Wat is het?
Tuberculose (tbc) is een erg besmettelijke infectieziekte.
- De oorzaak is de bacterie Mycobacterium tuberculosis. Die wordt ook wel de bacil van Koch genoemd, naar zijn Duitse ontdekker.
- Tuberculose wordt overgedragen via de lucht:
- Een besmettelijke persoon ademt de bacteriën uit in de lucht.
- Personen in zijn omgeving kunnen deze bacteriën inademen.
- Zo raken ze besmet.
- Vroeger werd tbc de tering genoemd. Die naam verwijst naar het uitgeteerde uitzicht van sterk vermagerde en ondervoede personen met onbehandelde actieve tuberculose.
Van de mensen die besmet raken met de bacterie, krijgt niet iedereen tbc.
- Gezonde personen:
- overwinnen in de helft van de gevallen op eigen kracht de besmetting, zonder dat ze tuberculose krijgen;
- ontwikkelen in de andere helft van de gevallen:
- latente tuberculose-infectie of LTBI, een slapende vorm van tbc (9 op de 10);
- actieve tbc (1 op de 10).
- Personen met een verminderde immuniteit hebben meer kans op actieve tuberculose. Het gaat bijvoorbeeld om:
- mensen met een verzwakt immuunsysteem, zoals personen met hiv;
- personen die geneesmiddelen innemen die het afweersysteem onderdrukken.
Latente tuberculose-infectie (LTBI)
We spreken van een latente vorm van tbc wanneer je natuurlijke weerstand volstaat om niet ziek te worden. De bacterie blijft dan in je lichaam aanwezig, zonder dat je ziek wordt of besmettelijk bent voor anderen.
De kans dat een persoon met een LTBI toch actieve tuberculose ontwikkelt, is ongeveer 1 op de 10. In de helft van deze gevallen gebeurt dit binnen de 2 jaar na de besmetting.
Actieve tuberculose
Tbc kan alle weefsels en organen aantasten, maar longtuberculose komt het meest voor. Een persoon met tuberculose is ook enkel besmettelijk wanneer hij actieve longletsels heeft:
- Als een persoon met longtuberculose zijn mond niet afdekt wanneer hij hoest, kunnen kleine vochtdruppeltjes zich verspreiden in de lucht. Andere personen kunnen die druppeltjes inademen.
- Een persoon met tbc kan ook slijm ophoesten. Daar zitten ook tuberculosebacteriën in.
Hoe vaak komt het voor?
Ongeveer een vierde van de wereldbevolking heeft tuberculose. Van alle tuberculosebesmettingen komt 95% voor in ontwikkelingslanden.
In 2019 kregen in België 8,5 per 100.000 mensen de diagnose tbc:
- België behoort daarmee tot de landen met de laagste cijfers ter wereld.
- Vlaanderen en Wallonië hebben vergelijkbare cijfers: tbc wordt er jaarlijks bij ongeveer 6 op 100.000 personen vastgesteld.
- Tuberculose komt vaker voor in grote, stedelijke gebieden:
- In Vlaanderen haalt Antwerpen de hoogste cijfers, met 9,3 diagnoses op 100.000 personen in 2019.
- In Brussel liggen de cijfers een stuk hoger, met 28,1 op 100.000.
De belangrijkste risicogroepen voor tuberculose zijn:
- dak- en thuislozen;
- gevangenen;
- personen afkomstig uit landen waar tbc vaak voorkomt;
- contactpersonen van besmettelijke patiënten.
Hoe kan je het herkennen?
Bij actieve tbc kunnen volgende symptomen optreden:
- aanslepende hoest;
- pijn op de borst wanneer je ademt/hoest;
- (soms bloederig) slijm dat je ophoest;
- gewichtsverlies;
- vermoeidheid;
- koorts;
- minder eetlust;
- ‘s nachts zweten.
Meestal veroorzaakt tuberculose longletsels, maar het kan ook andere weefsels en organen aantasten. Voorbeelden zijn de beenderen, de darmen, de lymfeklieren, het centraal zenuwstelsel en de urinewegen.
- Bij beendertuberculose zijn vaak een of meerdere wervels aangetast. Dit veroorzaakt toenemende rugpijn.
- Wanneer je darmen aangetast zijn, kan je last hebben van buikpijn en diarree.
- Je lymfeklieren kunnen opzwellen, vooral in je hals, oksels en liezen.
- Ter hoogte van je centraal zenuwstelsel kan hersen- en hersenvliesontsteking ontstaan.
