Wat is minder goed zien?
Minder scherp zien, een vervormd beeld, (gedeeltelijke) blindheid, vlekjes zien, dubbel zien … Het zijn allemaal voorbeelden van problemen met je zicht. Hoeveel last je hebt, verschilt van aandoening tot aandoening.
Het zicht is een complexe samenwerking tussen onze ogen, onze hersenen en de zenuwen daartussen. Met onze ogen onderscheiden we licht, donker, kleuren en diepte. Maar pas in onze hersenen wordt daar betekenis aan gegeven en kunnen we voorwerpen herkennen.
Zie je minder goed? En weet je niet hoe dat komt? Ga dan zo snel mogelijk naar je huisarts of oogarts. Zeker als je plots minder goed ziet, moet je dat dringend laten nakijken.
Oorzaken
Een probleem met je zicht kan veel oorzaken hebben:
- een aandoening van het oog zelf (bijvoorbeeld een bloeding in het oog, glaucoom, een ontsteking, netvliesloslating, bijziendheid of verziendheid);
- een algemene ziekte (bijvoorbeeld hoge bloeddruk of diabetes);
- een stoornis in de bloedtoevoer van het oog of de hersenen (bijvoorbeeld een trombose of obstructie van de slagader van het oog, of een beroerte);
- de inname van een giftige stof (bijvoorbeeld methanol of kinine);
- een verwonding aan het hoofd of het oog;
- een probleem van de zenuwen van het oog of de hersenen (bijvoorbeeld bij MS, infecties, een beroerte of een tumor);
- een erfelijke aandoening;
- …
Hieronder vind je meer info over de verschillende oorzaken.
Hoe kan je het herkennen?
- Problemen met je zicht kunnen snel ontstaan (binnen een paar minuten of uren) of traag (binnen een paar weken, maanden of jaren).
- Het kan kort of lang duren.
- Het kan gepaard gaan met pijn.
- Je kan algemene symptomen hebben, zoals hoofdpijn, misselijkheid of koorts.
- Soms is één oog aangetast, soms beide ogen.
- Soms valt een deel van het gezichtsveld weg.
Hoe herken je het bij een kind?
Soms voelen ouders aan dat er iets mis is met het zicht van hun kind. Bijvoorbeeld als hun kind niet reageert op een glimlach.
Oorzaak herkennen
Hieronder lees je hoe je verschillende oorzaken van verminderd zicht kan herkennen.
Veelvoorkomende oorzaken
- De lens van het oog wordt troebel.
- Eerst verkleurt de lens geel en groen, daarna rood en bruin.
- Er kunnen witte vlokken verschijnen. Het zicht wordt dan wazig, alsof er mist hangt.
- De beelden zijn soms vervormd.
- Vaak zie je dubbel en verdraag je fel licht slecht (lichtschuwheid).
- Cataractlijders worden bijziend. Dat betekent dat ze niet meer scherp zien van ver.
- Uiteindelijk zie je alleen nog licht en donker, maar geen beelden meer.
Bijziendheid
- Van dichtbij zie je normaal, maar je ziet minder goed op afstand.
- Om beter op afstand te kunnen zien, knijp je je ogen wat dicht.
- Bijziende kinderen hebben last om te lezen wat er op het schoolbord staat.
Verziendheid
- Je ziet scherp op afstand, maar slecht van dichtbij.
- Door ingespannen te kijken van dichtbij, zijn je ogen vooral ’s avonds moe.
- Je kan hoofdpijn hebben. Soms voelt dat als een band die rond je voorhoofd zit.
Astigmatisme
- Het oog is niet perfect rond, maar lichtjes vervormd zoals een rugbybal.
- Daardoor zie je onscherp, zowel van dichtbij als van ver.
- Je zicht verslechtert over een periode van maanden of jaren.
- Vooral het perifeer zicht is aangetast. Je gezichtsveld krimpt dus geleidelijk in.
- Op de duur zie je alleen nog wat vlak voor je is, alsof je door een buis kijkt (tunnelzicht).
- Uiteindelijk kan je blind worden.
Bloeding in de oogbol (glasvochtbloeding)
- Er verschijnt plots een mistig scherm in je gezichtsveld.
- Het scherm verschuift als je je hoofd of je ogen beweegt.
Ooginfectie (door virussen, bacteriën of parasieten)
- Je oog ziet rood en het doet een beetje pijn.
- Je zicht vermindert binnen een paar dagen.
- Soms verdraag je geen fel licht (lichtschuwheid).
