Wat is het?
Vetten zijn voedingsstoffen en onmisbaar voor een goede gezondheid. Ons lichaam heeft vetten nodig als bouwstof en voor het leveren van energie voor de stofwisseling. De 2 voornaamste lichaamsvetten zijn cholesterol en triglyceriden.Cholesterol
Cholesterol wordt door ons lichaam aangemaakt in de lever. Het komt tussen in de aanmaak van sommige hormonen en in de productie van galzuren, die mee instaan voor de vertering van vetten. Daarnaast zit cholesterol ook in onze voeding, vooral in dierlijke producten met verzadigde vetten zoals vlees, kaas en dergelijke. Normaal komt ongeveer 30% van alle cholesterol uit onze voeding.
Vetten zijn niet oplosbaar in bloed. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen goede HDL- en slechte LDL-cholesterol. HDL (High Density Lipoproteïne) en LDL (Low Density Lipoproteïne) zijn kleine moleculen die zich aan een cholesterolmolecule binden en ervoor zorgen dat die toch kan vervoerd worden via het bloed.
HDL brengt het teveel aan cholesterol van de weefsels naar de lever, waar het wordt verwijderd. LDL daarentegen brengt cholesterol via het bloed naar de weefsels.
Een teveel aan LDL-cholesterol zet zich af tegen de wand van de bloedvaten waardoor ze dichtslibben. Zo'n plaatselijke verdikking van de vaatwand wordt een plaque genoemd. Het hele ontstekingsproces heet slagaderverkalking.
Triglyceriden
Triglyceriden zijn vetten die voornamelijk dienen voor het leveren van energie, en komen vooral uit de voeding. Een teveel aan triglyceriden stapelt zich op in de weefsels. Ook een overschot aan zetmeel, suikers en alcohol in onze voeding wordt omgezet in triglyceriden. Ons lichaam houdt die dan bij als een vetreserve.
Deze vetten spelen samen met cholesterol een rol in het ontstaan van slagaderverkalking. Het negatieve effect van de triglyceriden neemt toe bij een te lage HDL-cholesterol. De twee vetten hebben dus een invloed op elkaar en zijn als het ware met elkaar verbonden.
Welke vormen van dyslipidemieën zijn er?
Naargelang de oorzaak onderscheiden we verschillende vormen:- Teveel cholesterol in het bloed (hypercholesterolemie) door een combinatie van levenststijlfactoren (o.a. voeding), overgewicht en een erfelijke aanleg. Dit is de klassieke vorm van teveel cholesterol.
- Genetische hypercholesterolemie: in sommige families komen (zeer) hoge cholesterolwaarden voor. Soms al op jonge leeftijd. Dit kan wijzen op een erfelijke (genetische) vorm van teveel cholesterol. De meest voorkomende vorm is Familiaire Hypercholesterolemie (FH).
- Secundaire dyslipidemie: de verstoring van de vetten is te wijten aan een andere, onderliggende ziekte, zoals verminderde schildklierwerking (hypothyroïdie), bepaalde nier- en leverziekten, ..
- Gecombineerde dyslipidemie: zowel de cholesterol als de triglyceriden kunnen sterk verhoogd zijn.
- Teveel triglyceriden in het bloed (hypertriglyceridemie): milde vormen houden meestal verband met leefgewoonten (overgewicht, overmatige alcoholinname, voeding). Ook hiervan is er een erfelijke vorm.
- Het metabool syndroom. Wanneer er 3 van de volgende 5 factoren vastgesteld wordt: verhoogde buikomtrek, verhoogde triglyceriden, verminderde HDL-cholesterol, hoge bloeddruk en verhoogde nuchtere bloedsuiker.
Hoe kun je het herkennen?