Bij mensen met een sterk verminderde weerstand, zoals aids- en kankerpatiënten, kan de bacterie in de bloedbaan terechtkomen en heel het lichaam aantasten. Dit noemen we miliaire tuberculose. Deze toestand is levensbedreigend.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Een arts kan tuberculose opsporen in verschillende situaties:
- Je hebt op je werk een verhoogd risico om in contact te komen met tuberculose.
- Dan organiseert je arbeidsgeneeskundige dienst regelmatig een opsporing (periodieke screening) van tuberculose.
- Je hebt contact gehad met iemand die besmettelijke longtuberculose heeft.
- Bij deze contacttracing gebeurt de test bij iedereen die in nauw contact is geweest met een persoon met tbc, bijv.:
- kinderen in dezelfde klas;
- personeel van een instelling met een besmette persoon;
- collega's.
- Bij deze contacttracing gebeurt de test bij iedereen die in nauw contact is geweest met een persoon met tbc, bijv.:
- Je hebt klachten die doen denken aan tuberculose.
Om tuberculose op te sporen, kiest de arts als eerste onderzoek bijna steeds voor een tuberculinehuidtest (zie verder). Soms is een IGRA-test aangewezen (zie verder). Wijst een van deze opsporingstests op een (mogelijke) besmetting met tbc? Dan plant je arts verder onderzoek:
- een röntgenfoto (Rx) van je longen;
- onderzoek van eventueel opgehoest slijm (sputum).
Tuberculinehuidtest (mantouxtest)
Hoe voert je arts de test uit?
Je arts spuit een kleine hoeveelheid van een oplossing in je huid. Die oplossing bevat een stukje eiwit van de tuberculosebacterie.
De inspuiting:
- gebeurt ter hoogte van je onderarm, volgens een speciale techniek;
- kan een beetje prikken en een lichte, voorbijgaande roodheid veroorzaken.
Ben je besmet? Dan verschijnt er na de inspuiting een knobbeltje rond de prikplaats.
Beperkingen van de test
- Soms geeft de tuberculinehuidtest een vals-positief resultaat:
- Dan ontstaat er een knobbeltje, zonder dat je tuberculose hebt.
- Iemand die gevaccineerd werd met het BCG-vaccin kan bijvoorbeeld een vals-positieve reactie op de test vertonen, zonder dat die persoon met tuberculose in contact is gekomen.
- Oude (genezen) infecties kunnen nog lange tijd een positief resultaat geven op een huidtest.
- Soms kan de test ook vals-negatief zijn:
- Dat wil zeggen dat er geen reactie (knobbeltje) optreedt, maar je wel degelijk besmet bent.
Op basis van een positieve tuberculinehuidtest kan je arts niet besluiten of je ziek bent. Er is dus steeds bijkomend onderzoek nodig.
Hoe interpreteert je arts de test?
Na 72 uur (3 dagen) moet iemand de test beoordelen, het liefst een persoon met ervaring. De grootte van het knobbeltje dat na de priktest op je huid verschijnt, bepaalt de uitslag:
- kleiner dan 5 mm:
- De test is negatief.
- Je bent volgens de test niet in contact geweest met tuberculose.
- tussen 5 en 9 mm:
- Je kan de test als negatief beschouwen, behalve bij:
- kinderen jonger dan 5 jaar;
- personen met een verminderde weerstand (bijv. personen met hiv).
- Je kan de test als negatief beschouwen, behalve bij:
- 10 tot 17 mm:
- Het testresultaat is twijfelachtig.
- Je arts stelt een tweede test (tuberculinehuidtest of bijv. IGRA-test) voor.
- Er is ook een röngenfoto (Rx) nodig.
- 18 mm of meer:
- Je kan de test als positief beschouwen.
- Je arts verwijst je door voor:
- een röntgenfoto (Rx);
- advies van een specialist.
Belangrijk bij periodieke screening, zoals door arbeidsgeneeskundige diensten, is de 'tuberculineomslag': dit betekent dat je op een vorige test negatief reageerde, maar op de laatste positief. Dat wijst op een recente besmetting.
Een positieve tuberculinetest betekent niet noodzakelijk dat je ziek bent. Bij de meeste mensen die de bacterie hebben ingeademd, zal het eigen afweersysteem de besmetting overwinnen.
IGRA-test
Tegenwoordig is er ook de IGRA-test.
- Deze test gebeurt op een staal bloed. Een inspuiting in je huid is dus niet nodig.
