelijkheden.
Levensstijladvies en behandeling van andere aandoeningen
Een gezonde levensstijl vormt de basis van de aanpak van slaapapneu, ook als je nog een andere behandeling krijgt. Je huisartspraktijk of het slaapcentrum bekijkt samen met jou welke zorgverleners je daarbij kunnen ondersteunen.
Onder een gezonde levensstijl verstaan we bijvoorbeeld:
- gewichtsverlies;
- stoppen met roken;
- voorzichtig gebruik van alcohol, slaap- of kalmeermiddelen.
Meer informatie daarover lees je bij ‘Wat kan je zelf doen?’.
Je arts of zorgverlener behandelt ook andere aandoeningen die samen kunnen gaan met slaapapneu, zoals bijvoorbeeld hoge bloeddruk of diabetes.
CPAP-toestel
Bij matige tot ernstige slaapapneu is een CPAP-toestel meestal de eerste keuze.
- Je draagt ’s nachts een masker dat met een lichte luchtstroom je luchtweg openhoudt.
- Daardoor verdwijnen de meeste apneus en hypopneus en voel je je doorgaans minder slaperig overdag.
Mondapparaat (MRA)
Bij milde tot matige slaapapneu, of als een CPAP-toestel niet lukt, kan een mondapparaat (MRA, mandibular repositioning appliance) helpen.
- Dit toestel schuift je onderkaak licht naar voren, zodat je luchtweg beter openblijft.
- Het wordt op maat gemaakt door een tandarts of specialist met ervaring in slaapapneu.
Operatie
Af en toe is een operatie een mogelijkheid, bijvoorbeeld als er een duidelijke blokkade is in de neus-, keel- of mondholte of als andere behandelingen onvoldoende helpen.
- De keuze van de operatie hangt af van de plaats van de vernauwing.
- Een neus-keel-oorarts of kaakchirurg bekijkt samen met jou of een operatie zinvol kan zijn.
- Een operatie is geen standaardbehandeling en wordt alleen overwogen bij een minderheid van de mensen met slaapapneu.
Zenuwstimulatie van de ondertongzenuw
Een nieuwere behandeling is stimulatie van de zenuw die de tongspieren aanstuurt.
- Een klein toestel onder de huid geeft tijdens je slaap lichte impulsen, zodat je luchtweg beter openblijft.
- Deze behandeling is duur en bedoeld voor een kleine groep mensen met matige tot ernstige slaapapneu bij wie CPAP echt niet lukt, ondanks goede begeleiding.
- Je specialist in het slaapcentrum bekijkt of dit in jouw geval een mogelijkheid is.
Gepaste begeleiding en opvolging
Bij slaapapneu is meestal een lange opvolging nodig.
- Je team zorgverleners in het slaapcentrum volgt op of je behandeling goed werkt.
- Ze gaan na hoe je de behandeling ervaart en of er aanpassingen nodig zijn.
- Zeker in de eerste weken is het belangrijk om problemen met je behandeling (bijvoorbeeld met je CPAP-toestel of mondapparaat) snel te melden.
Samen zoeken jullie naar een aanpak die haalbaar is in jouw dagelijks leven en je klachten zo goed mogelijk vermindert.