Wat is het?
Een eetstoornis is een ernstige en ingewikkelde psychiatrische aandoening. Eetstoornissen komen vooral voor bij adolescente meisjes. Ook jongens lijden eraan, vooral aan boulimia nervosa en atypische eetstoornissen. Typisch voor een eetstoornis is dat de omgang met voedsel een manier is geworden om het uiterlijk te beheersen. Eten en gewichtstoename hangen vaak samen met sterke angst.
Soorten eetstoornissen
De meest voorkomende eetstoornissen zijn anorexia nervosa en boulimia nervosa. Daarnaast doen ook vaker atypische vormen van eetstoornissen en eetbuien zich voor bij steeds jongere kinderen.
Oorzaken van eetstoornissen
Tal van factoren spelen een rol in het ontstaan van eetstoornissen:
- neurobiologische factoren;
- genetische factoren;
- sociaal-culturele factoren;
- familiale factoren;
- de individuele ontwikkeling.
Doorgaans begint een eetstoornis in de adolescentie en kan het de fysieke en mentale ontwikkeling in gevaar brengen.
Hoe vaak komt het voor?
- Anorexia nervosa (anorexia) komt meestal voor tussen de leeftijd van 14 en 24 jaar.
- Boulimia nervosa (boulimie) komt doorgaans voor tussen 16 en 20 jaar.
Eetstoornissen treffen 10 à 15 keer vaker meisjes dan jongens. Boulimie komt vaker voor dan anorexia.
Hoe kun je het herkennen?
Anorexia nervosa (anorexia)
Bij anorexia ligt het gewicht ten minste 15% lager dan verwacht voor de leeftijd en de lengte. Een persoon met anorexia beschouwt zichzelf ondanks het ondergewicht als te dik, en is erg bang om aan te komen.
Anorexia begint meestal geleidelijk. Het gewichtsverlies kan traag, maar ook snel gaan. De meeste adolescenten met een eetstoornis gaan nog naar school, gaan door met hun hobby's, en hebben een goed gevoel over zichzelf. Daarom reageert de familie dikwijls verrast wanneer ze ontdekken dat hun kind aan ondervoeding lijdt.
Lichamelijke symptomen van anorexia zijn onder meer:
- uitblijven van de menstruatie;
- constipatie;
- trage hartslag;
- lage bloeddruk;
- blauw verkleurde en koude ledematen;
- vermindering van onderhuids vet.
Boulimia nervosa (boulimie)
Ook personen met boulimie vinden zichzelf te dik en zijn bang om aan te komen. Ze zijn voortdurend met voedsel bezig en hebben een onweerstaanbare drang om te eten. Tijdens herhaalde episodes van eetbuien (minstens twee keer per week) verliezen ze alle controle over hun eetgedrag, en proberen daarna het ingenomen voedsel kwijt te geraken door geforceerd te braken en/of laxeermiddelen en plaspillen te nemen.
Jongeren met boulimie beseffen dat ze geen normale eetgewoonten hebben. Ze voelen zich schuldig en schamen zich. Daarom blijven de symptomen vaak lang geheim, en is een behandeling moeilijk bespreekbaar.
Boulimie geeft ook lichamelijke klachten:
- menstruatiestoornissen;
- stoornissen in de zouthuishouding in het bloed als gevolg van het regelmatige braken;
- beschadiging van het tandglazuur.
Psychiatrische symptomen bij eetstoornissen
Eetstoornissen kunnen gepaard gaan met psychiatrische symptomen:
- stemmingsstoornissen;
- angststoornissen;
- obsessieve-compulsieve stoornissen;
- psychotische stoornissen.
Boulimie hangt dikwijls samen met stoornissen in de impulscontrole en aanleg voor alcohol- of drugverslaving.
Hoe stelt de arts de aandoening vast?
- Eerst gaat de arts de eetgewoonten, de mate van lichaamsbeweging en de voorgeschiedenis van groei na. Bij meisjes bevraagt hij de menstruatie.
- Als de arts een eetstoornis vermoedt, dan kan hij een screeningsvragenlijst (SCOFF) afnemen. Elk positief antwoord levert 1 punt op; 2 of meer punten wijzen op een eetstoornis.
- Probeer je te braken als je een onaangenaam gevoel ervaart bij een ‘volle maag’?
- Ben je bang dat je geen controle hebt over de hoeveelheid voedsel die je eet?
- Ben je meer dan 6 kg gewicht verloren in de laatste 3 maanden?
- Vind je jezelf te dik, maar zeggen anderen dat je te mager bent?
- Beheerst (denken aan) eten je leven?
- De arts zal ook bloed afnemen.
- In geval van anorexia heeft de persoon vaak lichte bloedarmoede, minder witte bloedcellen en bloedplaatjes, en een te lage suikerwaarde.
- Bij boulimie vertoont de persoon meestal een verstoorde zouthuishouding en een verhoogde waarde van amylase, een enzym dat een rol speelt bij de vertering van zetmeel.
- De arts zal ook steeds andere aandoeningen uitsluiten zoals diabetes of schildklierstoornissen, maar ook psychiatrische aandoeningen zoals ernstige depressie, psychose of druggebruik.
Wat kun je zelf doen?
Een eetstoornis is ernstig: je hebt hulp nodig.
- Stap naar je huisarts. Hij zal samen met jou nagaan wie je kan helpen en begeleiden. Hoe sneller je hulp zoekt, hoe beter je kansen op herstel.
- Zorg dat je bij iemand terecht kunt bij wie je je goed voelt en met wie je alles kunt en durft bespreken.
Wat kan je arts doen?
Eetstoornissen zijn vaak moeilijk te behandelen. In de beginfase van anorexia is de prognose goed, maar op lange termijn verslechtert deze. De prognose van boulimie is beter, maar de kans op herval is groot.
Als er symptomen zijn die wijzen op anorexia, dan zal de arts dit graag eerst bespreken met de ouders en zorgdragers van de persoon vooraleer een behandeling voor te stellen. Soms kost het immers tijd om iemand te motiveren om de stap naar behandeling te zetten.
Behandeling
- De behandeling bestaat uit het herstellen van de voedingstoestand en uit psychotherapie. Vaak is anorexia dermate ernstig dat de huisarts de behandeling niet zelf kan opnemen. Hij zal dan doorverwijzen naar een gespecialiseerd centrum voor eetstoornissen.
- Is de ondervoeding levensbedreigend, dan wordt de behandeling gestart op een niet-psychiatrische dienst. Pas daarna wordt de persoon verder begeleid naar therapie. Met individuele therapie en gezinstherapie worden goede resultaten geboekt. Bij jongeren wordt de behandeling bij voorkeur op het hele gezin gericht. Nadien is een individuele, ondersteunende en langdurige behandeling de beste manier om herstel te bevorderen.
- Langdurige ondervoeding en onvoldoende ambulante opvang zijn situaties die een verwijzing voor een gedwongen behandeling noodzakelijk maken.
Medicatie
Als er medicatie wordt opgestart, dan gebeurt dat meestal door een specialist. Er bestaat geen behandeling specifiek voor anorexia, maar wel voor de bijkomende symptomen. Zo kunnen antipsychotica en antidepressiva helpen in geval van angst, obsessieve-compulsieve symptomen of psychotische symptomen. Fluoxetine zou herval helpen voorkomen bij anorexia met een normaal gewicht, en de eetbuien en het braken verminderen bij boulimie.