- De IGRA-test heeft bepaalde voordelen in vergelijking met de tuberculinehuidtest:
- Zo kan bijvoorbeeld een eerdere BCG-vaccinatie de test niet beïnvloeden.
- Toch heeft deze test ook nadelen:
- Net zoals de tuberculinehuidtest kan de IGRA-test een actieve tuberculose-infectie niet onderscheiden van een latente infectie. Daarvoor is bijkomend onderzoek nodig.
- De test is vrij duur (40 euro).
Onderzoek van opgehoest slijm
Op drie opeenvolgende dagen wordt een staal opgehoest slijm afgenomen. Daarop gebeurt een kleuring en kweek.
- Met een kleuring kunnen de kiemen rechtstreeks zichtbaar zijn onder de microscoop. Het resultaat hiervan is binnen een paar dagen beschikbaar.
- Een kweek bevestigt de diagnose, maar duurt 4 tot 6 weken. Ook van bijvoorbeeld bloed, urine, weefselstalen of ruggenmergvocht kan een kweek gebeuren.
Beeldvormend onderzoek
Radiologisch onderzoek, zoals een röntgenfoto (Rx) van de longen of wervels, kan typische letsels tonen bij actieve tuberculose.
Heb je symptomen van tuberculose, maar kan de röntgenfoto en het onderzoek van het slijm geen uitsluitsel geven? Dan kan er ook een CT-scan gebeuren.
Wat kan je zelf doen?
Preventie
Je kan een besmetting moeilijk voorkomen. Meestal weet je niet dat je contact hebt gehad met een persoon met tuberculose.
Dek je mond af wanneer je hoest. Zo kunnen de bacteriën zich minder verspreiden in de lucht.
Behandeling
Lijd je aan tuberculose?
- Neem alle voorgeschreven geneesmiddelen regelmatig en steeds op hetzelfde tijdstip in.
- Stop je behandeling niet voortijdig.
- Alle bacteriën moeten uit je lichaam verdwijnen. Anders kan je opnieuw ziek worden.
- Ook bestaat het risico op resistentie: de bacteriën worden dan ongevoelig voor bepaalde antibiotica. Dan wordt het veel moeilijker om de tbc te behandelen.
Wat kan je arts of arbeidsgeneeskundige dienst doen?
Tuberculosescreening
Heb je een verhoogde kans om met tuberculose in contact te komen op je werk? Dan heeft je arbeidsarts een belangrijke rol. Contacteer je arbeidsgeneeskundige dienst voor meer informatie over de periodieke screening naar tuberculose.
Behandeling
Je kan volledig genezen van actieve tuberculose als je goed behandeld wordt met juiste antibiotica. De standaardbehandeling duurt 6 maanden en bestaat uit:
- een eerste fase van 2 maanden, waarin je een mix van 4 geneesmiddelen inneemt (tuberculostatica: rifampicine, isoniazide, ethambutol en pyrazinamide);
- een tweede fase van 4 maanden, waarin je 2 van de 4 medicijnen verder inneemt (rifampicine en isoniazide).
Opvolging
- Medicatie tegen tuberculose kan bijwerkingen veroorzaken. Daarom gebeuren er regelmatig bloedcontroles.
- Ook de röntgenfoto (Rx) van je longen en het onderzoek van de opgehoeste slijmen vinden meermaals plaats. Zo kan je arts het effect van de behandeling nagaan.
- Ben je volledig genezen? Dan zijn er geen controles meer nodig.
Artsen en laboratoria in België zijn verplicht gevallen van tuberculose te melden aan de bevoegde instantie voor gezondheidsinspectie. In Vlaanderen is dat het Departement Zorg.
Vaccinatie voor risicogroepen
Er bestaat een vaccin tegen tuberculose: het BCG-vaccin. Helaas is het weinig doeltreffend. Het beschermt vooral tegen ernstige complicaties. Daarom wordt vaccinatie voorbehouden voor risicogroepen.
Meer weten?
Bronnen
- https://www.ebpnet.be
- https://www.vrgt.be/
- https://www.zorg-en-gezondheid.be/een-meldingsplichtige-infectieziekte-aangeven
- DynaMed [Internet]. Ipswich (MA): EBSCO Information Services. 1995 - . Record No. T116300, Pulmonary Tuberculosis; [updated 2018 Dec 04, cited 10/03/22]. Available from https://www-dynamed-com.gateway2.cdlh.be/topics/dmp~AN~T116300. Registration and login required.
- https://www.who.int/teams/global-tuberculosis-programme/tb-reports