Wat is het?
Een trombocyt of bloedplaatje is een type bloedcel dat een rol speelt in de bloedstolling. In geval van een bloeding gaan meerdere bloedplaatjes aan elkaar kleven en vormen ze zo een klonter die de bloeding stopt. Elke milliliter bloed bevat normaal gezien tussen 150 000 en 360 000 bloedplaatjes. Ligt dat aantal hoger, dan spreken we van trombocytose.
Een trombocytose kan primair of secundair zijn:
- bij de primaire vorm is de trombocytose te wijten aan een bloedziekte, zoals leukemie en essentiële trombocytemie. Essentiële trombocytemie (ET) is een zeldzame aandoening waarbij het beenmerg te veel bloedplaatjes aanmaakt. Het aantal bloedplaatjes ligt bij de primaire vorm meestal tussen de 360 000 en 1 000 000.
- bij een secundaire trombocytose is de stijging van het aantal bloedplaatjes een reactie op een andere aandoening, zoals een bloeding, ijzertekort, infectie of ontstekingsziekte (bv. reumatoïde artritis), of het gevolg van een ingreep of inname van bepaalde geneesmiddelen. Ligt het aantal bloedplaatjes hoger dan 1 000 000, dan is de trombocytose in 80% van de gevallen secundair.
Hoe vaak komt het voor?
De meeste mensen met trombocytose hebben de secundaire vorm.
Hoe kun je het herkennen?
Een trombocytose wordt doorgaans bij toeval gevonden tijdens een routine bloedonderzoek. Bij de secundaire vorm komen vooral de klachten van de onderliggende ziekte tot uiting. Soms treden er bloedingen op omdat de bloedplaatjes niet meer goed werken. In andere gevallen staan de gevolgen van klontervorming op de voorgrond, zoals flebitis (aderontsteking).
Er kunnen ook klachten optreden die typisch zijn voor essentiële trombocytemie: ernstige pijn in de voeten of vingers met rood-blauwe verkleuring. Van de mensen met primaire trombocytose heeft 40% een vergrote milt. Dit kan gepaard gaan met buikpijn, voornamelijk links in de bovenbuik.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Via bloedonderzoek gaat de arts naast het aantal bloedplaatjes onder meer ook de ontstekingsparameters en het ijzergehalte na. Bijkomende bloedtests kunnen de diagnose van primaire trombocytose bevestigen. Een echografie van de milt kan een vergrote milt aantonen. Ingeval het aantal bloedplaatjes is gestegen, gaat de arts steeds op zoek naar de onderliggende oorzaak. Een beenmergpunctie door een specialist bloedziekten (hematoloog) kan aangewezen zijn.
Wat kun je zelf doen?
Bij elke aanslepende ziekte of klacht kan het nuttig zijn om bij je arts langs te gaan voor een bloedonderzoek. Blijf er niet mee lopen. Er is steeds een risico op complicaties door klontervorming (trombose).
Wat kan je arts doen?
Om het risico op klonters te vermijden, krijg je een kleine dosis aspirine voorgeschreven. Aspirine maakt de bloedplaatjes minder kleverig en vermindert de kans op klontervorming. Bloeddruk en cholesterolgehalte worden onder controle gehouden. Rook je, dan zal de arts je aanraden om hiermee te stoppen.
In geval van primaire trombocytose wordt meestal celremmende medicatie opgestart. Is de milt extreem vergroot, dan wordt deze zo nodig verwijderd.
Bij secundaire trombocytose zal de arts uiteraard de onderliggende ziekte aanpakken.