Wat is het?
Wanneer lichaamsvet overmatig opstapelt, spreken we van overgewicht. Een ernstige vorm van overgewicht is obesitas of zwaarlijvigheid. De opgestapelde hoeveelheid vet heeft dan een negatief effect op je gezondheid.
Body Mass Index (BMI)
Met de Body Mass Index (BMI) kan je overgewicht of obesitas vaststellen (zie verder onder 'Hoe stelt je arts overgewicht of obesitas vast?'). Deze formule geeft een idee van je vetmassa op basis van je gewicht en je lengte:
BMI = je gewicht (in kg) gedeeld door je lengte (in meter) in het kwadraat
- Bedraagt je BMI 25 kg/m2 of meer? Dan heb je overgewicht.
- Is je BMI 30 kg/m2 of hoger? Dan lijd je aan obesitas.
Middelomtrek
Ook de plaats waar lichaamsvet zich opstapelt, is belangrijk voor je gezondheid:
- Lichaamsvet kan zich opstapelen in je buik en/of op andere plaatsen, zoals je heupen en je dijen. Met wat fantasie kan je dit onderverdelen in mensen met een ‘appelvorm’ of een ‘peervorm’.
- Personen met een appelvorm, dus met te veel opgestapeld vet op de buik, hebben meer kans op diabetes en hart- en vaatziekten.
- Daarom is het belangrijk om ook je middelomtrek te bepalen (zie verder onder 'Hoe stelt je arts overgewicht of obesitas vast?').
Meer calorieën opnemen dan je lichaam verbruikt
Obesitas heeft meerdere oorzaken. De belangrijkste bepalende factoren zijn:
- onevenwichtige voeding
- een gebrek aan lichaamsbeweging
Deze factoren verstoren het evenwicht tussen opgenomen en verbruikte calorieën (energie). Neemt je lichaam meer energie op dan het verbruikt? Dan stapelt vet zich op.
Andere oorzaken
Verschillende factoren hebben een invloed op wat en hoe je eet, en hoe je lichaam omgaat met energie. Zo kunnen ze een rol spelen in de ontwikkeling van overgewicht en obesitas:
- Hoe je lichaam energie verwerkt, verschilt van persoon tot persoon.
- Genetische en hormonale factoren bepalen hoe je lichaam voedsel en beweging herkent, gebruikt en erop reageert.
- Psychologische factoren zoals zelfbeeld, stress, angst en depressie kunnen je eetgedrag beïnvloeden.
- Je opvoeding heeft een impact op hoe en wat je eet.
- Omgevingsfactoren bepalen welk voedsel beschikbaar is. We leven in een zogenaamde obesogene maatschappij. Dit betekent dat:
- er een groot aanbod is aan calorierijke voeding, bijvoorbeeld:
- dranken met suiker;
- ongezonde snacks.
- een sedentaire levensstijl (veel zitten) gangbaar is.
- er een groot aanbod is aan calorierijke voeding, bijvoorbeeld:
- Bepaalde medicatie kan je lichaamsgewicht doen toenemen.
- In zeldzame gevallen ligt een aandoening aan de basis van overgewicht, zoals een verminderde werking van je schildklier.
Gevolgen
Obesitas kan fysieke, psychologische en sociale gevolgen hebben. Het is vaak een langdurig probleem dat al op jonge leeftijd kan starten.
Mensen met obesitas sterven vroeger dan gemiddeld. Daarom is het een medisch probleem:
- Personen met obesitas kampen vaker met:
- hart- vaatziekten:
- diabetes
- longziekten
- artrose
- leverziekten
- kanker
- slaapstoornissen
- mentale problemen
- Het is dus belangrijk om obesitas:
- te voorkomen;
- op een zo jong mogelijke leeftijd aan te pakken.
Hoe vaak komt het voor?
- Uit de Gezondheidsenquête 2018 blijkt dat:
- 49% van de volwassenen overgewicht heeft (BMI > 25);
- 16% met obesitas kampt (BMI > 30).
- Het aantal mensen met obesitas neemt toe met de leeftijd: van 6,4% in de leeftijdsgroep van 18-24 jaar tot 22,8% in de leeftijdsgroep van 65-74 jaar.
- Er zijn iets meer mannen (17%) dan vrouwen (15%) met obesitas.
Hoe stelt je arts overgewicht of obesitas vast?
- Je arts weegt je regelmatig, als een routinecontrole.
- Zo kan hij je lichaamsgewicht in het oog houden.
- Om je gewicht te evalueren, maakt je arts gebruik van je BMI (Body Mass Index, zie hoger):
- Bedraagt je BMI 25 kg/m2 of meer? Dan heb je overgewicht.
