Wat is het?
We spreken van hartfalen wanneer je hart niet krachtig genoeg meer pompt. Daardoor:
- verloopt de bloedtoevoer naar je lichaam niet goed;
- krijgen je organen (bijv. je nieren of hersenen) en spieren minder zuurstof en voedingsstoffen.
Soorten hartfalen
Hartfalen kan acuut of chronisch zijn. De symptomen zijn gelijkaardig, maar:
- bij acuut hartfalen treden ze plots op en nemen ze snel toe:
- Dat kan zonder duidelijke oorzaak gebeuren, maar meestal is er al chronisch hartfalen aanwezig.
- Een snelle behandeling is noodzakelijk.
- bij chronisch hartfalen ontstaan ze geleidelijk:
- Je hart pompt hoe langer hoe minder krachtig.
Oorzaken van hartfalen
Hartfalen is meestal het gevolg van een onderliggende hart- en vaatziekte:
- hoge bloeddruk;
- aderverkalking;
- een eerder doorgemaakt hartinfarct;
- een hartritmestoornis;
- een lekkende hartklep.
Soms liggen andere oorzaken, bijvoorbeeld een hartspierziekte of een uitgebreide infectie, aan de basis van hartfalen.
Het is belangrijk om de oorzaak van hartfalen op te sporen en te behandelen.
Hoe vaak komt het voor?
Hartfalen met klachten:
- komt voor bij 1 tot 2% van de volwassen bevolking in Europa;
- komt vaker voor naarmate mensen ouder worden:
- Meer dan 10% van de 70-plussers lijdt aan hartfalen.
- De helft van de mensen met hartfalen is ouder dan 80 jaar.
Hoe kan je het herkennen?
De belangrijkste symptomen van hartfalen zijn:
- kortademigheid:
- bij lichte inspanning;
- in rust;
- vooral als je neerligt.
- abnormale vermoeidheid bij gewone activiteiten;
- vochtopstapeling (oedeem), waardoor je:
- last hebt van opgezwollen voeten of benen;
- op korte termijn aankomt in gewicht, zonder dat je eetgewoonten veranderd zijn.
- minder eetlust en vermagering (in een vergevorderd stadium van hartfalen);
- misselijkheid of buikpijn (enkel bij acuut hartfalen).
Hoe stelt je arts de aandoening vast?
Bevraging
Je arts stelt je eerst vragen om meer te weten over:
- je klachten;
- de evolutie van je klachten;
- eerdere aandoeningen of klachten;
- je mogelijke risico’s op een hartkwaal;
- de medicijnen die je al neemt.
Onderzoeken
Daarna verricht je arts een lichamelijk onderzoek:
- Hij luistert naar je longen en je hart.
- Hij controleert:
- of er vochtophoping is aan je enkels;
- de druk in een van de aders.
Vermoedt hij, op basis van zijn bevindingen, dat je aan hartfalen lijdt? Dan gebeuren er enkele bijkomende onderzoeken om de diagnose te bevestigen of uit te sluiten:
- een hartfilmpje of elektrocardiogram (ECG):
- Hiermee gaat de arts na of:
- je hart vergroot is;
- je vroeger al een hartinfarct hebt doorgemaakt;
- er ritmestoornissen zijn.
- Hiermee gaat de arts na of:
- een echografie van je hart of echocardiografie:
- Dit onderzoek gebeurt door een hartspecialist (cardioloog).
- Hiermee bepaalt hij:
- het type hartfalen, met name:
- welke delen van je hart betrokken zijn;
- welke hartfunctie minder goed werkt.
- de ernst ervan.
- het type hartfalen, met name:
- een foto van je borstkas:
- Hiermee controleert de arts:
- de grootte van je hart;
- of er vochtophoping in je longen is.
- Hiermee controleert de arts:
- een bloedonderzoek, met eventueel een bepaling van BNP of proBNP:
- BNP of proBNP zijn een soort van hormonen.
- Je hart maakt ze aan wanneer het minder goed werkt.
- Het zijn dus merkers van hartfalen.
- De ziekteverzekering voorziet geen terugbetaling voor dit onderzoek.
- BNP of proBNP zijn een soort van hormonen.
Aanvullende onderzoeken
De hartspecialist kan beslissen om aanvullende onderzoeken te doen, bijvoorbeeld een 24-uurs monitoring van je hart, om:
- zicht te krijgen op de mogelijke oorzaken van je klachten;
- een behandeling te bepalen en af te stellen op je situatie.
Wat kan je zelf doen?
Als je aan hartfalen lijdt, is een gezonde levensstijl erg belangrijk. We geven je enkele adviezen:
- Beweeg voldoende en regelmatig, maar forceer je niet.
