Wat is het?
Tegen de schildklier aan liggen de bijschildklieren, ook wel parathyroïden genoemd. Zij maken een hormoon aan, het parathyroïdhormoon of PTH, dat het calciumgehalte in het lichaam regelt. Bij de aanwezigheid van veel PTH stijgt het calciumgehalte in het bloed, bij weinig PTH daalt het. Op die manier wordt het calciumgehalte in het bloed op een constant niveau gehouden. Een te hoog calciumgehalte in het bloed noemen we hypercalciëmie. Wanneer de bijschildklieren te hard werken en te veel PTH aanmaken, spreken we over hyperparathyroïdie. Dit kan ontstaan zonder dat een onderliggende aandoening aan de basis ligt. Dit wordt dan primaire hyperparathyroïdie genoemd. In andere gevallen veroorzaakt een onderliggende aandoening een te laag calciumgehalte, waardoor de PTH-productie gaat stijgen. Dit gebeurt bijv. bij chronische nierziektes of chronisch vitamine D-tekort. Dan spreekt men van secundaire hyperparathyroïdie.
Een verhoogd calciumgehalte kan nog andere oorzaken hebben dan een verhoogde werking van de bijschildklieren. Voorbeelden zijn nierfalen, een overdosis vitamine D, kanker waarbij het bot wordt aangetast, te snelle werking van de schildklier, systeemziekten en bijwerkingen van vochtafdrijvende medicatie.
Hoe vaak komt het voor?
Hypercalciëmie is vrij zeldzaam. Primaire hyperparathyroïdie komt voor bij meer dan 1% van de vrouwen in de menopauze. De secundaire vorm komt meer voor in bepaalde patiëntengroepen, zoals bijv. bij mensen met chronische nierziekten of kanker. 20% van de mensen met borstkanker, 10-15% met long- of nierkanker, en 10 tot 30% met bloed- of beenmergkanker vertonen een te hoog calciumgehalte.
Hoe kun je het herkennen?
De ernst van de klachten varieert van geen tot ernstige klachten, zoals nierinsufficiëntie en hartritmestoornissen.
Een verhoogd calciumgehalte in het bloed is dikwijls een toevallige vondst bij een routinebloedonderzoek. Het kan een hele waaier aan klachten en aandoeningen veroorzaken:
- vermoeidheid, verlies van eetlust;
- misselijkheid, verstopping, buikpijn, maagzweren, ontsteking van de alvleesklier;
- nier- en blaasstenen, verhoogd dorstgevoel, veelvuldig plassen, tekens van uitdroging, ingevallen ogen, verlies van elasticiteit van de huid;
- gewrichts- en beenderpijn, spontane botbreuken;
- stijging van de bloeddruk, hartritmestoornissen;
- concentratieverlies, neiging tot depressie, tekenen van dementie, verwardheid.
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
A.h.v. een bloedonderzoek dat de calcium- en PTH-concentratie bepaalt, stelt de arts een objectieve diagnose. Bij vermoeden van een onderliggende aandoening zullen ook andere testen moeten gebeuren.
Wat kun je zelf doen?
Drink voldoende bij hypercalciëmie, want een te hoog calciumgehalte kan nierstenen veroorzaken en de nieren beschadigen. Neem zeker geen voedingssupplementen met vitamine D op eigen houtje. Deze kunnen de hypercalciëmie soms nog verergeren.
Wat kan je arts doen?
De behandeling hangt af van de oorzaak en ernst van de hypercalciëmie. Om de vochtbalans te optimaliseren, dient de arts een zoutoplossing toe. Zo nodig wordt de calciumconcentratie met medicatie verlaagd. De behandeling gebeurt door een specialist.
Bij primaire hyperparathyroïdie is een heelkundige ingreep de enige oplossing. De bijschildklieren worden dan verwijderd. Als dit om medische redenen niet mogelijk is, moet de arts de calciumconcentratie in het bloed nauwkeurig opvolgen. Hij zal ook regelmatig een botdichtheidsmeting doen om vroegtijdig osteoporose op te sporen.
Bij secundaire hyperparathyroïdie zal men in eerste instantie de onderliggende oorzaak moeten behandelen. Bij bijv. een te laag vitamine D-gehalte zal de arts een vitamine D-supplement voorschrijven.
Meer weten?
https://www.thuisarts.nl/hyperparathyreo%C3%AFdie/ik-heb-hyperparathyreo%C3%AFdie
Bronnen