- Je ooglid kan opzwellen.
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie
- Rechte lijnen zijn vervormd.
- Je ziet alles ofwel te groot of te klein.
- Je kan in het centrum van je gezichtsveld een grijze vlek zien.
- Een deel van het centrale beeld kan ontbreken.
- Lezen en gezichten herkennen is soms moeilijk.
- Soms zie je kleuren anders, vooral geel en blauw.
Bij een beroerte is de bloedvoorziening naar een deel van je hersenen verstoord. Daardoor krijgt een deel van je hersenen voor kortere of langere tijd geen zuurstof meer. Als gevolg vallen lichaamsfuncties plots uit (uitvalsverschijnselen). Het gaat bijvoorbeeld om spierverlamming en gevoelsverlies. Ook je zicht kan verstoord raken:
- plotse blindheid aan één of beide ogen;
- wazig zicht aan één of beide ogen;
- dubbelzien.
Als een tumor in je hypofyse op je oogzenuw drukt, kan je last hebben van:
- gezichtsvelduitval: een deel van het gezichtsveld in beide ogen valt weg;
- verminderd gezichtsvermogen (bijvoorbeeld de kleur rood minder helder waarnemen);
- verlamming van de oogspieren (alsof je oogkleppen draagt).
Vaak ontstaan de klachten langzaam. Daardoor kan het lang duren voor het gezwel ontdekt wordt.
Als een bloedklonter de bloedtoevoer van een bloedvat naar het oog afsluit, spreken we van een oogtrombose. De klachten zijn afhankelijk van de ernst van de afsluiting en van de plaats van het afgesloten bloedvat.
Typische symptomen zijn:
- verlies van zicht in een deel van één oog, vaak onderaan het gezichtsveld;
- verlies van het centrale, scherpe zicht in hetzelfde oog.
Oogaantasting door diabetes
Diabetes kan alle bloedvaten van je lichaam beschadigen, ook de bloedvaatjes van het netvlies van je oog. In het begin zie je alles nog normaal. Bij verdergaande aantasting kan je last krijgen van:
- wazig zien;
- een vervormd beeld;
- kleuren minder helder zien;
- dubbelzien;
- vlekken in het gezichtsveld.
Ontsteking van de iris (iritis)
Iritis is een ontsteking van de iris of het regenboogvlies van het oog.
- Je oog is rood en doet pijn.
- Je verdraagt moeilijk licht en hebt de neiging om je oog dicht te knijpen.
- Je zicht kan verminderd zijn.
Minder vaak voorkomende oorzaken
Reuscelarteritis is een ontsteking van de slagaderwand. De aandoening gaat vaak samen met zichtproblemen in één of beide ogen. Bijvoorbeeld:
- minder goed zien;
- blindheid;
- dubbelzien;
- wazig zien.
Andere kenmerken zijn hoofdpijn en algemene symptomen (krampen in de kaakspieren, gevoelige slapen, koorts, gewichtsverlies en spierpijn gedurende weken of maanden).
Vergiftiging
De inname van giftige stoffen zoals methanol (een giftige alcoholsoort) of kinine (een geneesmiddel tegen malaria) kan leiden tot verminderd zicht en zelfs blindheid.
- Je ziet een paar dagen minder.
- Er hangt een schaduw in je gezichtsveld.
- Dit kan spontaan gebeuren of na een oogletsel of een ingreep.
Een ontsteking van de oogzenuw door een infectie of door een neurologische aandoening zoals MS
- Je ziet een paar dagen minder en je voelt een doffe pijn, die verergert als je je ogen beweegt.
- Je ziet in het centrum van je gezichtsveld geen beeld meer.
- Soms kan je alleen handbewegingen onderscheiden.
- Ook het kleurenzicht is aangetast: je bent minder gevoelig voor rood en contrasten.
Erfelijke ziektes van het netvlies (zoals retinitis pigmentosa)
- Je ziet een schittering in je gezichtsveld.
- Je verdraagt geen fel licht (lichtschuwheid).
- Je ziet slecht in het donker (nachtblindheid).
- Je gezichtsveld wordt langzaam smaller.
Onder oogletsels verstaan we elke vorm van schade aan het oog of het ooglid. Bijvoorbeeld door een vuistslag, een vreemd voorwerp, een irriterende stof of een schaafwonde.
Een oogletsel kan leiden tot:
- blindheid;
- wazig zien;
- dubbelzien;
- vervorming van de pupil.