- Bewegen heeft een positief effect op:
- het behoud van je inspanningsvermogen;
- je gewicht, ook al is dat klein.
- Goede manieren van bewegen zijn:
- wandelen;
- fietsen;
- zwemmen;
- krachttraining:
- Je oefent je spieren, bijv. met gewichten of squats.
- Je traint eerst met de hulp van je kinesitherapeut, en daarna alleen.
- Bewegen is veilig, ook bij hartfalen.
- Heb je toch twijfels? Vraag dan raad aan je arts of kinesitherapeut.
- Laat je eventueel begeleiden door een bewegingscoach via het project ‘Bewegen op verwijzing’ (BOV).
- Bewegen heeft een positief effect op:
- Beperk je zoutgebruik:
- Zout zorgt ervoor dat je lichaam extra vocht vasthoudt.
- De aanbevolen hoeveelheid zout per dag is 5 tot 6 gram.
- Houd er rekening mee dat kant-en-klare maaltijden en soepen, snacks en brood al veel zout bevatten.
- Voeg tijdens het koken bij voorkeur geen zout toe.
- Weeg je regelmatig op hetzelfde tijdstip:
- Bespreek met je arts hoe vaak.
- Contacteer je arts als je snel aankomt in gewicht (bijv. 2 kg op 3 dagen tijd).
- Stop met roken:
- Roken vermindert de bloedtoevoer naar je hart.
- Laat je eventueel begeleiden door een erkend tabakoloog.
- Wees matig met alcohol:
- Drink niet meer dan 1 glas alcohol op een dag, en niet elke dag.
- Te veel alcohol kan hartfalen verergeren.
- Let op je vochtinname:
- Drink niet meer dan 2,5 liter vocht per dag.
- Heb je ernstig hartfalen (en ben je bijv. kortademig bij weinig inspanning)? Dan drink je het best niet meer dan 1,5 à 2 liter per dag.
- Neem je medicatie stipt in:
- Vind je dat moeilijk? Bespreek het dan met je arts.
- Vermijd ontstekingsremmers, zoals ibuprofen:
- Dat bevordert de vochtophoping in je lichaam.
- Gebruik als je pijn of koorts hebt liever paracetamol.
- Laat je vaccineren:
- Jaarlijks tegen griep;
- Bespreek met je arts:
- of het nuttig is om je te laten vaccineren tegen pneumokokken die zeer vaak aanleiding geven tot een longontsteking;
- wanneer je opnieuw een vaccin moet krijgen.
- Vermijd zoethout:
- Dat zorgt ervoor dat je lichaam extra vocht vasthoudt.
Raadpleeg je arts als:
- je klachten verergeren;
- je ziek wordt.
Wat kan je arts doen?
Een goede behandeling:
- verbetert je levenskwaliteit;
- beperkt de schade aan je hartspier;
- verbetert de prognose van hartfalen.
Behandeling van acuut hartfalen
Het is belangrijk dat je arts acuut hartfalen tijdig herkent en snel ingrijpt.
In ernstige gevallen start hij onmiddellijk met de toediening van:
- zuurstof;
- via een masker wanneer je vocht in je longen hebt.
- nitraten;
- onder de vorm van een:
- smelttablet onder de tong;
- spray;
- infuus.
- om de pijn snel te verlichten.
- onder de vorm van een:
- morfine:
- via een infuus;
- om de kortademigheid en de angst te verminderen.
Je arts kan je ook andere medicijnen voorschrijven, zoals:
- vochtafdrijvers;
- als er vocht op je longen zit;
- om het overtollige vocht snel te laten afvloeien.
- bloedverdunners (soms):
- als je arts vermoedt dat je ook een hartinfarct hebt;
- als je een onregelmatige hartslag hebt;
- om bloedklonters te voorkomen.
Je arts kan je daarvoor ook doorverwijzen naar het ziekenhuis.
Behandeling van chronisch hartfalen
Advies en coördinatie
Je arts kan:
- je advies geven over:
- een gezonde levensstijl;
- hoe je het best:
- vermagert, of je daarvoor doorverwijzen naar een diëtist;
- kan stoppen met roken, eventueel samen met een erkend tabakoloog;
- je medicatie inneemt.
- je behandeling coördineren in samenwerking met een hartspecialist en andere zorgverleners.
Medicatie
Geneesmiddelen zijn een belangrijk onderdeel van de behandeling van hartfalen:
- Sommige medicijnen moet je dagelijks en heel je leven innemen. Ze hebben pas een effect op lange termijn.
- Andere, zoals vochtafdrijvers, verminderen je klachten op korte termijn.