- Is je BMI 30 kg/m2 of hoger? Dan kamp je met obesitas.
- Ligt je BMI hoger dan 40 kg/m2? Dan lijd je aan morbide obesitas.
- Morbide betekent dat je risico op gezondheidsproblemen en ernstige aandoeningen sterk toeneemt.
- Om je gezondheidsrisico in te schatten, meet je arts ook je middelomtrek (zie hoger):
- Ben je een man met een middelomtrek van meer dan 94 cm of een vrouw met een middelomtrek groter dan 80 cm?
- Dan heb je een verhoogd gezondheidsrisico.
- Ben je een man met een middelomtrek groter dan 102 cm of een vrouw met een middelomtrek van meer dan 88 cm?
- Dan is je gezondheidsrisico sterk verhoogd.
- Ben je een man met een middelomtrek van meer dan 94 cm of een vrouw met een middelomtrek groter dan 80 cm?
- Je huisarts kan een bloedonderzoek laten uitvoeren, om aandoeningen op te sporen die gepaard gaan met obesitas.
- Zo kan je arts de hoeveelheid cholesterol, vetten en suiker in je bloed laten bepalen.
- Vermoedt je arts een eetstoornis?
- Dan spreekt die je hierover aan.
Wat kan je zelf doen?
Wil je overgewicht en obesitas voorkomen en/of behandelen? Dan is een gezonde levensstijl, met aandacht voor gezonde voeding en beweging, zeer belangrijk. Dit heeft een bewezen positief effect op je gezondheid en je gewicht.
Gezonde voeding
Kies voor een gezond eetpatroon:
- Eet niet meer dan nodig. Matig je porties.
- Probeer (verzadigde) vetten te vermijden.
- Deze zijn vooral aanwezig in dierlijke producten, zoals:
- vet(te) vlees(waren)
- vette kaas
- boter
- volle zuivel
- kokos- en palmvet
- Geef daarom de voorkeur aan:
- gevogelte
- vis
- magere kaas
- zachte margarine
- magere of halfvolle zuivel
- Ook in bepaalde snacks en fastfood zitten veel vetten, bijvoorbeeld:
- frieten en kroketten
- chips
- hamburgers
- diepvriespizza
- Deze producten, uit de rode bol van de voedingsdriehoek, eet je het best zo weinig mogelijk.
- Deze zijn vooral aanwezig in dierlijke producten, zoals:
- Kies voor een kleine portie gezonde vetten in:
- olie, noten en zaden (15 tot 25 gram/dag)
- een wekelijkse portie vette vis
- Eet zo weinig mogelijk toegevoegde suikers. Die vind je in:
- gesuikerde dranken
- chocolade
- koeken
- cake
- taart
- snoep
- boterhambeleg zoals choco of speculaaspasta
- Vaak zijn ze ook rijk aan vet.
- Ga voor volkoren granen en zet peulvruchten minstens eenmaal per week op het menu.
- Kies dagelijks een ruime portie groenten (300 gram) en fruit (250 gram).
- Beperk alcoholische dranken zoveel mogelijk.
- Eet drie hoofdmaaltijden en eventueel 2 tot 3 gezonde tussendoortjes.
- Kies voor gezonde bereidingswijzen zoals koken, stomen, grillen en poffen. Gebruik niet meer dan één eetlepel bereidingsvet per persoon.
- Drink voldoende water (1,5 liter per dag).
Elke stap telt! Kleine dagelijkse veranderingen zijn op lange termijn doeltreffender dan crashdiëten. Informeer je over gezonde voeding met de voedingsdriehoek van het Vlaams Instituut Gezond Leven.
Beweging
De tweede pijler van een gezonde levensstijl is bewegen:
- Meer bewegen helpt om te vermageren.
- Het is ook belangrijk om op je nieuwe gewicht te blijven.
- Beweeg je voldoende, dan voel je je ook fitter en beter in je vel.
Alle vormen van beweging zijn goed. Maar hoe intenser je beweegt, hoe meer calorieën (energie) je verbruikt:
- Wandelen, zwemmen en fietsen (activiteiten van matige intensiteit) zijn dus prima, maar andere bewegingsvormen zoals dansen zijn even goed.
- Kies een activiteit die je regelmatig kan doen en graag doet.
De aanbevolen hoeveelheid fysieke activiteit van matige intensiteit bedraagt ongeveer 150 minuten per week:
- Dit kan je bereiken door 5 dagen per week een halfuurtje iets te doen.
- Laat de auto wat vaker aan de kant, en doe je boodschappen te voet.
Vermijd lang stilzitten:
- Strek elke 30 minuten je benen: sta even recht of stap een rondje.
- De bewegingsdriehoek helpt je op weg.
Wat kan je arts of zorgverlener doen?