- Je hebt plots hevige hoofdpijn en oogpijn.
- Je oog is rood.
- Je bent misselijk en moet braken.
- Je hebt last van wazig zicht of een kleiner gezichtsveld.
Transient ischemic attack (TIA)
Een TIA is een tijdelijke uitval van enkele minuten tot maximum 24 uur, veroorzaakt door een kort zuurstoftekort in de hersenen. Als gevolg vallen lichaamsfuncties plots uit (uitvalsverschijnselen). Het gaat bijvoorbeeld om spierverlamming en gevoelsverlies. Ook je zicht kan verstoord raken:
- plotse blindheid aan één of beide ogen;
- wazig zicht aan één of beide ogen;
- dubbelzien.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Er zijn verschillende methodes om het zicht te onderzoeken. Je leest er hier meer over.
Meestal verwijst je huisarts je door naar een oogarts of optometrist. Hoe snel je arts je zal verwijzen, hangt af van het ontstaan van je probleem.
Als je plots minder goed ziet (binnen een paar minuten of uren), is een dringend nazicht nodig.
Wat kan je zelf doen?
Ga naar een arts als je veranderingen of problemen ervaart met je zicht.
Neem onmiddellijk contact op met je arts als je deze klachten hebt:
- plots minder zien (binnen een paar minuten of uren);
- neurologische klachten zoals dubbelzien en moeite met praten;
- (plots) minder zien na een verwonding aan je ogen of hoofd;
- een pijnlijk rood oog.
Als die problemen niet behandeld worden, kan je je zicht voor altijd verliezen.
Minder goed zien bij kinderen
Als je vermoedt dat je kind minder goed ziet, laat het dan onderzoeken.
Als een baby van 8 weken oud nog geen oogcontact maakt, is verder onderzoek nodig in een gespecialiseerd centrum.
Bij blijvende problemen
Als je zichtproblemen blijvend zijn, dan heb je een visuele handicap. Dat kan veel zorgen en gevoelens losmaken.
- Zoek hulp en steun bij familie of vrienden.
- Het kan helpen om contact te hebben met lotgenoten. Ze kunnen je tips en inspiratie geven om met je visuele handicap om te gaan.
- Je kan er ook over praten met je zorgverlener.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Behandeling
De behandeling hangt af van de oorzaak van je zichtproblemen. Via de links hieronder vind je meer info over de mogelijke oorzaken:
- glaucoom
- cataract
- netvliesloslating
- bloeding in de oogbol (glasvochtbloeding)
- leeftijdsgebonden maculadegeneratie
- beroerte
- hypofysetumoren
- oogtrombose
- oogaantasting door diabetes
- beschadiging, ontsteking of zweren aan het hoornvlies
- ontsteking van de iris (iritis)
- oogletsels
- transient ischemic attack (TIA)
- reuscelarteritis
- multiple sclerose (MS)
- oogafwijkingen waarvoor een bril nodig is (refractieafwijkingen)
Revalidatie
Als je problemen blijvend zijn, krijg je revalidatie. Een team van zorgverleners helpt je dan om met je visuele handicap om te gaan en zo zelfstandig mogelijk te leven. In dat team zitten bijvoorbeeld oogartsen, orthoptisten, optometristen, psychologen, ergotherapeuten en de sociale dienst.
Tijdens de revalidatie:
- leer je omgaan met je visuele beperking in alledaagse handelingen, zoals aankleden of koken, en leer je vaardigheden op het gebied van lezen, autorijden, enzovoort;
- krijg je psychologische ondersteuning om je te helpen om te gaan met de impact van je visuele handicap;
- krijg je sociale en administratieve ondersteuning, bijvoorbeeld bij het aanvragen van hulpmiddelen, financiële tegemoetkomingen of school- of werkoriëntatie;
- krijg je advies over hulpmiddelen die je zelfredzaamheid verhogen. Bijvoorbeeld leeshulpmiddelen of computersoftware.
Revalidatie start best zo snel mogelijk, zeker bij (jonge) kinderen. De revalidatie kan plaatsvinden in een gespecialiseerd centrum.
Meer weten?
- Minder goed zien bij volwassenen
- Het zicht bij baby's en jonge kinderen
- Infovisie MagaZIEN: een magazine over technologie voor mensen met een leesbeperking
- Brailleliga
- Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
Zelfhulpgroepen en patiëntenverenigingen
- Licht en Liefde: hulp voor blinden en slechtzienden
- Symfoon: Vlaams blinden- en slechtziendenplatform