Wat is het?
Een slechte doorbloeding in de benen wordt veroorzaakt door een vernauwing of verstopping van een of meerdere slagaders. Wanneer een slagader verstopt raakt, krijgt een deel van je been te weinig bloed, en dus te weinig zuurstof. Daardoor kan schade ontstaan.
Etalagebenen
De meeste personen voelen pijn in de benen bij het stappen (claudicatio intermittens). Die pijn verdwijnt weer in rust. Bij een inspanning heb je namelijk meer bloed nodig, en door de slagadervernauwing is dat niet mogelijk. Personen met claudicatio blijven vaak stilstaan voor bijvoorbeeld etalages, omdat ze pijn ondervinden wanneer ze stappen. In de volksmond wordt claudicatio daarom etalagebenen genoemd.
Evolutie
In ongeveer 80% van de gevallen blijven de klachten vrij stabiel. In dat geval zijn er geen ingrijpende maatregelen zoals een operatie nodig. Het is wel belangrijk dat je je levensstijl aanpast en je eventueel laat begeleiden door een kinesitherapeut voor staptherapie.
Bij 20% van de personen met claudicatio neemt de aandoening echter progressief toe. Daardoor zal de slagader vroeg of laat volledig dicht zitten.
- De doorbloeding is zo slecht dat je zelfs pijn ervaart in je voet of been in rust. Wanneer je je been uit bed laat hangen of even opstaat, vermindert de pijn.
- Vaak heb je ook slecht genezende wonden (ulcus).
- In het eindstadium kan er weefsel afsterven. Een teen of een huidzone verkleurt dan zwart (gangreen).
Dergelijke gevorderde gevallen komen in aanmerking voor een chirurgische ingreep om je slagader(s) opnieuw doorgankelijk te maken. Daarbij wordt de doorbloeding in je benen hersteld.
Hoe bepaalt je arts de nood aan een operatie?
Het is belangrijk dat de arts evalueert wie nood heeft aan een operatie en wie niet. Daarvoor beschikt hij over een aantal onderzoeken.
Duplexechografie
Dit is een speciale echografie om de bloedvaten te bekijken. Een duplexechografie is een combinatie van een echografie en een Doppleronderzoek.
- Bij een echografie gebruikt de arts geluidsgolven om de slagader te zoeken in het been.
- Met de Dopplertechniek meet hij de doorbloeding.
Het resultaat wordt door de computer in een beeld omgezet. Je krijgt dan een beeld van het bloedvat en de diameter ervan, en van de stroomsnelheid en richting van de bloedstroom. Zo worden de juiste plaats, de graad van vernauwing en eventuele bloedstolsels zichtbaar.
MRI-angiografie met contrast
Bij dit onderzoek krijg je eerst een contraststof ingespoten. Daarna wordt een MRI-scan van de bloedvaten gemaakt. Zo krijgt de arts gedetailleerde, driedimensionale beelden van de bloedvaten en de letsels te zien. Op basis daarvan kan hij beslissen of een chirurgische ingreep nodig is.
CT-angiografie
Dit is een CT-scan-opname van de bloedvaten. Ze is minder nauwkeurig dan een MRI-scan. Een CT-angiografie wordt uitgevoerd bij personen die om een of andere reden geen MRI-scan mogen ondergaan.
Behandeling
Behalve bij dringende gevallen beveelt de arts altijd als eerste stap conservatieve maatregelen aan:
- Probeer te stoppen met roken.
- Probeer zo nodig te vermageren.
- Zorg ervoor dat je cholesterolgehalte verlaagt.
- Laat indien nodig je diabetes en hoge bloeddruk behandelen.
- Probeer op een gecontroleerde manier meer te bewegen.
Oefen- en staptherapie
Oefen- en staptherapie is vooral bedoeld om de doorbloeding te verbeteren. Bij voorkeur gebeurt dat via een oefen- en stapprogramma onder begeleiding van een gespecialiseerde kinesitherapeut.
Wandelen stimuleert de aanmaak van nieuwe bloedvaten in je benen. Daardoor kan je steeds verder wandelen zonder pijn. Op die manier kan je een operatie vermijden. Je arts kan daarvoor een voorschrift maken.
Chirurgische ingreep
Wanneer de conservatieve behandeling niet helpt en je klachten je te fel hinderen in je functioneren, dan zal je arts een operatie overwegen. Daarvoor verwijst hij je door naar een vaatchirurg.
Er zijn 2 mogelijke chirurgische technieken: een angioplastie of een bypass-operatie. De keuze hangt onder meer af van:
- de kenmerken van de verstopping (kort of lang);
- de beschikbaarheid van aders;
- je voorkeur;
- de klachten;
- de kostprijs.
Een multidisciplinair team met onder andere een cardioloog, internist en vaatchirurg neemt samen met jou de beslissing.
Angioplastie

Dit is eigenlijk geen echte chirurgische ingreep. Bij een angioplastie brengt de chirurg (meestal) onder plaatselijke verdoving een katheter via je lies in de vernauwde slagader. Aan de katheter zit een ballonnetje dat de arts ‘opblaast’ (dilateren) op de plaats van de vernauwing. Daardoor rekt de vaatwand op en wordt het bloedvat wijder. Zo kan je bloed opnieuw doorstromen.
Bij een angioplastie krijg je soms een ‘buisje’ (stent) ingeplant ter hoogte van de slagadervernauwing. Zo blijft het bloedvat nadien ook open.
Bypass-operatie
Bij een bypass-operatie maakt de chirurg een overbrugging (omleiding) van boven de verstopte plaats naar een gezond stuk slagader. Daarvoor kan hij synthetisch materiaal (kunststof) gebruiken of een stukje ader dat hij op een andere plaats in je lichaam wegneemt.
Dringende ingreep
Bij een kritieke slechte doorbloeding heb je meestal een dringende ingreep nodig. De keuze van de techniek wordt bepaald door de kenmerken van de aangetaste slagaders en door je algemene gezondheidstoestand. Daarbij spelen je leeftijd en eventuele andere aandoeningen, zoals diabetes of een hartaandoening, een rol.
Meer weten?
- https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/behandelingen/behandeling-vernauwde-beenslagader
- https://www.claudicatiocare.be/home/
- Brochure angioplastie