Een te hoog vetgehalte in het bloed voel je niet. Het is pas na ettelijke jaren dat je, vooral door vernauwing van de bloedvaten, klachten kan krijgen. Een te hoge cholesterol is dus geen ziekte, maar het kan wel het risico op hart- en vaatziekten verhogen.Een belangrijke klacht die kan wijzen op slechte bloedtoevoer is pijn bij inspanning. De spieren krijgen dan onvoldoende zuurstof aangevoerd door de vernauwde slagaders. Bij vernauwing van de kroonslagaders (dat zijn de bloedvaten die de hartspier van zuurstof voorzien) heb je pijn in de borst (angor, angina). Bij vernauwing van de slagaders in de benen voel je dit in de kuiten (claudicatio of ‘etalagebenen’). Je kunt de inspanning dan niet volhouden omwille van de pijn. In rust verdwijnt die ook weer.
Vetten kunnen zich ook afzetten op bepaalde plaatsen en zichtbaar worden als vetophopingen. Zo kan op de oogbol een vetring aanwezig zijn, of kunnen op de oogleden geel gekleurde vetkussentjes ontstaan. Ook op de pezen van vooral hiel, knie en vingers kunnen er verdikkingen zijn. Deze vetophopingen worden vooral gezien bij de erfelijke vormen.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Te hoge vetgehaltes kunnen opgespoord worden door een eenvoudig bloedonderzoek met meting van de verschillende vetten. Je moet vóór de test 12 uur vasten. Een éénmalig verhoogd cholesterol zegt niet altijd alles. Soms kan je arts beslissen om af te wachten en een tweede of derde bloedafname te doen, vooraleer met zekerheid te kunnen zeggen of er een probleem is.In de loop der jaren is er veel discussie geweest over de normale waarden van cholesterol en triglyceriden. Specialisten hebben de neiging om steeds lagere waarden na te streven. Wij vermelden hier richtwaarden die in de toekomst nog kunnen veranderen.
- totaal cholesterol (LDL+HDL): lager dan 190 mg/dL
- goede HDL-cholesterol: hoger dan 35 mg/dL voor mannen en hoger dan 45 mg/dL voor vrouwen;
- slechte LDL-cholesterol: lager dan 115 mg/dL;
- triglyceriden: lager dan 170 mg/dL.
- verhouding totaal cholesterol en HDL-cholesterol: lager dan 4.
Daarnaast zal je arts de nuchtere bloedsuiker en de schildklierfunctie controleren en een urine-onderzoek doen om nierafwijkingen op te sporen. Rekening houdend met deze resultaten, je erfelijke belasting en je klachten beslist hij eventueel tot verder onderzoek.
Of iedereen deze preventieve onderzoeken moet ondergaan, staat ter discussie. Wel lopen bepaalde mensen een groter risico op een verstoorde vethuishouding. Die risicogroepen zijn mensen met erfelijke aanleg én met familieleden die voor hun 50e een hartinfarct gehad hebben, mensen met overgewicht, diabetes, hoge bloeddruk… Zij hebben een grotere kans op het hart-en vaatziekten, en moeten dus goed worden opgevolgd. Bij gezonde mensen zonder risicofactoren is verder onderzoek wellicht niet zinvol
Naast cholesterol en vetten spelen ook bloeddruk, geslacht, roken en leeftijd een rol in de beslissing om verder onderzoek te laten verrichten en om al dan niet medicatie op te starten.
Je huisarts zal bij iedereen tussen 40 en 75 jaar het algemeen risico op hart- en vaatziekten bepalen.
Wat kun je zelf doen?
Het allerbelangrijkste is een algemene gezonde levensstijl. Dat is gezonde voeding volgens de regels van de kunst (niet te veel verzadigde vetten, veel groenten, …) en een gezonde hoeveelheid beweging (ongeveer 30 minuten per dag). Beperk je alcoholverbruik. Laat je informeren door je arts of diëtiste.Meer weten?
https://www.thuisarts.nl/cholesterol
https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/cholesterol.aspx
https://www.hartstichting.nl/risicofactoren/gids-cholesterol
https://www.gezondleven.be/themas/voeding/voedingsstoffen/vetten