Bevraging en onderzoek
Je arts bepaalt heel wat gegevens:
- je BMI en je middelomtrek, om de ernst van de obesitas in te schatten;
- je bloeddruk en vaak ook een bloedonderzoek, om aandoeningen op te sporen die het gevolg kunnen zijn van obesitas, zoals:
Je arts bespreekt met jou ook eventuele sociale en psychologische problemen. Zo kan die je obesitas en de gevolgen voor je gezondheid goed inschatten.
Behandeling
Op basis van al deze elementen stelt je arts je een behandeling voor:
- Is je BMI hoger dan 25 en heb je geen bijkomende aandoeningen?
- Dan is het belangrijk dat je niet verder aankomt in gewicht.
- De basis van de behandeling is een gezonde levensstijl. Dit heeft een positief effect op je gezondheid, en dat is het belangrijkste.
- Is je BMI hoger dan 25 en heb je bijkomende aandoeningen, of is je BMI hoger dan 30?
- Dan kan je het best wat gewicht verliezen:
- Een gewichtsverlies van 5 tot 10% binnen 1 jaar levert al heel wat gezondheidsvoordelen op.
- Een aanvaardbare gewichtsafname is ongeveer 0,5 kg/week. Maar trager gewicht verliezen is ook mogelijk.
- Soms is het niet mogelijk om te vermageren. Dan is het belangrijk dat je niet verder aankomt.
- Ook hier vormt een gezonde levensstijl de basis van de behandeling.
- Dan kan je het best wat gewicht verliezen:
Wat kunnen andere zorgverleners doen?
Je levensstijl aanpassen is niet eenvoudig. Je arts kan je doorverwijzen naar een diëtist, kinesitherapeut of beweegcoach en/of psycholoog.
Behandeling door een diëtist
Een diëtist bespreekt met jou wat, hoe en waarom je eet:
- Zo krijgt die een goed beeld van je eetgedrag en mogelijke aandachtspunten.
- Je diëtist schrijft een dieet op maat voor, waarbij je goede resultaten kan behalen op korte en lange termijn.
Een diëtist kan je helpen om:
- een gezond eetpatroon aan te leren;
- maaltijden te plannen;
- voeding te kiezen en te bereiden;
- naar je honger- en verzadigingsgevoel te leren luisteren;
- van gezonde en minder gezonde voeding te leren genieten.
De verschillende mutualiteiten voorzien een kleine tussenkomst voor consultaties bij een diëtist.
Behandeling door een kinesitherapeut of beweegcoach
Een kinesitherapeut of beweegcoach bespreekt samen met jou je beweeggedrag. Op basis daarvan stelt die een individueel oefenprogramma op:
- Je kinesitherapeut:
- ondersteunt je met concrete informatie en richtlijnen;
- motiveert je om vol te houden.
- Het doel is dat je:
- een actievere levensstijl ontwikkelt;
- sedentair gedrag (lang stilzitten) beperkt.
- Probeer je actievere levensstijl vol te houden. Kies daarom het best voor activiteiten die je leuk vindt.
Behandeling door een psycholoog
- Kamp je met een eetprobleem of eetstoornis? Dan is de hulp van een psycholoog belangrijk.
- Een psycholoog kan je ook begeleiden bij andere psychische klachten, zoals:
- een depressie
- een negatief zelfbeeld
- een verstoord lichaamsbeeld
- sociaal isolement
Ook hiervoor kan je rekenen op een tussenkomst van de mutualiteit.
Geneesmiddelen
Er bestaan twee soorten medicatie. Het gaat om middelen die:
- ervoor zorgen dat je vetten minder goed opneemt in je darm;
- je eetlust remmen of je verzadiging verhogen.
Deze middelen kunnen nevenwerkingen veroorzaken. Je arts bespreekt met jou of je in aanmerking komt voor medicatie.
Ook als je deze geneesmiddelen gebruikt, blijft je levensstijl aanpassen het belangrijkst.
Obesitaschirurgie
Een chirurgische ingreep gebeurt enkel:
- als alle andere behandelingen geen resultaat hebben opgeleverd;
- bij mensen met:
- een BMI hoger dan 35 en ernstige bijkomende aandoeningen, zoals diabetes;
- zeer ernstige of morbide obesitas (BMI > 40).
Meer weten?
- https://www.gezondleven.be/themas/voeding/voedingsdriehoek
- https://www.gezondleven.be/themas/beweging-sedentair-gedrag/bewegingsdriehoek
- https://www.gezondleven.be/projecten/bewegen-op-verwijzing
- https://eetexpert.be/
Bronnen
https://www.ebpnet.be/: Overgewicht en obesitas bij volwassenen in de huisartsenpraktijk