- Bloedverdunners heb je nodig als je:
- een onregelmatige hartslag hebt;
- een verhoogd risico op bloedklonters hebt.
Het duurt enkele maanden voor je behandeling goed is afgesteld.
Opvolging
Een strikte controle en opvolging door je arts zijn nodig om:
- je klachten te verbeteren of onder controle te houden;
- je levenskwaliteit te verhogen of te behouden.
Revalidatie
Je arts kan je een aangepast oefenprogramma (cardiale revalidatie) voorschrijven:
- Dat helpt je conditie te verbeteren.
- Dat programma volg je:
- in een gespecialiseerd revalidatiecentrum dat erkend is door het RIZIV;
- in een algemeen ziekenhuis dat daarin gespecialiseerd is;
- bij een gespecialiseerde kinesitherapeut die erkend is door het RIZIV.
Wat kan je samen met je kinesitherapeut doen?
Als je aan hartfalen lijdt, kan je kinesitherapeut veel voor jou betekenen. Hij kan samen met jou:
- nagaan hoe je je klachten kan verlichten;
- bekijken hoe je het best kan revalideren.
Voorlichting
Je kinesitherapeut:
- legt je uit:
- hoe hartfalen ontstaat;
- Hartfalen is meestal een chronische aandoening.
- De hartspier werkt minder goed, waardoor de pompwerking verzwakt.
- waarom je je hart bij hartfalen (langdurig) moet trainen:
- Het verbetert je conditie: je voelt je fitter en minder kortademig.
- Het helpt je om je dagelijkse activiteiten beter te kunnen uitvoeren.
- Je krijgt meer zelfvertrouwen om je mogelijkheden in te schatten.
- hoe hartfalen ontstaat;
- helpt enkele misverstanden over hartfalen uit de wereld;
- Er is geen verband tussen een te hoge belasting van je hart in het verleden en hartfalen.
- Hartfalen verergert niet door je hart te veel te belasten.
- Integendeel: door je spieren regelmatig te oefenen, loopt je hartarbeid minder hoog op.
- licht toe dat elke persoon de klachten anders ervaart;
- Sommige mensen met hartfalen zijn al kortademig bij weinig inspanning.
- Anderen zijn pas kortademig bij een grotere of meer langdurige inspanning.
- overlegt met jou welke oefeningen je thuis kan doen;
- helpt je om de juiste dosis beweging in je dagelijkse routine in te passen.
Trainingsprogramma
Je kinesitherapeut stelt samen met jou een haalbaar beweeg- en trainingsprogramma op. Dat programma bestaat uit:
- conditietraining, om je hart zodanig te trainen dat je:
- conditie verbetert;
- opnieuw meer inspanningen aankan.
- krachttraining, om je spierkracht te vergroten:
- om je uithouding te verbeteren;
- vooral als je:
- te weinig kracht hebt om je dagelijkse activiteiten uit te voeren;
- bepaalde activiteiten niet meer kan doen.
Je kinesitherapeut kan samen met jou ook beslissen om, bovenop de conditie- en krachttraining, een specifieke training te starten, zoals:
- een ademhalingstraining om:
- je ademhalingsspieren te oefenen;
- je ademhaling te leren controleren.
- een ontspanningsprogramma om:
- je mentaal te leren ontspannen;
- je aan te leren om langzamer te ademen.
Conditietraining
De intensiteit en het type van de conditietraining hangen onder andere af van:
- de ernst van je hartfalen;
- eventuele onderliggende aandoeningen;
- je leeftijd;
- je inspanningsvermogen.
De training wordt afgesteld op jouw situatie en is gebaseerd op het FITT-principe:
- de frequentie van de training (F);
- de intensiteit van de training (I);
- de tijdsduur van de training (T);
- het type training (T).
Motivatie
Je kinesitherapeut kan je motiveren en coachen om, ook na de behandeling van hartfalen en de eerste revalidatie:
- je hart te blijven trainen;
- actief te blijven bewegen;
- een gezonde levensstijl te behouden.
Meer weten?
- https://www.uzleuven.be/hartfalen
- https://www.uza.be/hartfalen
- https://www.thuisarts.nl/hartfalen/ik-heb-hartfalen
- https://www.thuisarts.nl/hartfalen/ik-wil-goed-leren-omgaan-met-hartfalen
- https://www.hartstichting.nl/hartziekten/hartfalen
- https://www.gezondleven.be/projecten/bewegen-op-verwijzing
- Op zoek naar een tabakoloog? https://www.tabakstop.be/hoe-stoppen/persoonlijk-contact/tabakoloog
- Op zoek naar een kinesitherapeut? https://www.axxon.be/nl/zoek-kinesist/
- http://defysiotherapeut.com/